Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11242

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 14 maart 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

NH90 helikopters - Bevindingen van partnerlanden - Nato Helicopter Management Agency - Overleg - Impact - Continuïteit van de kustbewaking en van de reddingsopdrachten op zee

helikopter
gevechtshelicopter

Chronologie

14/3/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord

Vraag nr. 5-11242 d.d. 14 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De nieuwe militaire helikopter NH90 kampt luidens de Nederlandse minister van Landsverdediging met "bovenmatige corrosie en slijtage". Dat is gebleken na inzet van de helikopter voor de kust van Somalië en in het Caribische gebied.

De corrosie en slijtage die zijn aangetroffen, zijn groter dan op grond van de ouderdom van de helikopter, het aantal vlieguren en ervaringen met andere maritieme helikoptertypen zou mogen worden verwacht", luidens een officieel schrijvan van de Nederlandse minister van Landsverdediging aan de Tweede Kamer. De slijtage wordt veroorzaakt door ontwerpfouten, assemblagefouten en incomplete onderhoudsinstructies.

De brief van de minister aan de Tweede Kamer windt er geen doekjes om: "Het is dan ook waarschijnlijk dat zich soortgelijke problemen (corrosie en slijtage) zullen voordoen bij de andere NH90 helikopters die aan boord van schepen worden ingezet.".

Alle NH90 landen binnen het Navo partnerschap werden door Nederland hieromtrent geïnformeerd. Ook in Frankrijk doen zich gelijkaardige problemen voor, aldus datzelfde officiële schrijven van de Nederlandse minister. Nederland onderzoekt of het de geconstateerde ontwerp- en fabricagefouten op de fabrikant kan verhalen.

Ook ons land bestelde acht van deze toestellen waarvan vier dienen ter vervanging van de Sea Kings. Het spreekt voor zich dat toestellen die permanent op zee worden ingezet dienen bestand te zijn tegen corrosie (roest). Deze berichtgeving is dan ook bijzonder onrustwekkend. De kritiek op de nieuwe NH90-helikopters is niet nieuw. De NH90 werd al in 2011 "te zwaar, te klein, en slechts beperkt inzetbaar" genoemd door onder meer de Nederlandse en Duitse krijgsmacht. De helikopters zouden minder gewicht en dus minder militairen kunnen meenemen en ook landen op een fregat zou niet lukken.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) Heeft u reeds berichtgeving van andere landen hieromtrent ontvangen? Ik verwijs naar de NH90 partnerlanden en in casu Frankrijk en Nederland?

2) Werden er reeds andere problemen via het Nato Helicopter Management Agency of de NH90 partnerlanden ontvangen zoals geluidshinder of andere problemen wat betreft ontwerp en fabricage?

3) Hoe reageert u op de stelling van de Nederlandse minister dat, en ik citeer: "De omvang van het probleem noopt tot een nieuwe analyse van de beschikbaarheid van de helikopters"?

4) Kan u meer in het bijzonder oplijsten welke de impact is op:

- de gevolgen voor het introductieschema van de NH90;

- De gevolgen voor de beschikbaarheid van de NH90 voor operationele inzet;

- De gevolgen voor gereedstelling en opleiding & training;

- Alternatieven om de helikoptercapaciteit zoveel mogelijk te handhaven;

- De gevolgen van het toegenomen onderhoud aan de helikopters;

- De financiële gevolgen;

- De juridische gevolgen, onder meer met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid.

5) Hoe wordt de continuïteit van de kustbewaking en reddingsoperaties op zee gegarandeerd gezien de Sea Kings tot op de draad versleten zijn en hun levensduur niet meer kan worden verlengd en gezien de oplevering van de NH90 mogelijks zware vertraging oploopt of zelfs erger?

5) Gaat u terstond overleggen met de NH90 partnerlanden en desgevallend samen met Nederland de mogelijke meerkost desgevallend samen verhalen op de fabrikant? Kan u toelichten naar specifieke contacten, inhoud en timing toe?

Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord op de mondelinge parlementaire vragen nr 22724 - 22728 – 22737 – 22738 en 22748 behandeld in de commissie 2 april 2014 (CRABV53COM968).