Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11032

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

het tekort aan psychiaters

psychiatrie
dokter
tekort aan arbeidskrachten

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
13/2/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4406

Vraag nr. 5-11032 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Jaarlijks kiezen steeds minder artsen voor de specialisatie als psychiater. Ondertussen kreunt de samenleving onder een steeds groter en acuter tekort aan psychiaters. Naarmate de geestelijke gezondheid alsmaar meer patiënten en cliënten trekt, daalt de beschikbaarheid van deze specialisten. Het is opvallend dat deze neergaande trend zich eerder andersom manifesteert bij de psychologen, ook de klinisch-psychologen. Verklaringen hierbij wijzen onder andere op de minder verdiensten van psychiaters in vergelijking met andere artsen-specialisten.

Hierover de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister het acute en toenemende tekort aan psychiaters?

2) Hoe verklaart zij dit groeiende tekort, welke oorzaken kan zij duiden en verklaren?

3) Over welke mogelijkheden en instrumenten beschikt zij om het beroep van psychiater meer aantrekkelijk te maken? Heeft zij hieromtrent al plannen of ideeën? Zo ja, welke en voor wanneer? Zo niet, is zij bereid om hieromtrent snel werk te maken?

Antwoord ontvangen op 13 februari 2014 :

In zover ik weet is er geen wetenschappelijke noch een andere algemeen aanvaarde definitie van een tekort of een teveel aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Voor België hanteer ik daarom de quota uit het koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod ( koninklijk besluit van 12 juni 2008, gewijzigd met het koninklijk besluit van 12 juni 2010) als richtlijn. Immers die aantallen zijn vastgelegd met de bedoeling een voldoende instroom aan artsen te voorzien om gelijke kwaliteit aan gelijke prijs van zorg te houden. Deze quota zijn gebaseerd zowel op berekeningen met toekomstprojecties, waarin meerdere parameters zijn opgenomen, als op een gedachtewisseling binnen de Planningscommissie Medisch aanbod. In die Commissie zijn meerdere instanties en groepen vertegenwoordigd, zoals onder meer de onderwijswereld, de Gemeenschappen, de beroepsorganisaties enz. 

In het betreffende koninklijk besluit zijn er maxima en minima. De minima, ook wel eens subquota genoemd, zijn de quota voor nieuwe specialisaties, zoals urgentieartsen en artsen acute geneeskunde. Er zijn ook minima voor de specialisaties waarvoor de instroom onvoldoende was in het verleden, deze zou je de knelpuntberoepen kunnen noemen, zoals huisartsen, geriaters en kinder- en jeugdpsychiaters. Voor de volwassenenpsychiaters zijn er geen minima. De Planningscommissie beschouwt hen tot op heden niet als een knelpuntberoep.  

1. Een toenemend en acuut tekort aan psychiaters 

Op basis van tabellen 1 en 2 in bijlage kunnen we vaststellen dat het totale aantal erkende psychiaters in de kinder- en jeugdpsychiatrie en in de volwassenenpsychiatrie jaar na jaar toeneemt voor beide gemeenschappen. Hun opsplitsing in leeftijdsgroepen levert bovendien geen bijzondere problemen op, behalve dat we in tabel 2 kunnen vaststellen dat de erkende geneesheren-specialisten in de volwassenenpsychiatrie die 65 jaar en ouder zijn, erg sterk vertegenwoordigd zijn in de Federatie Wallonië-Brussel, en dat voor alle jaren. Dat aandeel bedraagt elk jaar bijna 23% voor de Federatie Wallonië-Brussel. In de Vlaamse gemeenschap is dat slechts 14%. 

2. Het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de planning van het medisch aanbod, dat nog steeds van kracht is, is duidelijk op dat gebied: het voorziet een beperking van de jaarlijkse toegang tot de opleiding voor een titel van huisarts of geneesheer-specialist (art.2). Het jaar 2008 wordt beschouwd als een overgangsjaar.  

Dat besluit voorziet geen maximumaantallen voor de 19 gecontingenteerde specialisaties waaronder de volwassenenpsychiatrie. De gemeenschappen en de universiteiten hebben de mogelijkheid om meer kandidaten toe te laten voor een specialiteit die ze op een bepaald ogenblik noodzakelijker achten dan een andere. 

Tabel 3 in bijlage geeft per gemeenschap het aantal kandidaten weer die hun stage in de volwassenenpsychiatrie hebben aangevat tussen 2004 en 2010. Dat koninklijk besluit van 12 juni 2008 biedt de gemeenschappen ook de mogelijkheid om dat aantal op te trekken volgens de behoeften, als ze dat nodig achten. Dat maakt dat het contingenteringssysteem aanzienlijk eenvoudiger en flexibeler gemaakt kan worden. 

Voor de kinder- en jeugdpsychiatrie, een van de nieuwe specialisaties die bijzondere aandacht vereisen, vandaar de benaming « geïmmuniseerde of beschermde specialisaties », werden er minimumcijfers vastgesteld (art. 4, 2° van hetzelfde KB). De stageplannen worden jaarlijks opgevolgd door de Planningscommissie–medisch aanbod [cfr. De planning van het medisch aanbod in België: jaarverslagen van de Planningscommissie Medisch aanbod:
http://www.health.belgium.be/eportal/Healthcare/healthcareprofessions/Rapportannuel2006delacommissio/13856512?&fodnlang=nl
 ]

De meest recente beschikbare cijfers uit het jaarverslag 2010 van de Planningscommissie medisch aanbod ( document wordt momenteel gedrukt) leveren de volgende tabel op: 

Jaar

2008

2009

2010

Gecumuleerd totaal

Vlaamse gemeenschap

 

 

 

 

N (1)

12

12

12

 

O

10

14

9

 

Delta

-2

+2

-3

-3

Gemeenschap Wallonië-Brussel

 

 

 

 

N

 8

 8

 

O

 9

 8

 7

 

Delta

 +1

 -1

0

(1) N= contingent zoals genormeerd; O= contingent zoals geobserveerd; delta=het verschil (N-O) 

Het is belangrijk op te merken dat de gegevens uit deze tabel betrekking hebben op de stages van de kandidaten in de kinder- en jeugdpsychiatrie met Belgische diploma’s.  

Er bestaan inderdaad minima voor de kinder- en jeugdpsychiaters. Voor die minima is er geen cumulatief tekort voor de Franse Gemeenschap. Dit wil zeggen dat de aantallen over de jaren 2004 tot en met 2010 in totaal werden gehaald. Aan de kant van de Vlaamse Gemeenschap is er een cumulatief tekort van 3 over dezelfde periode.  

In dit opzicht, en om de medische disciplines waarvoor een tekort bestaat te promoten, heb ik voorgesteld om het planningssysteem te wijzigen. 

Met deze wijziging behouden we een systeem van contingentering, maar willen we er de specialismen waarvoor er tekorten zijn uithalen (huisartsengeneeskunde, kinder- en jeugdpsychiatrie, acute geneeskunde, spoedgeneeskunde, geriatrie en eventueel andere nog te bepalen specialismen). Hier zal de toegang volledig vrij zijn, zodat er een aanzuigeffect wordt gecreëerd naar deze specialismen.