Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10604

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 12 december 2013

aan de minister van Werk

het ouderschapsverlof van de zelfstandigen in bijberoep

ouderverlof
zelfstandig beroep

Chronologie

12/12/2013Verzending vraag
23/1/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4171

Vraag nr. 5-10604 d.d. 12 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele maanden geleden vertelde u mij in commissie dat u van plan was om de regels omtrent het ouderschapsverlof bij zelfstandigen in bijberoep te versoepelen. Ik was verheugd te horen dat de ½ en 1/5de regeling ook naar deze groep werkende mensen wordt uitgebreid. Wel voegde u aan uw antwoord het element toe dat het verlof binnen de twaalf maanden moet worden opgenomen. Van een volledige gelijkstelling is dus nog geen sprake, want volgens de 1/5de regeling doet een ouder er zo'n 20 maanden over om het verlof volledig op te nemen. We zijn nu enkele maanden verder en ik had graag enkele vragen gesteld om dit dossier op te volgen.

Graag had ik volgende vragen aan de minister gesteld:

1) Kan u mij een stand van zaken geven over de uitwerking van dit dossier? Is er al een preciezere datum voor de inwerkingtreding? Zo ja, welke is deze? Zo neen, waarom niet?

2) Kan u mij een stand van zaken geven over de uitwerking van de modaliteiten?

3) Hoe zal er worden omgegaan met verlof dat niet binnen de twaalf maanden kan worden opgenomen, bijvoorbeeld omdat het verlof binnen de 1/5de regeling wordt opgenomen? Is dit als het ware 'verloren'? Kan u uitvoerig toelichten?

Antwoord ontvangen op 23 januari 2014 :

Het ontwerpbesluit dat, in het kader van het ouderschapsverlof, een cumulatie met een gedeeltelijke onderbreking mogelijk maakt, voor werknemers die een bijkomende zelfstandige activiteit uitoefenen, ligt momenteel voor akkoord bij de minister van Begroting. Wij ontvingen reeds een positief advies van de Inspecteur van Financiën, maar een unaniem negatief advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Dit dossier moet nog voorgelegd worden aan de Ministerraad.

De algemene regel blijft dat onderbrekingsuitkeringen niet gecumuleerd kunnen worden met de uitoefening van een bijkomende zelfstandige activiteit. De uitzondering die hierbij reeds voorzien was, met name in het geval van een volledige onderbreking van de arbeidsprestaties, in welk geval de cumulatie toegelaten wordt gedurende een periode van maximum twaalf maanden, wordt nu aangevuld met een tweede uitzondering in het kader van ouderschapsverlof, waar een gedeeltelijke vermindering van de arbeidsprestaties gecumuleerd kan worden met de uitoefening van een bijkomende zelfstandige activiteit in zoverre deze zelfstandige activiteit reeds, samen met de activiteit waarvan de uitoefening verminderd wordt, uitgeoefend werd gedurende ten minste de twaalf maanden die het begin van de gedeeltelijke vermindering van de arbeidsprestaties voorafgaan, in welk geval de cumulatie toegelaten wordt gedurende een periode van maximum twaalf maanden.

Bij de geboorte of de adoptie van zijn kind heeft de werknemer recht op een ouderschapsverlof voor een periode van twintig maanden vermindering van de arbeidsprestaties met één vijfde. Deze periode kan naar keuze van de werknemer worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan. De werknemer kan er dus voor kiezen zijn ouderschapsverlof op te nemen voor vijf, tien, vijftien of twintig maanden. Indien de werknemer er voor kiest om vijftien of twintig maanden ouderschapsverlof op te nemen, zal hij slechts voor de eerste 12 maanden een onderbrekingsuitkering ontvangen. De overige drie of acht maanden kan hij het ouderschapsverlof opnemen zonder onderbrekingsuitkeringen.