Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10654

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 18 december 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

het preventiebeleid binnen de gezondheidszorg

voorkoming van ziekten
voedingsziekte

Chronologie

18/12/2013Verzending vraag
4/3/2014Rappel
28/4/2014Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4207

Vraag nr. 5-10654 d.d. 18 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cijfers van de OESO tonen aan dat België binnen de gezondheidszorg slechts 2 % investeert in preventie, daarmee doen we het slechter dan buurland Nederland die 4,8 % investeert in zijn preventiebeleid. Met 2 % blijven we ook onder het Europees gemiddelde dat op 2,9 % staat. Een andere studie van het OESO toont echter dat preventie een zeer gunstig resultaat kan opleveren. Zo boekt het Verenigd Koninkrijk (VK) goede resultaten rond obesitas en preventie. Door een goed preventiebeleid zorgt het VK ervoor dat mensen met obesitas een hogere levensverwachting hebben.

Overgewicht is ook een groeiend probleem in België, maar aan de andere kant vinden we eetstoornissen zoals anorexia en boulimie. In hoeverre wordt hieraan aandacht geschonken binnen het preventiebeleid? Preventie is dan wel een bevoegdheid van de gemeenschappen, de OESO publiceert de cijfers voor België. Ik stel me dan ook de vraag wat de resultaten zijn voor België.

Hieromtrent heb ik enkele vragen.

1) Wat is de reactie van de minister op de bovenvermelde cijfergegevens? Kan u toelichten?

2) Aan welke gezondheidsproblemen schenken we op nationaal niveau het meeste aandacht?

3) In welke mate en op welke manier schenken we op nationaal niveau aandacht aan eetstoornissen en obesitas? Kan u toelichten?

4) Acht de minister het noodzakelijk om haar collega's op gemeenschapsniveau hierover te sensibiliseren? Waarom wel? Waarom niet?