Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7568

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 21 april 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Pseudo-brugpensioen - " Canada Dry " regeling - Kosten - Maatregelen

sociale zekerheid
sociale uitkering
vergrijzing van de bevolking
vervroegd pensioen
sociale bijdrage

Chronologie

21/4/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7568 d.d. 21 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Stilaan groeit de consensus dat langer werken nodig is om ons sociaal model in stand te houden. Op 23 maart 2010 berichtte de krant De Tijd echter dat tussen 2007 en 2009 het aantal gevallen van de zogeheten " Canady Dry brugpensioenen " exponentieel steeg van 2 061 tot 6 150. Vorig jaar combineerden 4 122 personen tijdskrediet of loopbaanonderbreking met een aanvullende vergoeding van de werkgever. Voor 2 028 mensen was er een werkloosheidsuitkering.

Het Generatiepact voerde in 2006 aanvullende heffingen (voor werkgever en werknemer) in op deze regelingen, maar blijkbaar is de opmars niet te stuiten. Ik kreeg dan ook graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Is het mogelijk om in te schatten hoeveel de stijging van het aantal gevallen van " Canada Dry " kost aan de algemene financiering van het sociale vangnet?

2. Hoeveel kunnen, gelet op het stijgende gebruik, de kosten oplopen bij ongewijzigd beleid in de volgende jaren, wanneer de vergrijzing haar piek bereikt (2015-2050)?

3. Welke inkomsten hebben de aanvullende heffingen opgeleverd?

4. Heeft de geachte minister plannen om extra maatregelen te treffen inzake het fenomeen van de pseudo-brugpensioenen?