Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7464

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 8 april 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Attention Deficit / Hyperactivity Disorder (ADHD) - Geneesmiddelen - Onwettige reclame - Te hoog gebruik

ziekte van het zenuwstelsel
geneesmiddel
reclame

Chronologie

8/4/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7464 d.d. 8 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit berichtgeving blijkt dat een intussen van het web gehaalde site van het reclamebureau Kostzewa de wet op de openbare reclame voor geneesmiddelen omzeilde. De site gaf een duidelijke inkijk in de marketingstrategie van de firma Janssen Pharmaceutica. Deze zou hen gevraagd hebben een informatiecampagne over Attention Deficit / Hyperactivity Disorder (ADHD) uit te werken, met daarin een duidelijke reclamestrategie voor Concerta, het ADHD-geneesmiddel dat Janssen aanbiedt.

Farmaceutische bedrijven mogen geen openbare reclame maken voor hun geneesmiddelen, dus wordt er gezocht naar alternatieven. Doorgaans verneemt de buitenwereld daar weinig of niets over. De geneesmiddelen worden subtiel en vaak onrechtstreeks gepromoot zonder dat iemand er erg in heeft. Het communicatiebureau klopte zich uitgebreid op de borst wegens de significante omzetstijging. Met de bedoeling andere klanten te overtuigen gaf het communicatiebureau tegelijk echter ook verregaand inzage in de technieken die werden gehanteerd om Concerta in de markt te zetten. Meer dan 26 000 jongeren krijgen in België geneesmiddelen tegen ADHD omdat ze hyperactief zijn en / of gedragsstoornissen vertonen. In 2004 waren dat er nog maar 6 000.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Is de minister op de hoogte van dergelijke praktijken en bovenstaande casus? Is zij het ermee eens dat het omzeilen van de wetgeving inzake reclame rond geneesmiddelen zelden gecontroleerd en gesanctioneerd wordt? Is zij het ermee eens dat, gelet op de aard van deze medicijnen, informatiecampagnes beter alleen door onafhankelijke organisaties of door de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zelf zouden worden gevoerd ?

2. Hoeveel gevallen van dergelijke overtredingen zijn er gekend sinds 2008? Hoe evalueert zij dit cijfer?

3. Is zij het ermee eens dat deze reclamestrategieën louter een stijging van de omzet van deze geneesmiddelen tot doel hebben? Heeft zij een idee in hoeverre deze (verborgen) reclamestrategieën een substantiële meeropbrengst betekenen?

4. Moet de verkoop van ADHD-geneesmiddelen niet dringend worden geëvalueerd? Vindt zij dat met deze medicijnen te lichtzinnig omgesprongen wordt door marketing- en communicatiebureaus, gezien de kwantitatieve resultaten op gebied van ADHD-diagnoses en dus ook de significante omzetstijging voor Concerta?

5. Is zij het ermee eens dat enkel specialisten, zoals kinderpsychiaters en -neurologen nog diagnoses zouden mogen stellen en voorschriften afleveren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat zouden de voordelen zijn? Graag kreeg ik een uitvoerig antwoord.

6. Eén op de drie kinderen met een ADHD-diagnose zou evengoed geholpen kunnen worden met gedrags- en psychotherapie. Is dit correct?

7. Kan zij de regionale verschillen qua diagnoses en verkoop van ADHD-geneesmiddelen duiden voor verschillende leeftijdscategorieën? Kunnen we op basis daarvan concluderen dat in sommige regio's te veel medicatie voorgeschreven wordt en in andere te weinig?