Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6568

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 27 januari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Woon-werkverplaatsingen - Fietsvergoeding - Bijdragen aan de sociale zekerheid - Vrijstelling

pendel
tweewielig voertuig
vergoedingen en onkosten
sociale bijdrage

Chronologie

27/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2010)
2/3/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6569
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1365

Vraag nr. 4-6568 d.d. 27 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een onderzoek van de Universiteit Namen blijkt dat de gemiddelde afstand voor het woon-werkverkeer in België slechts 6,2 kilometer bedraagt. Voor die trajecten is de fiets het meest efficiënte vervoermiddel.

De fietsvergoeding wordt door een werkgever toegekend aan zijn werknemers die de afstand tussen hun woonplaats en hun werk geheel of gedeeltelijk met de fiets afleggen. De fietsvergoeding heeft als doel een groter aandeel van het fietsgebruik in de woon-werkverplaatsingen te realiseren.

De fietsvergoeding is een gunst van de werkgever aan de werknemer. De werkgever is niet verplicht ze toe te kennen.

De fietsvergoeding is vrijgesteld van inkomstenbelasting (wet 8 augustus 1997 tot wijziging van artikel 38 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992 om het fietsgebruik voor het woon-werkverkeer fiscaal aan te moedigen) en van socialezekerheidsbijdragen (koninklijk besluit van 28 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders). De vrijstelling van inkomstenbelasting is beperkt tot 0,20 euro per kilometer voor het inkomstenjaar 2009. De vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen voor werkgever en werknemer is beperkt tot 0,15 euro per kilometer voor het inkomstenjaar 2009.

De Ministerraad van 20 november 2009 keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed om de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen eveneens aan te passen tot 20 eurocent per kilometer.

Na verificatie van het Belgisch Staatsblad blijkt echter dat het betrokken koninklijk besluit op 12 januari 2010 nog niet was gepubliceerd.

Daarom heb ik enkele vragen.

1. Waarom werd het koninklijk besluit nog niet gepubliceerd?

2. Geldt de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen tot 20 eurocent per kilometer ook voor het inkomstenjaar 2009 of enkel vanaf het inkomstenjaar 2010?

3. Indien de vrijstelling niet geldt voor 2009, wat is daar dan de reden voor?

4. Wordt de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen in de toekomst gekoppeld aan de fiscale vrijstelling aangezien die jaarlijks wordt geïndexeerd? Zo neen, zal er dan telkens een koninklijk besluit nodig zijn om de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen aan te passen aan het niveau van de fiscale vrijstelling?

Antwoord ontvangen op 2 maart 2010 :

In antwoord op uw eerste vraag kan ik u bevestigen dat het koninklijk besluit tot op heden nog niet werd gepubliceerd. De reden hiervoor is eenvoudig. Nadat de ministerraad op 20 november 2009 zijn principiële goedkeuring heeft gegeven, is het ontwerp van koninklijk besluit nog voor advies met termijn van één maand aan de Raad van State voorgelegd. Eind vorig jaar heeft de Raad van State me zijn advies overgemaakt. Het bevatte slechts enkele legistieke opmerkingen. Het koninklijk besluit werd inmiddels reeds door mij en minister Milquet ondertekend en op 29 januari 2010 ter ondertekening door de Koning overgemaakt aan het Paleis.

In tegenstelling tot de fiscale vrijstelling geldt de vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen slechts vanaf 2010. Zowel op administratief als op budgettair vlak is een retroactieve inwerkingtreding, wat sowieso steeds de uitzondering op regel moet zijn, immers niet wenselijk. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zou namelijk moeten overgaan tot een regularisatie van alle te veel betaalde sociale bijdragen. Bovendien heeft de Staatssecretaris voor begroting zijn akkoord slechts gegeven op de voorwaarde dat de verhoogde vrijstelling slechts zou gelden vanaf 2010.

Tot slot kan ik u meedelen dat het koninklijk besluit de wijze van indexering van de fiscale vrijstelling overneemt. Er zal dus niet jaarlijks een koninklijk besluit genomen moeten worden om het bedrag van de vrijstelling van de sociale zekerheidsbijdragen aan te passen aan de evolutie van de fiscale vrijstelling. Enkel indien er besloten zou worden om het basisbedrag zelf aan te passen, zal er een nieuw koninklijk besluit moeten worden opgesteld.