Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6471

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 11 januari 2010

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Federaal Plan Armoedebestrijding - Voorstel nr. 44 - Dakloze vrouwen

armoede
dakloze
vrouw

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-6471 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 4 juli 2008 werd het Federaal Plan Armoedebestrijding goedgekeurd door de Ministerraad. De regering kwam daarmee tegemoet aan een bepaling uit het federale regeerakkoord, waarin het er zich toe verbindt " een ambitieus plan uit te voeren inzake terugdringen van armoede en verhoging van de koopkracht, met voorrang aan de meest kwetsbaren van onze samenleving " (Federaal regeerakkoord, blz. 20). Een aantal van de negenenvijftig maatregelen die in het Plan werden geformuleerd, vallen onder de bevoegdheid van de geachte minister.

Al enkele jaren is er een stijging merkbaar van het aantal dakloze vrouwen. De oorzaken van dakloosheid bij vrouwen zijn verschillend dan die bij mannen. Zij hebben vaak ook andere hulpverleningsbehoeften. Bovendien zijn vele dakloze vrouwen ook moeders, die samen met hun kinderen op straat leven. De problematiek van dakloze vrouwen sluit bijgevolg nauw aan bij de problematiek van dakloze kinderen. Tot op heden is er weinig specifieke aandacht besteed door het beleid aan het toenemend aantal dakloze vrouwen.

Het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding, de Programmatorische Federale Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie en de vereniging zonder winstoogmerk (VZW) Chez Nous / Bij Ons organiseerden in september 2008 een studiedag over dakloze vrouwen. Op deze studiedag werd de problematiek behandeld door vertegenwoordigers van de verschillende beleidsniveaus, de hulpverlening, het middenveld, de academische wereld en de (ex-)daklozen zelf. Er werden ook aanbevelingen voor het beleid geformuleerd.

Tijdens het Europees Jaar voor armoedebestrijding (2010) en het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie (EU) in het najaar van 2010 zal dakloosheid één van de drie prioriteiten zijn.

Het Federaal Plan Armoedebestrijding stelt bovendien, met betrekking tot het toenemend aantal vrouwelijke daklozen, het volgende: " De minister van Maatschappelijke Integratie en de staatssecretaris voor Armoedebestrijding zullen, in samenwerking met de POD Maatschappelijke Integratie, een studie aanvragen over dakloosheid bij vrouwen, al dan niet met kinderen. " (voorstel nr. 44, p. 46).

Graag had ik van de geachte staatssecretaris het volgende vernomen:

1. Is de studie over dakloosheid bij vrouwen reeds uitgeschreven? Zo ja, wie voert de studie uit en wat is de looptijd van het onderzoek? Zo neen, binnen welke termijn zal deze opdracht uitgeschreven worden?

2. Wat is de precieze afbakening van het onderwerp van het onderzoek? Welke aspecten zullen onderzocht worden? Welke methodologie wordt er gehanteerd?

3. Op basis van vroeger onderzoek bleek het aantal dakloze vrouwen toe te nemen. Wordt deze trend bevestigd door de meest recente cijfers? Hoeveel dakloze vrouwen zijn er momenteel in België? Graag kreeg ik een overzicht per provincie of stad met een onderscheid tussen mensen met en zonder papieren. Hoeveel dakloze vrouwen zijn vergezeld van kinderen? Om hoeveel kinderen gaat het in het totaal?

4. Welke zijn volgens de beschikbare onderzoeken de belangrijkste oorzaken van dakloosheid bij vrouwen? Hoe speelt het beleid in op deze gegevens, zowel bij het vinden van oplossingen voor dakloze vrouwen als bij de preventie van dakloosheid bij vrouwen?

5. De problematiek van dakloosheid valt ook onder de bevoegdheid van de regionale en lokale overheden. De versnippering van bevoegdheden kan een krachtdadig beleid in de weg staan. Welke initiatieven neemt de geachte staatssecretaris om het beleid inzake dakloosheid op de verschillende beleidsniveaus op elkaar af te stemmen en de betrokken instanties maximaal aan te sturen om van de strijd tegen dakloosheid een prioriteit te maken?

6. De studiedag over dakloosheid bij vrouwen vond plaats in september 2008.

a. Wat waren de belangrijkste resultaten van deze studiedag?

b. Op welke manier ziet hij er op toe dat de aanbevelingen die tijdens deze studiedag geformuleerd werd op het federale niveau worden opgevolgd?

c. Welke aanbevelingen zijn er toen ten aanzien van het federale beleidsniveau geformuleerd?

d. Kan hij per aanbeveling meedelen of er aan de aanbeveling al gevolg is gegeven en op welke manier?

e. Indien er aan bepaalde van de aanbeveling nog geen gevolg is gegeven, kan hij dan aangeven waarom dit (nog) niet gebeurd is?