Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10957

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 januari 2014

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

het stopzetten van het onderzoek van het Rekenhof naar de Fyra

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
snelvervoer
Nederland
Rekenhof (België)

Chronologie

22/1/2014Verzending vraag
5/2/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4629

Vraag nr. 5-10957 d.d. 22 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een brief aan het parlement meldt de voorzitter van het Rekenhof de stopzetting van het onderzoek naar de onregelmatigheden in het Fyra-dossier. Dit bericht zindert na, vooral omdat de voorzitter de reden geeft voor deze beslissing: onvoldoende transparantie bij de NMBS en een onwerkbare terughoudendheid om informatie te verstrekken, van zowel de NMBS als de Nederlandse autoriteiten.

Dit bericht mag niet licht worden beoordeeld. Vooralsnog is de NMBS een overheidsbedrijf dat wordt gevat door alle spelregels voor overheidsdiensten. Daarom klinkt deze beslissing, en plein public, zo verrassend en verontrustend.

Bevestigt de minister dat de voorzitter van het Rekenhof meldde te stoppen met het onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden in het Fyra-dossier omdat de NMBS en de Nederlandse autoriteiten een degelijk onderzoek onmogelijk maken door in onvoldoende mate en ook te weinig transparante informatie te verstrekken? Hoe evalueert de minister deze beslissing van het Rekenhof? Beaamt de minister mijn analyse dat dit niet aanvaardbaar is voor een overheid die zich aan de wettelijke en ethische regels van het spel wil houden? Kan de minister de argumentatie van het Rekenhof bijtreden en spelen de NMBS en de Nederlandse autoriteiten hier geen open spel? Zo ja, hoe zal de minister optreden en de NMBS verplichten tot een actieve en constructieve medewerking aan dit onderzoek? Zo niet, waar maakt het Rekenhof dan een foute analyse?

Hoe en wanneer zal de minister dit ernstige probleem aanpakken? Welke strategie kiest hij hierbij, met welke maatregelen en richtlijnen voor wie?

Antwoord ontvangen op 5 februari 2014 :

Zelf werd ik niet officieel geïnformeerd over de houding van het Rekenhof met betrekking tot het gevolg dat het wenste te geven aan de onderzoeksvraag van het Parlement met betrekking tot de Fyra. Ik heb via de pers kennis genomen met de brief van het Hof aan de Kamervoorzitter. Op gelijkaardige wijze heeft de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) me meegedeeld geen weet te hebben van enige klachten van het Rekenhof.

Dit lijkt me volstrekt normaal aangezien het Rekenhof van het Parlement afhangt en dat het initiatief om een onderzoek in te stellen ook vanuit het Parlement kwam. U zal dus begrijpen dat het me niet toekomt me uit te spreken over het feit of het Hof al dan niet beschikt over genoeg werkingsmiddelen of over de tijd die het nodig heeft om te beslissen dat er geen onderzoek wordt ingesteld.

Zoals ik er me in de Kamer toe verbonden heb, vroeg ik de NMBS mee te werken aan de parlementaire onderzoeken die zowel in België als in Nederland zouden worden geleid. Ik heb er vanaf het begin aan herinnerd dat deze transparantie echter haar belangen in de lopende processen, met name met AnsaldoBreda, niet mocht schaden. Volgens de NMBS heeft ze steeds haar medewerking verleend en documentatielijsten overgemaakt. Omdat deze zaak in België en Nederland het voorwerp van gerechtelijke procedures uitmaakt, kan de NMBS enkel inzagerecht geven en geen recht tot kopiename van de opgesomde documentatie.

Het Rekenhof kreeg dus inzagemogelijkheid. Bovendien zijn verschillende stukken beschikbaar bij een andere overheidsdienst, DVIS en bij de Procureur des Konings van Brussel.