Schriftelijke vraag nr. 5-1195

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Verkeersveiligheid - Bob-campagne 2010-2011 - Resultaten - Vergelijking met de voorgaande jaren

verkeersveiligheid
alcoholisme
politiecontrole
bewustmaking van de burgers
ongeval bij het vervoer
officiële statistiek

Chronologie

Vraag nr. 5-1195 d.d. 4 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een eerdere vraag om uitleg ondervroeg ik de minister van Binnenlandse Zaken over de resultaten van de recente Bob-campagne van 26 november 2010 tot 10 januari 2011. Ik mocht me, met de geachte staatssecretaris, verheugen in het resultaat, namelijk het laagste percentage positieve tests ooit geregistreerd sinds de start van de Bob-campagnes in 1995. De geachte staatssecretaris was op dat moment nog niet bij machte om te antwoorden op de vraag naar het aantal verkeersongevallen in deze periode, om zo eventueel te bevestigen dat er tijdens de Bob-campagnes minder verkeersongevallen plaatsvinden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel ongevallen vonden plaats gedurende de Bob-eindejaarscampagne 2010-2011 en hoeveel slachtoffers waren er (doden en gewonden)?

2) Hoe verhoudt dit aantal zich tot de ongevallen tijdens de eindejaarscontroles in de periode 2001-2010? Hoe duidt de geachte staatssecretaris deze cijfers en ontwikkelingen en welke conclusies kan men hieruit trekken?

3) Kan hij een direct en empirisch onderbouwd causaal verband leggen tussen de Bob-campagnes en het aantal en de ernst van de verkeersongevallen tijdens de periodes van deze campagnes? Zo ja, welk effect is er en komt dit tegemoet aan het beoogde en gewenste effect?

Antwoord ontvangen op 4 maart 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden :

Hieronder worden de tabellen met ongevallencijfers tijdens de eindejaarscampagnes weergegeven (vanaf 2003 - cijfers FedPol/ CGOP/B).

De cijfers met betrekking tot de dodelijke slachtoffers bevatten enkel de doden ter plaatse en niet de doden 30 dagen.

Er werd een opsplitsing gemaakt tussen de vaststellingen uitgevoerd door de federale en de lokale politie. Voor wat de lokale politie betreft, zijn deze cijfers gebaseerd op tellingen uit het PV-register ongevallen, met afsluitingsdatum 27 januari 2011. Voor de ongevallen vastgesteld door de federale politie werd er gebruik gemaakt van de verkeersongevallenformulieren; hiervoor kunnen nog geen resultaten aangeleverd worden voor de laatste Bobcampagne.

Het aantal doden tijdens de eindejaarscampagnes is de laatste 7 jaar spectaculair gedaald. De cijfers van ongevallen met lichamelijk letsel en van zwaargewonden zijn in diezelfde periode ook gedaald, maar in mindere mate en enkel voor de lokale politie.

Doorheen de jaren vonden er overigens ook minder dodelijke ongevallen plaats (1 213 doden 30 dagen in 2003 tegenover 777 doden ter plaatse tussen november 2009 en oktober 2010, verkeersveiligheidsbarometer Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV)). Het is dan ook moeilijk om conclusies te trekken voor de Bobcampagnes alleen.

De Bobcampagne heeft in principe wel een impact op de subjectieve pakkans, en die heeft normaliter een impact op het percentage bestuurders dat rijdt onder invloed van alcohol. Het is in fine dat percentage positieve bestuurders dat in rechtstreeks verband staat met het aantal verkeersongevallen en –slachtoffers. Hoewel er geen direct causaal verband vast te stellen is tussen het begin van de keten (de Bobcampagne) en het einde van de keten (het aantal ongevallen), betekent dat niet dat de Bobcampagne geen effect heeft op de tussenschakels (subjectieve pakkans en het percentage positieve bestuurders). Er zijn echter geen gegevens voorhanden om dat effect te staven.

Alleszins kan worden vastgesteld dat het percentage bestuurders dat naar aanleiding van een ongeval wordt gecontroleerd hoger is gedurende de Bobcampagne dan erbuiten. De objectieve pakkans bij een ongeval is dus beduidend groter.