Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10138

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 18 oktober 2013

aan de eerste minister

Cybercriminaliteit - Oost-Europa - Europese reactie - Situatie in België

computercriminaliteit
Midden- en Oost-Europa

Chronologie

18/10/2013Verzending vraag
14/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-10138 d.d. 18 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik stelde de volgende vragen reeds aan de minister van Buitenlandse Zaken (5-9102). De minister meldde echter dat ik de vragen aan u moet stellen.

Wanneer het over cybercriminaliteit gaat, geldt Oost-Azië meestal als het centrum van dergelijke activiteiten. Cybercriminelen hebben in het verleden reeds vele aanvallen uitgevoerd op bedrijven en overheden. Toch stellen experts dat we de rol van cybercriminelen uit Oost-Europa niet mogen onderschatten. Hun technologie en aanvallen zouden meer gesofisticeerd zijn en aldus is Oost-Azië zeker niet de gevaarlijkste, laat staan de enige dreiging.

Oost-Europese hackers zouden meer complexe malware bouwen en lanceren. Hun infrastructuur is ook gesofisticeerder. Terwijl Oost-Aziatische hackers in grote "legers" opereren vanuit grotere organisaties, werken Oost-Europese hackers in veel kleinere groepjes. Ze kunnen als ware huurlingen ingezet worden en verdienen hieraan grof geld. Dit betekent ook dat ze individueel detecteerbaar zijn, in tegenstelling tot de Oost-Aziatische criminelen die opgaan in het collectief, en dat ze zich veel beter verbergen en indekken.

Uit andere vragen die ik intussen stelde aan diverse ministers, bleek onder meer dat Roemeense cybercriminelen actief zijn in ons land. Zo schreef de minister van Financiën op een vraag over valse mails die in naam van de fiscus gestuurd werden: "De boodschap bevat een link naar het aanvraagformulier voor de teruggave dat kan worden gedownload . Het formulier kan op de website http://fiscus.fgov.ro. worden gedownload. Deze website bevindt zich in Roemenië. De naam van de website is vergelijkbaar met de naam van de website van de FOD Financiën, http://fiscus.fgov.be. De opmaak van het formulier is gebaseerd op de opmaak van de informatiepagina op de website van Financiën (identieke achtergrondkleur en header)."

1) In welke mate klopt het beeld zoals beschreven in de toelichting?

2) Is er op het Europese niveau een bewustzijn van de groeiende rol van cybercriminelen in Oost-Europa? Op welke manier?

3) Heeft men bepaalde Europese landen reeds gewezen op de aanwezigheid van dergelijke criminelen in hun land, gelet op bijvoorbeeld het voorbeeld van de valse fiscusberichten? Kunt u dit toelichten?

4) Werd ons land in het verleden al gewezen op een negatieve rol inzake deze problematiek? Kunt u dit toelichten? Hebt u weet van een georganiseerde groep hackers uit ons land? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, acht u het mogelijk dat dergelijke groeperingen toch actief zijn in ons land?

Antwoord ontvangen op 14 november 2013 :

Vooreerst dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de verschillende materies die verband houden met het beheer van de cyberspace.

Dit onderscheid heeft betrekking op de bevoegdheidsverdeling tussen mijn collega’s en mijzelf binnen de Regering.

Ik ben verantwoordelijk voor de Belgische strategie inzake cyberveiligheid, dit wil zeggen voor de coördinatie van ons beleid op dat gebied, en dus niet voor het beheer van incidenten noch voor de opvolging van cybercriminaliteit. Deze bevoegdheid behoort tot de diensten van de minister van Binnenlandse Zaken en meer bepaald tot de federale politie (FCCU).

Hetzelfde geldt voor de andere materies: cyberdefensie, mijn collega Pieter De Crem; de regulering van de sector, mijn collega Johan Vande Lanotte via het BIPT; of nog, het beheer van de openbare netwerken, de Staatssecretaris voor de Modernisering van de Openbare Diensten via Fedict.

Bijgevolg kan ik u ter zake enkel verzoeken uw vraag opnieuw te stellen aan de minister van Binnenlandse Zaken en, in voorkomend geval, aan de minister van Buitenlandse Zaken voor de aanvulling.