Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1506

van Richard Miller (MR) d.d. 25 februari 2011

aan de minister van Justitie

Het seponeren van het dossier van een wapenhandelaar

wapenhandel
zwarte handel
georganiseerde misdaad
witwassen van geld

Chronologie

25/2/2011Verzending vraag
14/3/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-492

Vraag nr. 5-1506 d.d. 25 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Mijn schriftelijke vraag vergt enige toelichting. Als gemeenschapssenator ben ik ook lid van de commissie Contrôle d'octroi des licences d'exportations d'armes van het Waals Parlement. Ik had in de pers vernomen dat een van de grootste wapenhandelaars, Viktor Bout, was aangehouden. Daarbij viel me op dat ons land werd genoemd als uitvalsbasis voor ten minste een van zijn vliegtuigmaatschappijen. Hierbij aansluitend heb ik uw collega van Binnenlandse Zaken tweemaal ondervraagd. De eerste maal wou ik weten of het proces in New York informatie over eventuele wapentrafiek vanuit Belgisch grondgebied aan het licht zou brengen en of onze politiediensten op de hoogte waren. Ook al had ik niet verwacht dat de minister 'de kroon zou ontbloten' en vertrouwelijke informatie uit het onderzoek zou meedelen, toch was ik ontgoocheld met het antwoord dat “de Belgische politiediensten op de hoogte zijn van de beschuldigingen die in de pers werden geuit. Ze beschikken echter over geen enkel element dat hen in staat stelt te bevestigen dat vanuit België handelsrelaties (...) tot stand zijn gekomen of dat die laatste vanuit België wapens heeft geleverd”. Dat is ontgoochelend, want - en dat was de reden voor mijn tweede vraag - wie op Google de woorden 'Viktor Bout/België' invoert, krijgt tientallen doorverwijzingen naar krantenartikelen, boeken, gegevensbanken enzovoort. De eerste informatie leert ons dat België, dat volgens het antwoord van de minister 'niet op de hoogte is', een internationale klacht tegen Viktor Bout heeft ingediend voor het witwassen van 325 miljoen dollar. Op basis van die klacht werd hij door Interpol vanaf 2002 opgespoord, totdat de beruchte wapenhandelaar uiteindelijk in 2008 in Bangkok werd aangehouden. Volgens specialisten “zouden de oorlogen in Sierra Leone, Liberia, de Democratische Republiek Congo, Angola en Soedan niet op een dergelijke manier uitbreiding hebben genomen indien Viktor Bout geen wapens had geleverd aan de oorlogvoerende partijen”. België blijft op verschillende manieren een rol spelen in de activiteiten van de heer Bout en zijn handlanger, de Keniaan Sanjivan Kuprah. Zo bezat of gebruikte de heer Bout verschillende luchtvaartmaatschappijen waarvan verschillende toestellen in België waren geregistreerd. Het waren Belgische speurders die in 2001 als eersten hebben aangeklaagd dat Viktor Bout over bepaalde machtige steunpunten beschikte (cf. Benjamin Valverde, Le trafic illicite d'armes légères, travail universitaire de DESS, Paris).

In Oostende, waar de heer Bout heeft gewoond, was een van zijn luchtvaartmaatschappijen gestationeerd. Zijn Belgische vennoot, Ronald Rossignol, is eigenaar van hangars op de luchthaven van Oostende. In verschillende reportages en teksten over de heer Bout wordt Oostende steeds genoemd. Het is ook daar dat de heer Bout gebruik zou hebben gemaakt van de diensten van een Belgische piloot, Ronald de Smet, met wie hij de luchtvaartmaatschappij Air Cess oprichtte, met België als thuisbasis. Ook Gosselies (Brussels South Airport) en Zaventem worden genoemd.

Een Belgische inspecteur die voor de VN werkt, Johan Peleman, was een van de eerste agenten die onderzoek naar Viktor Bout heeft verricht. Johan Peleman werd trouwens op 20 februari 2003 gehoord door de Belgische senaatscommissie over de handel in wat men 'bloeddiamanten' noemt, onder meer in Antwerpen. Hij heeft toen de naam van Viktor Bout genoemd en diens activiteiten aangeklaagd (Stuk nr. 2-942/2).

Voor een antwoord op die elementen in mijn tweede vraag verwees de minister van Binnenlandse Zaken me op 8 februari 2011 naar u. Ze had het over een dossier dat in 1997 was geopend en in 2006 was geseponeerd. Ik ben niet ingewijd in de geheimen van justitie; daarom kunnen mijn vragen misschien ongepast lijken, waarvoor mijn excuses. Ik zou willen weten op welke feiten dat dossier betrekking had: witwassen van geld, handel (welke handel: wapens, drugs, diamanten, andere zaken). Werd op basis van dat dossier, of van een ander dossier, een internationale klacht ingediend? Is het een normale procedure dat het dossier in 2006 is geseponeerd, hoewel het onderzoek van Interpol dat in 2002 op basis van dat dossier werd opgestart, pas in 2008 tot de arrestatie van de heer Bout heeft geleid, dus voor zover ik weet op basis van een dossier dat in België als afgedaan werd beschouwd? Op basis van welke elementen is het dossier geseponeerd? Beschikt u over andere informatie over eventuele activiteiten van Viktor Bout in België en over de elementen van het Amerikaanse gerecht over die eventuele Belgische activiteiten?

Antwoord ontvangen op 14 maart 2011 :

Ik kan het geachte lid meedelen dat de procureur des Konings te Brussel in 1997 een gerechtelijk onderzoek had gevorderd lastens de heer Victor Bout als dader of mededader, wegens witwassen van geld in het kader van een vereniging met het oogmerk om misdaden te plegen en van een criminele organisatie. In 2007 heeft de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel de strafvordering vervallen verklaard wegens verjaring van de feiten.

Dat dossier beoogde geen tenlastelegging wegens handel in wapens, drugs, diamanten of andere voorwerpen.

Er is geen ander strafdossier met betrekking tot de heer Victor Bout geopend.