Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-748

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 7 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Psychiatrische patiënten - Gezinsverpleging

psychiatrie
thuisverzorging
pleegouder
gezinssolidariteit
geestelijk gehandicapte

Chronologie

7/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
7/7/2008Antwoord

Vraag nr. 4-748 d.d. 7 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Gezinsverpleging is iets dat traditioneel van generatie op generatie overgedragen wordt, psychiatrische patiënten verblijven bij mensen thuis in familieverband.

Steeds meer jonge mensen haken echter af wegens de weinig aantrekkelijke vergoeding. Veel jonge gezinnen met twee verdieners zouden graag patiënten opvangen, maar enkel indien de vergoeding zo substantieel is dat een van de twee kan thuisblijven, met als bijkomend voordeel dat ze hun eigen kinderen zelf niet meer naar de betalende kinderopvang dienen te brengen.

Mensen die dergelijke kostgasten in huis nemen, krijgen hiervoor een vergoeding van 15 euro per dag, een bedrag dat sinds 1992 niet meer verhoogd werd. Ter vergelijking: een dag in een rustoord kost minimaal 48 euro per dag. De enkele dagen per jaar dat deze kostgasten verblijven in een vakantieverblijf, worden hiervan afgetrokken. Nochtans zijn er nog wat kosten als deze gasten terugkomen (bijvoorbeeld was, …).

Deze vorm van verpleging is een mooi en kostenbesparend alternatief voor de intramurale psychiatrische zorg, maar uitsluitend in Vlaanderen (meer bepaald in Geel) uitgebouwd. Blijkbaar wordt deze vorm van verpleging, ten onrechte, ondergewaardeerd.

In dit kader had ik graag een antwoord gehad op volgende vragen :

1. Kan de geachte minister het bedrag dat mensen ontvangen om kostgasten in huis te nemen niet optrekken, zodat de vergoeding meer overeenkomt met de realiteit?

2. Hoe komt het dat deze vorm van verpleging enkel in een bepaald deel van Vlaanderen is uitgebouwd, hoewel het enorm kostenbesparend is?

Antwoord ontvangen op 7 juli 2008 :

1. Tijdens de periode 2002-2005 heeft de federale overheid een project beheerd dat specifiek gericht was op de gezinsverpleging van kinderen en jongeren met een psychiatrische problematiek. Enkel het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum (OPZ) Geel nam hieraan deel. Wegens de uitermate kleine caseload werd besloten dit project stop te zetten in 2005. Momenteel loopt een gelijkaardig pilootproject te Geel gefinancierd door de Vlaamse overheid.

Dit betekent niet dat de gezinsverpleging als zodanig, geen module zou kunnen gaan vormen in de toekomstige zorgcircuits. Evenwel zal per circuit nagegaan moeten worden of de creatie van een dergelijke module beantwoordt aan een reële nood bij de patiënten zelf, en op welke wijze ze naadloos kan aansluiten op andere modules die relevant zijn voor deze doelgroep zodat de zorgcontinuïteit binnen elk individueel traject gegarandeerd wordt. Als voorbeelden zou ik de zorg voor psychiatrische patiënten die thuis verblijven willen aanhalen evenals de bestaande vormen van beschut en begeleid wonen.

Deze nood kan tot uiting komen via de therapeutische projecten die mijn voorganger, de heer Rudy Demotte, heeft gelanceerd.

2. De gezinsverpleging van patiënten met een langdurige en complexe psychiatrische problematiek wordt niet enkel in Vlaanderen, in Geel en omliggende gemeenten, toegepast maar eveneens in Lierneux, in de provincie Luik. Beide gemeenten hebben in deze een historische traditie.

Deze traditie werd begin jaren 90 geconsolideerd door de publicatie van een reeks koninklijke besluiten waarin de functie psychiatrische gezinsverpleging voor volwassenen werd gedefinieerd. Aan deze functie werd dan erkenningcriteria, een programmatienorm en equivalentieregels gekoppeld.

Evenwel werd de verhoging van de bijdrage voor psychiatrische gezinsverpleging niet weerhouden tijdens de besprekingen inzake het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

Voorzichtigheid is toch geboden wanneer men uitspraken doet of een bepaald zorgmodel al dan niet kostenbesparend is tegenover een ander zorgmodel. De huidige gezondheidseconomische studies bevestigen dit evenals de complexiteit die voortvloeit uit het maken van dergelijke vergelijkingen.

Bovendien is kostprijs nooit het enige argument om al dan niet de voorkeur te geven aan een bepaald zorgmodel. Het belang van de patiënt en diens welzijn spelen een centrale rol.

Daarom ook is het belangrijk dat, gezien de bestaande bevoegdheidsverdeling, de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg in overleg kan gebeuren.