Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10143

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 18 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

National Security Agency (NSA) - Adressenlijsten - Belgische slachtoffers - Gebruik voor andere doeleinden - Internetveiligheid - Cyberspionage

computercriminaliteit
spionage
Verenigde Staten
telefoon- en briefgeheim

Chronologie

18/10/2013Verzending vraag
3/12/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10142
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10144

Vraag nr. 5-10143 d.d. 18 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Opnieuw is er nieuws over het verzamelen en analyseren van persoonlijke berichten van e-mailaccounts en sociale media zoals Facebook. De NSA ( National Security Agency) heeft de adressenlijsten van verschillende mailaccounts verzameld met als doel de berichtgeving te analyseren en verborgen contacten op te sporen. Het NSA benadrukt dat het niet de "gewone" Amerikaan viseerde, maar zich vooral richtte op terroristen, mensenhandelaars en drugssmokkelaars. Op een "succesvolle" dag verzamelde het NSA meer dan 400 000 adressenlijsten van onder meer Yahoo, Hotmail, Gmail, Facebook. Op deze manier verzamelt het NSA op jaarbasis meer dan 250 miljoen contactgegevens.

1) Acht de geacht minister het mogelijk dat ook Belgische adressenlijsten werden onderschept, aangezien de miljoenen adressenlijsten niet enkel Amerikaans zijn? Kunt u toelichten aan de hand van cijfers indien u daarover beschikt?

2) Valt dit type inbreuken vast te stellen, en op welke manier?

3) Acht u het mogelijk dat de gegevens ook werden gebruikt voor andere doeleinden dan degene die worden beschreven door het NSA? Waarom wel, waarom niet? Kunt u toelichten?

4) Hoe beoordeelt u deze berichten, gelet op de recente controverse wat betreft internetveiligheid en cyberspionage?

Antwoord ontvangen op 3 december 2013 :

Ik informeer het geachte lid dat zijn vraag onder de bevoegdheid valt van de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Joëlle Milquet.