Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11382

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 april 2014

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

HIV/aids-patiënten - Medische regularisatie - Procedure - Dienst Vreemdelingenzaken - Brief van artsen aan Kamer en Senaat

aids
politiek asiel
illegale migratie
Dienst Vreemdelingenzaken
asielzoeker

Chronologie

22/4/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11382 d.d. 22 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een brief aan alle leden van de Kamer en de Senaat uitten meer dan honderd artsen (gespecialiseerd in de behandeling van aids/HIV) hun bezorgdheid over de praktijken bij de Dienst Vreemdelingenzaken met betrekking tot de procedure voor medische regularisatie van aids/HIV patiënten.

Ze stellen onder meer dat :

- De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) motiveert de beslissingen zeer slecht. De dienst stelt steeds dat behandeling in het land van oorsprong mogelijk is omwille van de aanwezigheid van een sociaal systeem en dat de toegang ertoe is voorzien. Dit strookt vaak niet met de waarheid, aangezien het hier vaak om zeer arme landen gaat. Bovendien verwijst de Dienst naar dubieuze bronnen of maakt gebruik van bronnen die niet eens openbaar zijn (MedCOI), in plaats van gebruik te maken van officiële rapporten van internationale organisaties (WHO, UNAIDS,…).

- De procedures kennen geen tegenspraak en verlopen bijna geheel schriftelijk. Er is dus schier geen communicatie mogelijk met de adviserende artsen van de Dienst Vreemdelingenzaken, noch door de aanvrager, noch door zijn advocaat of door de handelende geneesheer. Dit gebrek aan transparantie doet bij deze betrokkenen vermoeden dat de adviserende artsen hun beslissingen helemaal niet zo onafhankelijk nemen, en dat er omtrent medische regularisatie interne, niet openbare richtlijnen bestaan.

- De artsen klagen tevens aan dat de patiënten die in de juridische mallemolen terechtkomen van een asiel- of regulariseringprocedure, de nodige zorg ontberen door het voortdurende wisselend statuut (met bijhorende rechten). De zieke persoon komt daardoor terecht in een kwetsbare situatie zonder materiële opvang, zonder recht op werk, zonder recht op sociale bijstand. Door deze situatie belanden ze in een groot materieel en psychologisch lijden, wat de medische behandeling bemoeilijkt en ethisch onverantwoord is.

- Sommige patiënten die op basis van medische redenen werden geregulariseerd, zien hun verblijfskaarten plots ingetrokken worden terwijl hun ziekte niet evolueerde sinds de datum van hun regularisatie. De grond voor de medische regularisatie is dus niet vervallen, maar toch wordt hun verblijfsrecht ingetrokken.

Hierover de volgende vragen:

1) Begrijpt de geachte staatssecretaris de kritiek van deze artsen op de manier waarop de DVZ haar weigeringen motiveert in het kader van de medische regularisaties van aids/HIV patiënten? Op welke wijze wordt bepaald of een land of regio een toegankelijk sociaal systeem heeft en dus dat de patiënt er zeker terecht kan voor zorg? Welke paramaters worden er daarbij gebruikt? Wordt dit geval per geval bekeken naargelang de ziekte en draagkracht van de patiënt of bestaat er een soort van algemene lijst van landen met een "sociaal systeem"?

2) Begrijpt zij de kritiek met betrekking tot het gebruik van bronnen? Klopt het dat de DVZ haar beslissingen motiveert op basis van bronnen die niet openbaar toegankelijk zijn? Bestaan er richtlijnen en vereisten met betrekking tot het gebruik van bronnen? Kan er geen methode ontwikkeld worden waarbij enkel officiële en verifieerbare bronnen worden aangewend? Zal de geachte staatssecretaris dit onderzoeken?

3) Klopt de bewering dat het haast onmogelijk is om een direct contact te onderhouden met een adviserende geneesheer van de DVZ? Ook niet voor een behandelend geneesheer? Hoe verklaart de geachte staatssecretaris dit? Zal zij iets ondernemen om deze praktijk te wijzigen? Zo neen, waarom niet?

4) Kan zij mij absoluut verzekeren dat er geen interne, niet openbare richtlijnen bestaan die worden aangewend door of opgelegd aan de adviserende geneesheren van de DVZ bij de beoordeling van dossiers inzake medische regularisatie?

5) Onderkent de geachte staatssecretaris het probleem waarbij patiënten terechtkomen in een kwetsbare situatie omwille van de juridische limbo waarin ze zich bevinden gedurende de verschillende procedures? Gaat zij akkoord dat dit een gedegen medische behandeling bemoeilijkt? Is zij bereid om te onderzoeken hoe men voor mensen met een ernstige aandoening een sterkere continuïteit kan aanbieden inzake behandeling en opvang zolang er geen definitieve beslissing is gevallen?

6) Klopt het dat de DVZ verblijfskaarten intrekt van sommige patiënten die op basis van medische redenen werden geregulariseerd, maar waarvan de ziekte niet evolueerde sinds de datum van hun regularisatie? Hoe verklaart de staatssecretaris dit? Zal zij dit onderzoeken?

7) Volgens deze artsen was er een afspraak tussen hen en de staatssecretaris of de DVZ om deze problematiek op verschillende vergaderingen te bespreken. Maar deze vergaderingen blijken echt een maat voor niets aangezien de DVZ op geen enkele manier ingaat op problemen met individuele dossiers. Maar deze individuele dossiers vormen juist de bewijsstukken bij het aankaarten van de algemene problematieken. Is de staatssecretaris bereid om samen met de DVZ samen te zitten met deze artsen en om deze zaken in volledige transparantie uit te klaren?