Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7434

van Wouter Beke (CD&V) d.d. 7 april 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Pensioensparen - Levensverzekering - Bedragen - Fiscale aftrek

spaartegoed
levensverzekering
belastingaftrek

Chronologie

7/4/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7434 d.d. 7 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een goede mengeling van wettelijke en aanvullende pensioenen kan zorgen voor een goede mengeling van solidariteit en sociale verzekering. Ook worden burgers fiscaal gestimuleerd zich te voorzien van een derde pijler, met name het pensioensparen.

Eind 2007 deden bijna twee miljoen Belgen aan pensioensparen, voor een gemiddeld bedrag van 687 euro. De kostprijs van de fiscale aftrek bedroeg dat jaar 433 miljoen euro. Bijna 1,5 miljoen belastingplichtigen kregen een aftrek voor een individuele levensverzekering (die bij de derde pijler wordt gerekend). De kostprijs van die fiscale aftrek bedroeg 215 miljoen euro, maar daar stond de opbrengst van de taks op het langetermijnsparen tegenover, in 2007 goed voor 163 miljoen euro.

Graag had ik van de minister meer actuele cijfers verkregen van het pensioensparen en de individuele levensverzekering dan de hierboven vermelde, met name:

- het gemiddelde bedrag per spaarder;

- het totale bedrag van de fiscale aftrek;

- het totale spaarbedrag;

- de opbrengst van de taks op het langetermijnsparen.