Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-776

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Ondernemingen - Financiering - Toegang tot bedrijfskredieten

investeringskrediet
kredietgarantie
steun aan ondernemingen
belastingaftrek
durfkapitaal
buitenlands kapitaal
krediet

Chronologie

7/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
15/4/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-777

Vraag nr. 4-776 d.d. 7 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De huidige kredietcrisis leidt ertoe dat ondernemers het moeilijker hebben om vers kapitaal te vinden voor de verder expansie van hun zaak of het opstarten van nieuwe ondernemingen. Er werd door de vorige regering een aanzienlijke inspanning geleverd wat betreft de notionele intrest die de inbreng van eigen kapitaal stimuleert. Toch is dit maar een deel van de oplossing.

België is weliswaar gestegen in de rangschikking van meest efficiënte kapitaalmarkten en dit met 8 plaatsen tot de 21e plaats, doch voor de kmo’s is er behoefte aan bijkomende inspanningen.

De toenmalige ministeriële commissie (Desimpel-André) schoof omtrent deze problematiek een aantal interessante voorstellen naar voor:

- er moet een ruimere interpretatie komen van de waarborgen die worden verleend door kmo’s;

- er wordt gepleit voor een fiscale aanmoediging van de achtergestelde leningen;

- er moet correcte informatie worden verleend door de banken inzake de behandeling van het kredietdossier;

- een ander besluit stelde dat overdracht van waarborgen van de ene naar de andere bank kosteloos diende te gebeuren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Welke maatregelen moeten nog geconcretiseerd worden en welke maatregelen die de commissie Desimpel-André bepleitte werden reeds gerealiseerd?

2. Is de geachte minister voorstander van een fiscale aanmoediging van de achtergestelde leningen? Zo ja, wat is de timing en waaruit gaat deze aanmoediging bestaan? Zo neen, waarom niet?

3. In hoeverre is het voorstel van de commissie Desimpel-Andre inzake de kosteloze overdracht van waarborgen voor een lening voor ondernemingen van de ene bank naar de andere bank reeds gerealiseerd? Is dit een maatregel die overwogen zal worden en zo ja, tegen wanneer? Zo neen, waarom niet?

4. Waar liggen de voornaamste inzake de toegang voor ondernemingen tot buitenlands kapitaal? Welke maatregelen zullen genomen worden om deze weg te werken?

5. Is de geachte minister bereid de banken ertoe aan te zetten correcte informatie te verlenen inzake de behandeling van de kredietdossiers?

6. Bestaan er indicaties dat de toegang tot de kredietmarkt voor onze bedrijven heden moeilijker verloopt en kan aangeven worden welke? Overweegt de geachte minister hieromtrent nog andere maatregelen?

Antwoord ontvangen op 15 april 2008 :

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het onderwerp van zijn vraag onder de exclusieve bevoegdheid van de minister van Economie valt.