Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10440

van Louis Ide (N-VA) d.d. 22 november 2013

aan de minister van Justitie

een aantal dossiers inzake reclame voor plastische chirurgie

plastische chirurgie
reclame

Chronologie

22/11/2013Verzending vraag
17/12/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4041

Vraag nr. 5-10440 d.d. 22 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele maanden geleden was er een inval door de gezondheidsinspectie bij Clinica Aesthetica, de Brusselse privékliniek die via de koopjeswebsite Groupon Nederlandse klanten aantrok. De inspecteurs hebben gezamenlijk een audit en proces-verbaal opgesteld. Met betrekking tot de inbreuk op de wet van 6 juli 2011 tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen voor medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen werd ook een proces-verbaal opgesteld door de administratie.

Bij het Brussels Centre for Aesthethic Surgery (BCAS), een ander privéziekenhuis dat het reclameverbod aan haar laars lapte, kwam er geen inval maar werd er wel een proces-verbaal opgesteld wegens vermoeden van inbreuk op de wet van 6 juli 2011, vermoeden van onwettige uitoefening van geneeskunde krachtens koninklijk besluit nr. 78, en vermoeden van een probleem met de hygiëne in de instelling.

Graag had ik geweten wat de stand van zaken is in deze dossiers. Is er reeds nieuws van het parket? Komt er vervolging?

Antwoord ontvangen op 17 december 2013 :

De onderstaande gegevens hebben, gezien het individuele gerechtelijke dossiers betreft, een vertrouwelijk karakter.

In beide gevallen werd op het parket van eerste aanleg te Brussel een strafdossier geopend wegens inbreuken op de wet van 6 juli 2011 tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen.

Evenwel heeft het Grondwettelijk Hof in haar arrest nr. 70/2013 van 22 mei 2013 de voormelde wet van 6 juli 2011 vernietigd.

Zodoende werd omtrent één dossier door de Raadkamer geoordeeld dat er geen grond meer was tot vervolging (beschikking van de Raadkamer dd. 5 september 2013).

In het ander dossier werd op 12 september 2012 een onderzoeksrechter gevorderd uit hoofde van inbreuken op de wet van 6 juli 2011 maar ook onwettige uitoefening van de geneeskunde. Het onderzoek is nog lopende.