Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6464

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 11 januari 2010

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Federaal Plan Armoedebestrijding - Voorstel nr. 55 - Verkeersvoordelen voor houders van het OMNIO-statuut - Automatische toekenning

armoede
openbaar vervoer
OMNIO
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-6464 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 4 juli 2008 werd het Federaal Plan Armoedebestrijding goedgekeurd door de Ministerraad. De regering kwam daarmee tegemoet aan een bepaling uit het federale regeerakkoord, waarin het er zich toe verbindt " een ambitieus plan uit te voeren inzake terugdringen van armoede en verhoging van de koopkracht, met voorrang aan de meest kwetsbaren van onze samenleving " (Federaal regeerakkoord, blz. 20). Een aantal van de negenenvijftig maatregelen die in het Plan werden geformuleerd, vallen onder de bevoegdheid van de geachte minister.

Basismobiliteit is een recht van elke burger. Aangezien het voorzien in privévervoer voor mensen met een laag inkomen vaak een te grote kost betekent, zijn zij vaak in grote mate afhankelijk van het openbaar vervoer. Om de prijs van het openbaar vervoer aanvaardbaar te houden, worden er ondermeer door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) voor mensen met een bescheiden inkomen een aantal speciale tarieven voorzien.

Deze voordeeltarieven zijn gekoppeld aan het OMNIO-statuut. Personen die in aanmerking komen voor dit statuut, kunnen via het ziekenfonds een aanvraag indienen. Zij ontvangen van het ziekenfonds vervolgens een attest dat zij aan het loket in het station kunnen voorleggen. Na het tonen van een geldig attest kan men treintickets bekomen aan gereduceerd tarief.

De verkeersvoordelen zijn echter niet voldoende gekend bij het doelpubliek. Bovendien is de procedure voor het verkrijgen van de voordelen erg omslachtig, waardoor er vermijdbare drempels worden gecreëerd.

Derhalve stelt het Plan, met betrekking tot het verbeteren van de toegang tot verkeersvoordelen, het volgende: " De minister van Overheidsbedrijven zal: (a) de NMBS verzoeken informatie te verstrekken over de extra verkeersvoordelen voor houders van het OMNIO-statuut; (b) alles in het werk stellen om dit extra voordeel zo snel mogelijk automatisch toe te kennen " (voorstel nr. 55, blz. 53).

Graag had ik het volgende vernomen:

1. Heeft de geachte minister overleg gehad met de NMBS met betrekking tot het verstrekken van informatie over de verkeersvoordelen voor houders van het OMNIO-statuut?

a. Zo ja, wanneer vond dit overleg plaats, binnen welk kader gebeurde dit en wie was hierbij betrokken?

b. Welke waren de belangrijkste resultaten van dit overleg?

2. Op welke manier verstrekt de NMBS de informatie over de verkeersvoordelen?

3. Wordt er voorzien in opvolging van de communicatie om te garanderen dat ze het doelpubliek voldoende bereikt? Zo ja, op welke manier?

4. Welke stappen heeft zij ondernomen om de voordelen automatisch toe te kennen? Binnen welke termijn zal de automatische toekenning gerealiseerd worden?

5. Heeft zij met betrekking tot het automatisch toekennen van de verkeersvoordelen overleg gehad met collega-ministers die een aandeel hebben in de verbetering van de voordelen gekoppeld aan het OMNIO-statuut?

a. Zo ja, met welke collega's heeft zij overlegd?

b. Binnen welk kader gebeurde dit?

c. Wat waren de belangrijkste resultaten van dit overleg?

6. Heeft zij initiatieven genomen om het aanbod aan voordeeltarieven bij de NMBS te vereenvoudigen en transparanter te maken? Zo ja, welke?