Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11121

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 13 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Pakistan - Ahmadiyyagemeenschap - Vervolging

Pakistan
islam
discriminatie op grond van godsdienst

Chronologie

13/2/2014Verzending vraag
5/5/2014Antwoord

Vraag nr. 5-11121 d.d. 13 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Ahmadiyyagemeenschap werd als moslimgemeenschap opgericht in 1889 door Hadhrat Mirza Ghulam Ahmad, met als doelstelling een nieuwe perspectief op de islam te bieden. Daarin staan de begrippen trouw, vrijheid, gelijkheid, respect en vrede centraal. Daarmee geeft de Ahmadiyyagemeenschap een uiterst vredelievende invulling aan de islam. Hun religieuze overtuiging botst geenszins met het burgerlijk gezag, want ze stelt eveneens als principe dat de liefde voor en trouw aan het land waar men verblijft deel uitmaken van hun geloof. Daarnaast beklemtonen zij de vrijheid van geloof, waarbij iedereen vrij is om het geloof van zijn keuze te belijden. Wereldwijd zijn er enkele honderden miljoenen Ahmadiyyavolgelingen, in België enkele duizenden. Hun Belgische zetel, actief sinds 1985, bevindt zich in Dilbeek en weldra komt er een moskee in Ukkel.

Precies die vredelievende, open en rustige interpretatie, wars van geweld en dwang, maken de Ahmadiyyagemeenschap niet overal even geliefd. Vooral in Pakistan worden de Ahmadiyyavolgelingen virulent vervolgd.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de Belgische diplomatie op de hoogte van de virulente vervolging van de Ahmaddyyagemeenschap in Pakistan?

2) Kan de Belgische diplomatieke aanwezigheid in Pakistan deze rabiate vervolging bevestigen?

3) Is de geachte minister bereid om de Pakistaanse ambassadeur in België bij zich te roepen en hem daaromtrent het duidelijke protest van de Belgische overheid kenbaar te maken?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2014 :

1) De situatie van de Ahmadiyya gemeenschap in Pakistan wordt opgevolgd en maakt het voorwerp uit van regelmatige rapportage. Het voorbije jaar was de situatie van de Ahmadi-moslims zonder twijfel bij gebrek aan flagrante feiten (althans in vergelijking met de globale veiligheidssituatie in het land en de toestand van andere minderheden) niet het voorwerp van internationale aandacht, maar ze blijft precair. Dit kwam tot uiting naar aanleiding van de parlementsverkiezingen in mei 2013 toen tal van Ahmadi-moslims geweerd werden en hun democratische rechten geschonden werden. Dit werd duidelijk vermeld in het rapport dat de EU Verkiezingswaarnemingsmissie opstelde en aan de Pakistaanse regering bezorgde.

2) In het kader van onze mensenrechtendialoog, die in EU-verband gebeurt, wordt de toestand van de Ahmadi-moslims, evenals de situatie van andere minderheden, wanneer gepast bij de Pakistaanse autoriteiten aangekaart, onder meer in het kader van het ondersteunen van vrijheid van godsdienst of overtuiging. Er bestaat overigens een aparte vermelding van de situatie van de Ahmadis in de EU mensenrechten strategie voor Pakistan.

3) Gezien de mensenrechtendialoog in Islamabad ook de toestand van de Ahmadi-moslims omvat en de Pakistaanse regering zich duidelijk bewust is van de Europese, alsook Belgische, bezorgdheid in dit kader, is het op dit moment en gezien de globale relaties met Pakistan niet opportuun om de ernstige diplomatieke stap te zetten om de Pakistaanse Ambassadeur in Brussel hierover te convoceren. Zo'n type maatregel is trouwens verbonden met actualiteitsdossiers en vaak in overleg met onze Europese partners.