Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6664

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 29 januari 2010

aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid

Internet - Overheidssites - Beveiliging

overheidsadministratie
ministerie
internet
internetsite
computercriminaliteit
gegevensbescherming
computerpiraterij
elektronische overheid

Chronologie

29/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/3/2010)
2/3/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6665
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6666
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6667
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6668
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6669
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6670
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6671
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6672
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6673
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6674
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6675
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6676
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6677
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6678
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6679
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6680
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6681
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6682
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6683
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6684
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6685

Vraag nr. 4-6664 d.d. 29 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Nederlandse Government Computer Emergency Response Team (GOVCERT), het adviesorgaan van de Nederlandse overheid op informaticagebied, meldt in haar jaarlijkse rapportage dat " de risico's op misbruik van overheids- en burgergegevens toenemen ".

Twee maanden na het verschijnen van het GOVCERT-rapport werd de veiligheid van Nederlandse overheidssites ernstig in twijfel getrokken door Networking4all. Dit Amsterdamse Information and Communication Technologies (ICT)-bedrijf signaleerde de afwezigheid van een digitaal slot bij het merendeel van de overheidssites, het zogenaamde Secure Sockets Layer (SSL)-certificaat. Dit certificaat, herkenbaar aan de code " https " in de adresbalk, zorgt ervoor dat de verbinding tussen de computer van de gebruiker en de server van de overheid beschermd is.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1. Wat wordt er gedaan om uw website alsook de websites van de federale overheidsdiensten of andere diensten die onder u ressorteren en een website hebben, te beschermen tegen hackers?

2. Welke voorvallen van diefstal van privé-gegevens via de websites van uw beleidscel, uzelf of de federale overheidsdiensten en andere diensten en agentschappen die onder uw bevoegdheid vallen, zijn bekend en hoeveel persoons- of andere gegevens werden bij de respectieve incidenten gestolen?

3. Hoeveel pogingen van diefstal van persoons- of andere gegevens via de websites van uw beleidscel, uzelf of de federale overheidsdiensten en andere diensten en agentschappen die onder uw bevoegdheid vallen, vonden plaats? Hebt u klacht ingediend en zo neen, waarom niet? Zo ja, werden de daders gevat?

4. Beschikken de websites van uw beleidscel, uzelf of de federale overheidsdiensten en andere diensten en agentschappen die onder uw bevoegdheid vallen alle over een SSL-certificaat of een ander digitaal slot? Zo neen, waarom niet en tegen wanneer zou dit wel het geval zijn?

5. Meent u dat andere, nieuwe maatregelen nodig zijn om de overheidssites verder te beschermen en zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 2 maart 2010 :

1. Voor de beveiliging van de websites die door Externe Communicatie en/of door Shared Services beheerd worden en die geen persoonsgegevens maar alleen algemene en publieke informatie bevatten worden de ‘best practices’ toegepast, zoals daar zijn: gebruik maken van de meest recente softwareversies en veiligheidspatches, geen rechtstreekse toegang tot databanken, enz. Voor de sites die omwille van hun inhoud strengere beveiligingseisen stellen, worden specifieke maatregelen voorzien zoals daar zijn: certificaten, encryptietechnologieën, e-ID toegangsbeheer enz. Bovendien worden de websites, naargelang hun inhoud, periodiek of meerdere malen per jaar door gespecialiseerde firma’s aan een veiligheidsaudit onderworpen.

2 en 3. Tot op heden hebben:

- de beleidscellen van de Eerste minister, van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van de minister van Begroting, van de minister van Ambtenarenzaken, van de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, van de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, van de Staatssecretaris voor Begroting

en

- de federale overheidsdiensten die onder de bevoegdheid vallen van de Eerste minister, van de minister van Begroting, van de minister van Ambtenarenzaken en van de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen,

diefstal noch pogingen tot diefstal van privé-gegevens gekend.

4. De websites die algemene en publieke informatie verspreiden en die geen persoonsgegevens bevatten hebben geen nood aan strengere beveiligingsmaatregelen. Voor de websites die omwille van hun inhoud wel strengere beveiligingseisen stellen, wordt een SSL-certificaat gebruikt.

5. Om de kwaliteit van de beveiliging nog te verbeteren wordt de vroeger gerichte monitoring gegeneraliseerd naar een continue monitoring van alle websites.