Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10520

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 4 december 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Palmolie - Advies Hoge Gezondheidsraad - Handelsrelaties

Hoge Gezondheidsraad
plantaardige olie
Maleisië
Nederland
organisch zuur

Chronologie

4/12/2013Verzending vraag
2/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10520 d.d. 4 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In september publiceerde de Hoge Gezondheidsraad een advies aangaande het gebruik van atherogene vetzuren en palmolie. De Hoge Gezondheidsraad raadt aan de inname van deze vetzuren te beperken, maar duidt ook aan dat verder onderzoek nodig is. In het kader van dit advies werden reeds een aantal wetsvoorstellen ingediend. De meerderheid en de regering hebben dus duidelijk de intentie om atherogene vetzuren aan te pakken. Hierover werd echter een vraag gesteld in het Europees parlement: (http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+WQ+E-2013-008455+0+DOC+XML+V0//NL&language=nl, antwoord: http://www.europarl.europa.eu/sides/getAllAnswers.do?reference=E-2013-008455&language=NL).

Ook de Europese Commissie zou gesteld hebben bezorgd te zijn over een beperking van de transvetzuren, vooral palmolie, omwille van de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord met Maleisië. Volgens de Europese Commissie moet men zich bovendien hoeden voor discriminatie, die in strijd is met de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS).

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :

1) Is de federale regering op de hoogte van de bezorgdheid van de Europese Commissie?

2) Heeft de federale regering hierover al contact gehad met de Europese Commissie? Zo ja, welk standpunt heeft de federale regering ingenomen? Zo niet, staat dit op de agenda?

3) Kan een beperking op het gebruik van palmolie in onze voeding een effect hebben op de handelsrelaties met palmolie producerende landen, alsook met landen, zoals Nederland, die palmolie naar ons land uitvoeren?

Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

Ik kan u bevestigen dat de Europese Commissie sinds meerdere jaren aandacht heeft voor voedingsmiddelen, en een redelijk omvangrijk wetgevend kader ter zake heeft uitgewerkt. Niettemin is dit kader voornamelijk opgebouwd vanuit de invalshoek van de bescherming van de consument , teneinde deze zo duidelijk mogelijke informatie mee te geven aangaande de exacte samenstelling van voedingsmiddelen, en in het bijzonder door het vastleggen van de manier waarop de verschillende voedingswaarden (waaronder ook vetzuren) afgebeeld moeten worden op de verpakking. Verordening 2011/1169 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 met betrekking tot de informatie over voedingsmiddelen voor consumenten is hierbij een sleutelakte. Tot op heden bestaat er geen Europees wetgevend kader dat specifiek het gebruik van voedingsmiddelen reglementeert, noch op algemene wijze, noch met betrekking tot specifieke voedingsmiddelen zoals bv. transvetzuren, die voor meer dan 40 % aanwezig zijn in palmolie.

België zal uiteraard aandachtig blijven voor elk toekomstig wetgevend initiatief ter zake, in het licht van intra-Belgische evoluties, in het bijzonder de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad en een hangend wetsvoorstel. Voor meer informatie, mag ik u doorverwijzen naar vice eerste minister Laurette Onkelinx, bevoegd voor Volksgezondheid.

Met betrekking tot de impact van de beperking op het gebruik van palmolie op onze handelsrelaties, is het duidelijk dat men eventueel zal moeten rekening houden met de overeenstemming van dergelijke beperkingen en onze verplichtingen inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Dergelijke beperkingen zijn omwille van de volksgezondheid voorzien in de regels van de Wereldhandelsorganisatie –WTO- (artikel XX van GATT).

Inzake de vrijhandelsonderhandelingen met Maleisië werden onze bezorgdheden over palmolie doorgegeven, maar louter onder de invalshoek van duurzame ontwikkeling, de rode draad van België tijdens iedere onderhandeling.