Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11112

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 13 februari 2014

aan de minister van Justitie

de haalbaarheid om alle straffen vanaf vier maanden uit te voeren

voltrekking van de straf
strafgevangenis
gevangenispersoneel

Chronologie

13/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4679

Vraag nr. 5-11112 d.d. 13 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het bericht klonk triomfantelijk, want na decennia van klaagzangen over een tekort aan plaatsen in de gevangenissen, toenemende straffeloosheid en grote miserie in overbevolkte, onaanvaardbaar onhygiënische penitentiaire instellingen… leek plots de zon door de wolken te breken. Een zelfbewuste en blije minister van Justitie verkondigde zonder terughoudendheid dat Justitie nu, vanaf 1 februari 2014, alle straffen vanaf vier maanden zal kunnen uitvoeren. De minister deed haar indrukwekkende verklaring steunen op een opeenstapeling van positieve feiten, waaronder vooral veel meer enkelbanden en bijkomende gevangenissen. Een “hip hip hoera” galmde over ons land.

Zoals gewoonlijk liet een stoorzender in die wolk van euforie amper op zich wachten. Nog echoden de straffe uitspraken, of een vakbond reageerde verbaasd en onderkoeld. Cruciaal in die bijzonder kritische commentaar staat een onoverkomelijk tekort aan personeel om al die beloften enigszins volgens plan uit te voeren. In de reactie werden de basisargumenten van de minister systematisch ontkracht. Zo is het onmogelijk dat de overbevolking in de Belgische gevangenissen plots zou verdwijnen - de toestand is dermate hopeloos dat zelfs een mirakel niet zou helpen. Daarnaast problematiseert de vakbond ook de ruim 50 miljoen euro die ons land jaarlijks betaalt aan de Nederlanders voor opvang van gevangenen in Tilburg. Er wordt geopperd dat Tilburg wel eens zou kunnen sluiten… wat meteen onoverzichtelijke problemen in ons land zou teweegbrengen.

Dat tumult, enkele maanden voor de verkiezingen, maakt het steeds moeilijker om in dit soort tegenstrijdige berichten de waarheid te ontdekken. Vandaar volgende vragen.

Hoe weerlegt de minister de kritiek van een vakbond op haar belofte om vanaf 1 februari 2014 alle straffen vanaf vier maanden effectief te kunnen uitvoeren? Zijn de twijfels van die vakbond, onder andere over de onbeheersbare overbezetting van de gevangenissen, een hoge kost van de uitbesteding aan Tilburg en het niet meteen te lenigen personeelstekort niet valabel en stammen ze uit het rijk van de vakbondsfantasieën? Of duwen de vakbonden terecht op een pijnlijke plek en moet de minister haar publieke belofte nuanceren, rekening houdend met de overbezetting en het personeelstekort? Hoe komt het dat de minister bij dit soort belangrijke, uiterst significante beloften, niet bij voorbaat de belangrijkste stakeholders, zoals de vakbonden, in een consensus kan verenigen? Hoe schat de minister de reactie van de bevolking in, niet alleen nu die beloften meteen in twijfel worden getrokken maar vooral indien vanaf 1 februari zal blijken dat de toezeggingen niet kunnen worden uitgevoerd?