Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-16

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 9 augustus 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Vakantieopvang georganiseerd binnen het ministerieel departement voor de kinderen van personeelsleden

kinderoppas
inkomstenbelasting
overheidsapparaat
ministerie
belastingaftrek

Chronologie

9/8/2010Verzending vraag
18/11/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-14
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-15
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-17
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-18
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-19
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-20
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-21
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-22
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-23
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-24
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-25
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-26
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-27
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-28

Vraag nr. 5-16 d.d. 9 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Programmawet van 8 april 2003 voerde met ingang vanaf 1 januari 2003, in een nieuw artikel 52bis in het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992, de mogelijkheid in om de sommen die een werkgever (verkrijger van winst of baten) betaalde ten gunste van een collectieve voorziening voor kinderopvang onder bepaalde voorwaarden aan te kunnen merken als beroepskosten.

Het was de bedoeling om met dit nieuw ingevoerde systeem privé-partners uit te nodigen om de uitbreiding van het aantal opvangplaatsen financieel te ondersteunen. De stimulans bestaat erin om de in het kader van dit partnerschap gestorte uitgaven als beroepskosten aan te merken (zie toelichting Programmawet 8 april 2003, Parl. St. Kamer, nr. 50 2343/001, blz. 47).

Ook de publieke sector organiseert echter bepaalde initiatieven van kinderdagopvang of vakantieopvang. Zo heeft de VRT en de UZ Gent een eigen kinderdagverblijf en ook verschillende ziekenhuizen vangen de kinderen van hun personeelsleden op. De Vlaamse Gemeenschap organiseert eveneens kinderopvang in de vakanties voor de kinderen van haar personeelsleden. Ongetwijfeld bestaan er ook op federaal niveau initiatieven.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.) Organiseert het departement waarvoor de minister verantwoordelijk is kinderdagopvang of vakantieopvang voor zijn personeelsleden of personeelsleden van andere overheidsinstanties?

2.) Zo ja, kan de minister een overzicht geven van het aantal opvangplaatsen?;

3.) Zo ja, kan de minister aangeven onder welke voorwaarden de personeelsleden aanspraak kunnen maken op de kinderdagopvang of vakantieopvang?

Antwoord ontvangen op 18 november 2010 :

Wat de Federale Overheidsdiensten (FOD) Sociale Zekerheid en Volksgezondheid betreft :

De FOD organiseren zelf geen kinderdagopvang of vakantieopvang voor de kinderen van hun personeelsleden.

De VZW sociale dienst kent een financiële tussenkomst toe aan de personeelsleden van wie de kinderen deelnemen aan een betalende opvang- en/of vrijetijdsstructuur (speelplein,kampen van de jeugdbeweging, sportkampen, ….) tijdens de schoolvakanties.

De tussenkomst wordt toegestaan voor kinderen van drie tot en met twaalf jaar en voor maximum twintig dagen per kind.

Wat betreft de openbare instellingen van sociale zekerheid die onder mijn bevoegdheid staan :

De hierna genoemde openbare instellingen organiseren geen kinderdagopvang of vakantieopvang voor hun personeelsleden of personeelsleden van andere overheidsinstanties :

het Fonds voor de Beroepsziekten;

het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering;

de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;

de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten;

de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers;

de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden;

de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid;

de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;

de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

het eHealth-platform.

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)

1.) De RSZ doet beroep op de vakantieopvang die wordt georganiseerd door de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP). Buiten de schoolvakanties voorziet de RSZ geen kinderopvang.

Opvang voor kinderen tussen drie en twaalf jaar


Krokusvakantie

Paasvakantie

Zomervakantie

Allerheiligen

Kerstvakantie

2006

11

24

242

4

2

2007

20

24

183

7

7

2008

14

29

168

14

6

2009

15

45

225

16

12

2.) De RSZ is niet op de hoogte van het totaal aantal opvangplaatsen bij de RVP. De tabel hierboven verduidelijkt hoeveel kinderen van de RSZ-personeelsleden de afgelopen jaren bij de RVP werden opgevangen.

3.) Tegen betaling van een bedrag van 3 euro per dag worden kinderen tussen drie en twaalf jaar opgevangen. Deze dienst is beschikbaar zowel voor contractuele als voor statutaire ambtenaren.