Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10687

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 18 december 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de grenzen aan het behandelen van kanker

kanker

Chronologie

18/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4455

Vraag nr. 5-10687 d.d. 18 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele maanden geleden hoorde T.S. van zijn artsen in het Universitair Ziekenhuis van Leuven het verdict dat hij omwille vergevorderde kanker nog maar enkele weken te leven had. De patiënt legde zich niet neer bij deze boodschap en verkaste zichzelf naar een gespecialiseerde tumorkliniek in Essen, Duitsland. Ondertussen bericht T.S. dat hij het goed stelt. De reden daarvoor klinkt onthutsend: in tegenstelling tot België doen artsen er in West-Duitsland altijd hun uiterste best om de patiënt, hoe hopeloos ook, te redden… ook al druist deze behandeling in tegen de besparende regels die de regering de artsen en ziekenhuizen oplegt. Volgens T.S. gaat het hier niet alleen over de besparende maatregelen, ook over de gedrevenheid, ambitie en doorgedreven motivering van de behandelende artsen.

Geconfronteerd met deze getuigenis reageerde een Limburgs professor en oncoloog met de volgende quote: "Ik heb het gevoel dat in een aantal oncologische centra in België de strijd tegen kanker te snel wordt opgegeven. Dat is een heel onaangename tendens, maar toch gebeurt het."

De minister begrijpt dat de teneur die uit deze verhalen spreekt de reputatie van onze gezondheidszorg zwaar belast.

Hoe evalueert en apprecieert de minister de getuigenis van een kankerpatiënt die, na te zijn opgegeven in een universitair ziekenhuis, een succesvolle behandeling zocht en vond in Duitsland en daarbij vaststelde dat de Duitse artsen in alle omstandigheden en ook tegen de besparingsdirectieven in, alles blijven inzetten voor een genezing… en daarmee ook successen boeken? Wat vindt de minister van de blijkbaar door velen gedeelde mening dat Belgische artsen niet alleen te slaafs de besparingsregels volgen maar ook minder ambitieus en hardnekkig zijn in hun gevecht tegen bijv. kanker?

Welke tegenargumenten kan de minister inzetten ter bestrijding of ontkenning van deze onrustbarende diagnose van onze gezondheidszorg? Kunnen de Belgen er zeker van zijn, ondanks de duidelijke relativering door sommige experts en oncologen, dat zij ook in ons land - zoals in Duitsland - de beste, meest ambitieuze en meest effectieve zorg zullen ontvangen ingeval ze kankerpatiënt zijn of worden?