Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6654

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 29 januari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Import van zeehondenbont - Verbod op Europees niveau - Stand van zaken

commercialisering
beperking van commercialisering
dierenhuid
bontverwerkende industrie
dierenbescherming
invoerbeperking
verordening (EU)

Chronologie

29/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/3/2010)
2/3/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6655

Vraag nr. 4-6654 d.d. 29 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het verbod op de import van zeehondenbont is binnen de Europese Unie definitief goedgekeurd. Zoals u weet kwam dit verbod onder meer tot stand dankzij het ontwerp van voormalig minister Marc Verwilghen waarbij België als eerste land in Europa een verbod instelde voor deze producten.

Graag had ik meer vernomen over de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van het Europese importverbod van diverse zeehondenproducten:

1) Wat is de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van het Europese importverbod van zeehondenproducten?

2) Wat is uw standpunt over de mogelijkheden om het Europese verbod op de import van zeehondenproducten te omzeilen, zoals de import van zeehondenproducten afkomstig van de zogenaamde " managementjacht "? Kan dit? Zo neen, wordt hiertegen opgetreden en kan u dit concreet toelichten?

3) Klopt de stelling dat het Europese handelsverbod een verslechtering is van de huidige Belgische situatie doordat de doorvoer van zeehondenbont via België wel toegestaan zou zijn? Zo ja, bent u bereid de nationale wetgeving te laten primeren op de Europese regelgeving gelet op het eerdere standpunt van de regering en van de meeste burgers en partijen in dit land en ook gelet op het bijzondere dierenleed dat met deze jacht gepaard gaat?

Antwoord ontvangen op 2 maart 2010 :

1) België heeft inderdaad een pioniersrol vervuld in het verbieden van de commercialisering van producten die afgeleid zijn van zeehonden, door op 16 maart 2007 de wet betreffende het verbod op de fabricage en de commercialisering van producten die afgeleid zijn van zeehonden, goed te keuren (Belgisch Staatsblad van 18 april 2007).

Nadien werd het debat op Europees niveau voortgezet en heeft België veel inspanningen geleverd om de lidstaten ervan te overtuigen dat een verbod op de commercialisering van dergelijke producten het meest overeenkwam met de wens van de burger en de Europese consument.

De Verordening nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten werd goedgekeurd op 16 september 2009 en is in werking getreden op 20 november 2009. Artikel 3 dat in een aantal uitzonderingen voorziet, zal in werking treden vanaf 20 augustus 2010. Ondertussen bereidt de Commissie, bijgestaan door het CITES-comité, een toepassingsverordening voor waarin de praktische modaliteiten voor het verkrijgen van afwijkingen en de controle ervan worden geregeld.

2) Een van de redenen die geleid hebben tot de goedkeuring van een Europese verordening is de harmonisering van de verschillende regels die meerdere landen zonder overleg hadden aangenomen en die leidden tot internemarktdistorsies. De verordening is dus op geharmoniseerde wijze van toepassing op het hele grondgebied van de Europese Unie, wat een groot voordeel inhoudt.

3) Zoals ook al in de Belgische wet was vastgelegd, voorziet de Europese verordening in een vrijstelling voor producten die afkomstig zijn van de traditionele jacht van Inuit- en andere inheemse gemeenschappen.

Daarnaast waren twee afwijkingen noodzakelijk om rekening te houden met de Europese realiteit waar in de debatten naar werd verwezen. Ze hebben betrekking op occasionele reizen met goederen voor persoonlijk gebruik en op het op de markt brengen van producten die afkomstig zijn van een niet-commerciële jacht die wordt beoefend met het oog op een duurzaam beheer van de rijkdommen.

Ik denk niet dat deze afwijkingen een stap terug betekenen in vergelijking met het Belgische standpunt. De verordening die via medebeslissing door het Parlement en de Raad werd goedgekeurd, geeft de Belgische en Europese publieke opinie immers goed weer. De Europese consument heeft zich duidelijk gekeerd tegen de aanwezigheid van zeehondenproducten die afkomstig zijn van een grootschalige onmenselijke commerciële jacht die veel dierenleed met zich meebracht. De burger heeft zich niet gekeerd tegen de jacht als bestaansmiddel van bepaalde inheemse gemeenschappen. Het is ook niet choquerend om het op de markt brengen van bepaalde producten afkomstig uit een kleinschalige jacht die wordt beoefend met het oog op een duurzaam beheer van de rijkdommen, toe te laten.

Verder is het logisch dat men de burgers toelaat om met hun persoonlijke bezittingen te reizen.

Deze afwijkingen zullen alleen worden toegekend in een erg beperkt en erg strikt kader dat nauwkeurig zal worden vastgelegd in de toepassingsverordening.

Voor zover ik weet zijn er de laatste jaren erg weinig tot geen zeehondenproducten in België binnengebracht, ook al voorzag de Belgische wet al in een afwijkingsregeling. Ik vrees dus niet dat er nu meer zeehondenproducten naar ons grondgebied zullen worden ingevoerd en ik heb vertrouwen in de controlemaatregelen die de Diensten van de Douane en van Economische Zaken zullen toepassen.