Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11033

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de tweetaligheid van de werknemers van de Koninklijke Muntschouwburg

tweetaligheid
dramatische kunst
taalgebruik

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4409

Vraag nr. 5-11033 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Niettegenstaande de hoge juridische status van de taalwetten - ze zijn van openbare orde - blijkt de federale overheid niet bij machte om haar eigen wetten te laten naleven bij de Muntschouwburg, een federale instelling waarvoor ze nochtans bevoegd is. Vele Brusselse federale culturele instellingen rekruteren heel wat niet-Nederlandskundige werknemers. Bij de loketfuncties worden vaak Nederlandsonkundigen ingezet. Vlamingen krijgen in hun hoofdstad vaak geen correcte behandeling. Ook bij de verschillende federale culturele instellingen legt men zich blijkbaar neer bij die situatie en werkt men op die wijze in de illegaliteit.

Daarover de volgende vragen.

1. Hoeveel Nederlandskundige en Nederlandsonkundige werknemers werken bij de Koninklijke Muntschouwburg? Hoe evolueerden die aantallen en hun verhouding sinds 2001?

2. Beaamt de minister dat inzake Nederlandskundigheid een ernstig probleem rijst bij het personeel, inzonderheid het loketpersoneel, van deze instelling? Zo neen, met welke argumenten ontkent zij dat? Zo ja, hoe evalueert en duidt zij dat probleem en de evolutie ervan in het voorbije decennium?

3. Hoe ligt de taalverhouding bij de loketfuncties bij de instelling? Hoe is het mogelijk dat Nederlandsonkundige werknemers hier toch loketfuncties uitoefenen? Wat doet de overheid om die wettelijke verplichting en elementaire vorm van beleefdheid te waarborgen? Geeft deze federale instelling premies aan twee- en meertalige werknemers? Hoe definieert men in deze context de twee- en meertaligheid? Hoeveel bedragen de premies? Wie controleert de kennis van de tweetaligheid? Welke inspanningen leverden de minister en de regering om ervoor te zorgen dat het personeel van de Koninklijke Muntschouwburg de taal van de meerderheid van de inwoners van dit land machtig is? Worden er taalcursussen georganiseerd? Gaat een verplicht taalexamen vooraf men aan de definitieve indienstneming? Wat onderneemt de minister op korte termijn om aan die onaanvaardbare situaties een einde te stellen?