Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6608

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 27 januari 2010

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Overheidsdiensten - Combinatie van werk en gezin - Organisatie van kinderopvang - Situatie en initiatieven

ministerie
overheidsapparaat
kinderoppas
officiële statistiek
geografische spreiding
balans tussen werk en privé

Chronologie

27/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2010)
25/2/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6600
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6601
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6602
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6603
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6604
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6605
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6606
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6607
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6609
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6610
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6611
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6612
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6613
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6614
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6615
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6616
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6617

Vraag nr. 4-6608 d.d. 27 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Om de combinatie van werk en gezin te vergemakkelijken kunnen overheidsdiensten tijdens de schoolvakanties opvang voor kinderen tussen 3 en 14 jaar organiseren.

1) Organiseren de overheidsdiensten of overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, kinderopvang tijdens de schoolvakanties georganiseerd met inzet van de eigen diensten en/of door een beroep te doen op externe diensten voor kinderopvang?

2) Indien ze een beroep doen op externe diensten, welke diensten zijn dat dan?

3) a. Welke personeelsleden kunnen een beroep op die kinderopvang doen?

3) b. Geldt er een voorrangsregeling voor bepaalde personeelsleden, bijvoorbeeld als ze deel uitmaken van een kansengroep of naargelang van hun niveau?

4) Hoeveel kinderen van personeelsleden kregen opvang de afgelopen vijf jaar:

a. in de eigen diensten;

b. voor opvang door externe diensten?

Graag kreeg ik cijfers opgesplitst per gewest en per jaar.

5) Hoeveel kinderen heeft men de afgelopen vijf jaar jaarlijks moeten weigeren:

a. voor opvang in de eigen diensten;

b. voor opvang door externe diensten?

Graag kreeg ik cijfers opgesplitst per gewest.

6) a. Hoeveel extra Nederlandstalige en Franstalige personeelsleden heeft men jaarlijks in de eigen diensten moeten inzetten om die kinderopvang te organiseren?

6) b. In welk statuut werden ze in dienst genomen?

7) Hoeveel bedroeg de jaarlijkse meerkost om die kinderopvang te organiseren:

a. in de eigen diensten;

b. door een beroep te doen op externe diensten?

8) Welke financiële bijdrage werd van de personeelsleden zelf gevraagd?

9) a. Wordt er gedacht aan uitbreiding van de initiatieven inzake kinderopvang in de eigen diensten en/of via uitbesteding aan externe diensten?

9) b. Zo ja, hoeveel bedragen de jaarlijkse meerkosten voor die extra capaciteit?

9) c. Zullen er ook initiatieven worden genomen voor extra kinderopvang buiten de schoolse vakantieperiodes?

9) d. Zal de beoogde leeftijdsgroep worden uitgebreid?

9) e. Welke concrete initiatieven zullen worden genomen?

Antwoord ontvangen op 25 februari 2010 :

Wat het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) betreft :

1) De sociale dienst van het FAVV organiseert sinds 2009 opvang voor kinderen van 3 tot 12 jaar tijdens de maanden juli en augustus. De kinderen worden ’s morgens en ’s avonds opgevangen in het Food Safety Center in Brussel. Van daar worden de kinderen overgebracht naar het sport- en gezinscentrum van Woluwe waar zij de dag doorbrengen.

2) Er is een samenwerking tot stand gebracht met de VZW sociale dienst van het de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O die ook instaat voor de opvang van kinderen van personeelsleden van het OFO, Selor, de FOD P&O, het BIM en de Regie der Gebouwen.

3) a. Kinderen van de personeelsleden van het FAVV die in Brussel werken (bij het hoofdbestuur en bij de PCE Brussel) kunnen voor de opvang worden ingeschreven.

3) b. Alle personeelsleden kunnen zonder onderscheid hun kinderen inschrijven voor de opvang

4) a. Er werden in 2009, achttien kinderen opgevangen.

4) b. /

5) Er werd geen enkel kind geweigerd.

a. /

b. /

6) a. Om de opvang te kunnen organiseren werden negen studenten in dienst genomen voor een periode van :

6) b. De studenten werden in dienst genomen met een overeenkomst voor het tewerkstellen van studenten.

7) a. Het budget toegekend aan de salariskosten van de studenten is het volgend :

Er werd in totaal een bedrag van 10 844,09 euro uitgegeven als kosten voor het tewerkstellen van de studenten.

7) b. Naast de bezoldiging van de studenten werd nog een bedrag van 4 028,50 euro uitgegeven aan verzekeringen, verplaatsingen met de bus, uitstappen, coördinatoren, zwembad en de warme maaltijden die de kinderen elke middag kregen.

8) Er werd per ingeschreven kind een financiële bijdrage aangerekend aan de ouders. Die bijdrage was gelijk aan :

In totaal leverde dat een bedrag op van 761 euro.

9) a. Het FAVV overweegt voorlopig niet om de opvangmogelijkheden uit te breiden. De opvang blijft beperkt tot Brussel.

9) b. /

9) c. De schoolvakantie in juli en augustus duurt lang voor de personeelsleden en zij kunnen niet altijd makkelijk een zinvolle en niet te dure bezigheid vinden voor hun kinderen. Daarom is de opvang, voorlopig, tot die periode beperkt.

9) d. Zoals blijkt uit diverse enquêtes bij het personeel en gelet op het grote aantal externe diensten die oudere kinderen opvangen is het voorlopig niet absoluut noodzakelijk om opvang te organiseren voor kinderen die ouder zijn dan twaalf jaar.

9) e. Er wordt opnieuw opvang georganiseerd in juli en augustus 2010.

Wat het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) betreft :

Het CODA organiseert geen kinderopvang, direct of indirect door een beroep te doen op derden.

Wat het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB) betreft :

1) Wordt er binnen de overheidsdiensten of overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen kinderopvang tijdens de schoolvakanties georganiseerd door de eigen diensten en / of door een beroep te doen op externe diensten voor kinderopvang?

Door het BIRB (minder dan 200 agenten) wordt er tijdens de schoolvakanties noch door eigen noch door externe diensten schoolopvang georganiseerd. Het directoraat-generaal van het BIRB heeft hiertoe trouwens nooit een vraag ontvangen uitgaande van het personeel.

Alle andere vragen zijn zonder voorwerp.

Wat de SPO Economie betreft :

Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat door mijn collega, de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, zal worden verstrekt.

Wat het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) betreft:

1. De Rijksdienst voor Pensioenen organiseert tijdens de schoolvakanties opvang voor de kinderen van zijn eigen personeelsleden en voor de kinderen van personeelsleden van enkele samenwerkende organisaties, waaronder het Rijksinstituut voor sociale verzekeringen der zelfstandigen. Binnen het RSVZ behoort de kinderopvang tot het takenpakket van de Sociale dienst, wat inschrijving en financiering betreft.

2. Zie punt 1.

3. a. Zowel de statutaire als de contractuele personeelsleden van de centrale administratie en het gewestelijk kantoor Brussel-Hoofdstad van het RSVZ kunnen een beroep doen op de kinderopvang voor hun kinderen.

b. Neen.

4. a. Geen.

b. Het RSVZ houdt sinds 2007 de gegevens bij over het aantal kinderen dat gebruik maakte van de kinderopvang.


woonplaats van de kinderen


Vlaams gewest

Waals gewest

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

2007

4

3

2

2008

5

3

2

2009

7

1

5

Voor de jaren 2005 en 2006 kan enkel worden meegedeeld dat respectievelijk 15 en 12 maal gebruik gemaakt werd van de kinderopvang. Er zijn geen gegevens over het aantal kinderen dat dit cijfer vertegenwoordigt. Een opsplitsing per gewest is dan ook niet mogelijk.

5. Geen.

6. a. Geen.

b. Zonder voorwerp.

7. a. Zonder voorwerp.

b.

2005 643,61 euro

2006 963,42 euro

2007 1 896,29 euro

2008 2 044,94 euro

2009 2 552,82 euro (het jaar 2009 is nog niet afgesloten, de opvang tijdens het allerheiligenverlof en de kerstvakantie is nog niet gefactureerd)

8. Voor de jaren 2005 tot en met de paasvakantie 2009 werd een tegemoetkoming van 2,5 euro per dag gevraagd voor een normale activiteit en van 7,5 euro per dag voor een dag uitstap.

Voor de overige vakanties van het jaar 2009 werd een tegemoetkoming van 3 euro per dag gevraagd voor een normale activiteit en van 8 euro per dag voor een daguitstap.

9. a. In 2006 heeft het RSVZ een nieuw samenwerkingsakkoord gesloten met de RVP. Gezien de positieve reacties van de ouders van de deelnemende kinderen, bestaan er geen plannen om de huidige regeling met de RVP te wijzigen.

b. Zie punt 9.a.

c. Neen.

d. Neen. De RVP bepaalt de leeftijdsgrenzen.

e. Zie punt 9.a.

Wat de DG Zelfstandigen betreft :

Aangezien ik enkel inhoudelijk bevoegd ben voor de DG Zelfstandigen, beschik ik niet over de gevraagde gegevens. Voor alle andere onderwerpen (personeel, logistiek, …) met betrekking tot de FOD Sociale Zekerheid, en dus ook tot de DG Zelfstandigen, is het de Minister van Sociale Zaken die bevoegd is.

Wat de federale wetenschappelijk betreft :

De federale wetenschappelijke instellingen beschikken niet over een sociale dienst die losstaat van de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid.

Kinderen tussen 3 en 12 jaar worden tijdens de vakantieperiodes niet binnen de POD zelf opgevangen. Daarvoor zijn er personele en financiële middelen vereist waarover de sociale dienst niet beschikt en de verspreiding van de gebouwen van het Federaal Wetenschapsbeleid over het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt het er niet gemakkelijker op.

De sociale dienst komt evenwel voor 50 euro tegemoet in een gedeelte van de kosten van de ouders waarvan de kinderen tijdens de schoolvakantie worden opgevangen in een kinderdagverblijf of in welk in België erkend centrum ook.

Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) heeft het initiatief genomen om in september 2004 een kinderdagverblijf te openen voor kinderen van 0 tot 3 jaar. 70 % van de 14 beschikbare plaatsen wordt ingenomen door kinderen van het personeel. De kinderen van het personeel van het KBIN krijgen daarentegen geen voorrang noch enig voorkeurtarief bij de activiteiten van de educatieve dienst van het Instituut. Tussen 2005 en 2009 waren er van de 558 voor die activiteiten ingeschreven Nederlandstalige kinderen 48 kinderen van het personeel van het KBIN. Aan Franstalige zijde waren dat 80 kinderen van het personeel van het KBIN op een totaal van 704 ingeschreven Franstalige kinderen.

In de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wordt er geen exclusieve opvang voor de kinderen van de personeelsleden georganiseerd. Er wordt hen wel de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan de ateliers / workshops. Deze worden tijdens elke schoolvakantie georganiseerd door de educatieve en culturele dienst van het Jubelparkmuseum, het Dynamusée, en de educatieve dienst van het Muziekinstrumentenmuseum. Algemeen genomen nemen niet zoveel kinderen (68) van personeelsleden deel aan deze ateliers / workshops, ondanks 50 % korting op de normale prijs.