Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11323

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 april 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Somaliland - Democratische ontwikkeling - Leerproces - Verkiezingen van 25 mei 2014 in België - Uitnodiging van waarnemers

Somalië

Chronologie

2/4/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11323 d.d. 2 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wikipedia zegt het volgende over Somaliland: officieel geclaimd als Republiek Somaliland, is een de facto onafhankelijk land op het territorium van Somalië en volgt de grenzen van het vroegere Brits-Somaliland. Somaliland ligt in de Hoorn van Afrika en grenst aan Djibouti, Ethiopië en het eveneens op het territorium van Somalië gelegen Puntland en aan de Golf van Aden. Het inwonersaantal wordt geschat op 3,5 miljoen inwoners. Na een onafhankelijkheidsstrijd van de SNM (Somali National Movement) verklaarde Somaliland zich in 1991 na de val van het regime in Somalië onafhankelijk. Als zelfstandig land heeft Somaliland zich stabiel, vredig en democratisch ontwikkeld. Hoewel Somaliland al sinds 1991 de facto onafhankelijk is, wordt het nog altijd door geen enkel land erkend. In 2001 hoopte de republiek haar afscheiding van Somalië met een referendum officieel te maken, waarmee de onafhankelijkheid werd bevestigd. Somaliland streeft dan ook naar internationale erkenning.

In functie van een verdere democratische ontwikkeling is het van groot belang dat de bestuurlijke kader van dit opmerkelijk succesvolle land - in een regio die daar zeker niet voor bekend staat - de concrete werking van de democratie ook in de praktijk leren kennen. Het opdoen van realistische ervaringen bij het organiseren van verkiezingen staat daarbij ongetwijfeld centraal. In deze context zou het meer dan een belangrijke dienstverlening van ons land zijn om bij de verkiezingen van 25 mei e.k. een delegatie van Somaliland als waarnemer uit te nodigen. Uiteraard zijn deze waarnemers niet zoals meestal, gericht op het controleren van het democratische gehalte; wel op de organisatorische aanpak van deze verkiezingen. Als leerproces kan zo'n waarnemingservaring sterk bijdragen aan de verdere hoopvolle democratische en vreedzame ontwikkeling van dit land.

Hierbij de volgende vragen.

1) Beaamt de geachte minister dat België met betrekking tot het organiseren van democratische verkiezingen niet alleen een lange maar ook een rijke ervaring opbouwde en dat zeker het gebruik van informatica in de verschillende fasen van verkiezingen al in een zeer ver gevorderd stadium verkeert?

2) Vindt zij dat ons land in deze zaken een didactische en vormende rol moet opnemen ten opzichte van landen die nog volop in een hoopvol proces van democratisering verkeren?

3) Is de geachte minister bereid om een delegatie van Somaliland uit te nodigen naar aanleiding van de Europese, federale en regionale verkiezingen op 25 mei 2014, dit in functie van een leerproces met betrekking tot het organiseren van verkiezingen en deze delegatie via een goede begeleiding en doelgerichte ervaring te informeren over methodes, systemen, probleemoplossingen enz.?