Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1254

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 8 februari 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Personen met een handicap - Arbeidsparticipatie - Evolutie - Maatregelen

officiële statistiek
gehandicapte
integratie van gehandicapten
werknemer met een beperking
gereserveerde arbeidsplaats
overheidsadministratie

Chronologie

8/2/2011Verzending vraag
5/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1242
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1243
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1244
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1245
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1246
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1247
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1248
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1249
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1250
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1251
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1252
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1253
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1255
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1256
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1257
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1258
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1259
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1260
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1261
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1262
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1263

Vraag nr. 5-1254 d.d. 8 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 2006 engageert de federale regering zich om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap te verhogen. Om deze doelstelling kracht bij te zetten en te concretiseren, werd bij wijze van het koninklijk besluitvan 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in sommige federale overheidsdiensten, bepaalt dat tegen het jaar 2010 elke federale overheidsdienst 3 % van de betrekkingen voorziet voor personen met een handicap.

Uit een studie van Het Business & Disability Forum blijkt dat er nog te veel discriminatie bestaat op de werkvloer ten aanzien van mindervaliden. De (federale) overheid zou hierin een voortrekkersrol moeten spelen. Jammer genoeg gebeurt dit absoluut onvoldoende. Sinds 2009 ziet de Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt toe op de doelstelling van 3 %. In het eerste evaluatieverslag (2009) van de Commissie valt te lezen dat de tewerkstellingsgraad van personen met een handicap slechts 0,9 % bedraagt, met andere woorden ruim onder het quotum van 3 %.

De Vlaamse overheid strandde met 1,1 % nauwelijks hoger. Dramatische cijfers, aangezien dit in het niets verzinkt in vergelijking met de 10 % gehandicapte personen in de totale bevolking. Bovendien valt er nog een zeer lange weg af te leggen als we het streefcijfer van 4,5 % tegen 2015 willen halen. Deze richtcijfers werden vooropgesteld in het kader van het Gelijkekansenbeleid, maar worden op deze manier zelfs niet benaderd.

De overheid zou in deze kwestie het voortouw moeten nemen, de diversiteit op de werkvloer verhogen en de negatieve stereotypen doen verzwakken, door hier sterk op in te zetten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel mensen met een handicap werken in de verschillende federale overheidsdiensten en de instellingen die onder uw bevoegdheid vallen? Hoeveel bedraagt hun aandeel in het totale personeelsbestand? Hoeveel bedroeg dit cijfer in 2006?

2) Hoeveel mensen met een handicap werden aangeworven in de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010? Graag kreeg ik een opsplitsing naar de verschillende overheidsdiensten en kwalificatieniveau van de personen.

3) Denkt u de komende jaren terrein goed te maken met het oog op de vooropgestelde doelstellingen?

4) Voorziet u maatregelen zoals bijvoorbeeld een specifiek wervingsreserve, aanpassingen van de arbeidsomstandigheden, doelgerichte wervingscampagnes en dergelijke meer?

5) Welke maatregelen worden er genomen indien blijkt dat bepaalde overheidsdiensten onvoldoende werk maken van de aanwerving van personen met een handicap?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2011 :

1. Het koninklijk besluit van 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt voorziet in de oprichting van een begeleidingscommissie bij de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken (Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt (BCAPH)). Deze commissie dient jaarlijks de inspanningen te evalueren die worden geleverd door elke overheidsdienst met betrekking tot de verplichting om personen met een handicap tewerk te stellen ten belope van 3 % van zijn effectief.

Op 31 december 2009 werd door de BCAPH de eerste evaluatie gedaan; het tewerkstellingspercentage van personen met een handicap in de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O bedroeg 3,59 %. Op 31 december 2010 bedroeg het 3,38 %. Wij beschikken niet over de gegeven cijfers met betrekking tot het jaar 2006.

2. Wat betreft de FOD P&O :

2008 : 1 niveau B ;

2007 : 1 niveau B ;

2010 : 1 niveau D.

Alle anderen zijn in dienst getreden voor 2006.

3. Ingevolge de enquête die in 2009 gerealiseerd werd, heeft de BCAPH een reeks aanbevelingen geformuleerd. Deze aanbevelingen worden weergegeven op de pagina’s 38 tot 42 van het evaluatieverslag 2009 van de Commissie, die geraadpleegd kunnen worden op Fedweb www.diversiteit.belgium.be, onder de rubriek ‘Publicaties.’

4. Wat betreft de werving voorziet Selor in redelijke aanpassingen voor de gewone selecties, zodat een handicap de deelname aan de tests niet belet. De geslaagden voor een selectie kunnen ervoor kiezen in een afzonderlijke wervingsreserve geplaatst te worden waaruit de organisaties zonder enige tijdslimiet kunnen putten en dit indien de gezochte profielen overeenkomen met de beschikbare profielen (koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage). Die dubbele lijst van geslaagden voor de federale selecties (en voor sommige selecties van de gewesten en gemeenschappen) geeft kandidaten met een handicap immers een extra kans om te worden aangeworven. De verschillende FOD’s kunnen in het kader van een aanwerving prioriteit geven aan die lijst, met inachtneming van de rangschikking van de geslaagden op de lijst. Die reserve is onbeperkt in tijd. De FOD P&O doet bij zijn selecties systematisch een beroep op deze specifieke lijst.

Via de diversiteitskanalen “handicap” kan Selor zijn vacatures verspreiden en personen met een handicap beter en gericht bereiken, om hun deelname aan selecties, georganiseerd door de federale overheid, te verhogen. Selor heeft een database met meer dan 500 partners en verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen.

Selor is ook de stichtende partner van ‘Wheelit’. De missie van Wheelit is vacatures publiceren die geschikt zijn voor personen met een handicap en de grootste cv-theek voor personen met een handicap van België creëren.

5. De BCAPH heeft de mogelijkheid om, in geval van een negatief proces-verbaal, enkele aanbevelingen te doen conform artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 maart 2007. Deze bepaling voorziet bij een niet-naleving van de geldende reglementering, in een blokkering van de aanwervingen ten belope van een aantal dat niet hoger mag liggen dan het verschil tussen het aantal personen met een handicap in dienst berekend in voltijdse equivalenten en het aantal dat overeenstemt met het in het koninklijk besluit vastgestelde percentage.

Vandaag is nog geen enkele aanbeveling van dat type uitgevoerd. De eerste gegeven cijfers werden verzameld door de BCAPH in het begin van het jaar 2010, en het tweede jaarlijkse rapport, gebaseed op de cijfers van wordt momenteel uitgewerkt. De BCAPH zal slechts in staat zijn een vacaturestop aan te bevelen eenmaal ze zinvolle vergelijkingen zal hebben gemaakt over meerdere jaren. De BCAPH verkiest eerder een aanmoedigings- dan een sanctiepolitiek.