Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11240

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 14 maart 2014

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Bouwwerken - Infrastructuurwerken - Geraamde kostprijs - Overschrijdingen - Kostbeheersing - Garanties - Station van Bergen - Station van Luik Guillemins

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
bouwkosten
spoorwegstation
bouwnijverheid

Chronologie

14/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11240 d.d. 14 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Niemand kijkt nog raar op bij een bericht dat de uiteindelijke kostprijs bij het bouwen of verbouwen van een overheidsgebouw tomeloos en mateloos de oorspronkelijk geraamde kostprijs overtreft. De illustraties hierbij zijn hallucinant, zeker bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Zo werd de bouw van het station van Bergen oorspronkelijk geraamd op 37 miljoen euro en uiteindelijk afgeleverd tegen een kostprijs van 150 miljoen euro, kortom een overtreffende trap met 305 %. Het station Guillemins in Luik werd gegund voor 150 miljoen euro en kwam uiteindelijk beschikbaar tegen de som van 312 miljoen euro, dus een prijstoename met 108 %.

Er staan bij de NMBS uiteraard - en gelukkig - permanent grote infrastructuurwerken geprogrammeerd, waarbij de vanzelfsprekende vraag rijst hoe onze gemeenschap zich kan beschermen tegen dergelijke kolderieke maar tegelijkertijd ook onaanvaardbare overschrijdingen van gegunde bouwwerken.

1) Hoe verklaart de geachte minister dat de NMBS, zo illustreren de stations van Bergen en Luik, er zo moeilijk of niet in slaagt om gegunde bouwwerken te laten afhandelen tegen de gegunde kostprijs?

2) Waar liep en loopt het fout, wie draagt daarvoor de aansprakelijkheden en staat de NMBS, bij uitbreiding onze gemeenschap, dan helemaal machteloos in dit spel van meerwerken, onvoorziene omstandigheden, nukken van charismatische architecten en andere calamiteiten enz.?

3) Heeft de NMBS ondertussen een systeem ontwikkeld om deze onbeheersbare ontsporing van geraamde kostprijzen te beheersen? Zo ja, kan de geachte minister dit illustreren door recente voorbeelden van grote bouw/verbouwwerken? Waar liggen de oorzaken van deze goede voorbeelden? Zijn er ook recente slechte voorbeelden, waar de NMBS weerom werd geconfronteerd met substantiële verhogingen van uiteindelijke kostprijzen?

4) Hoe verklaart de geachte minister deze "slechte" voorbeelden? In welke mate is hij tevreden met de wijze waarop de NMBS met deze dossiers omgaat? Kan hij de huidige aanpak als adequaat, efficiënt en vooral effectief bestempelen?