Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-646

van Philippe Mahoux (PS) d.d. 3 april 2008

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Service de documentation en agronomie tropicale et développement rural (SERDAT) - Toekomst - Bestemming van de collecties - Bescherming van het Belgisch wetenschappelijk patrimonium

federale wetenschappelijke en culturele instellingen
archief
nationale bibliotheek
wetenschappelijke bibliotheek
documentatiecentrum
agronomie
documentatie
opslag van documenten
Democratische Republiek Congo
kolonialisme

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
7/5/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-479

Vraag nr. 4-646 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

De bibliotheek van SERDAT (Service de documentation en agronomie tropicale et développement rural) is een onderzoekscentrum dat sinds het begin van de jaren zeventig verbonden is aan de Koninklijke Bibliotheek. De KB bewaarde de collecties van de hoofbibliotheek van het voormalige Nationaal instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo (NILCO), meer bepaald boeken, tijdschriften, wetenschappelijke archieven (onderzoeksrapporten), kaarten en plannen en duizenden foto’s. In de jaren negentig publiceerde de Koning Boudewijnstichting twee grote syntheseboekdelen over de activiteit van het NILCO in Congo. Zij deed daarvoor een beroep op de door SERDAT bewaarde documenten.

Inmiddels werd de opdracht van de Koninklijke Bibliotheek opnieuw vastgelegd en beperkt tot de menswetenschappen. De bibliotheek van SERDAT werd in 1999 volledig overgebracht naar de centrale bibliotheek van het federale ministerie van Middenstand en Landbouw dat toen gehuisvest was in WTC III, Bolivarlaan 30 in 1000 Brussel.

Sindsdien zijn de collecties samengevoegd met die van de bibliotheek van het ministerie en zijn ze nog steeds toegankelijk voor het publiek. De geďnformatiseerde catalogus die de monografieën bevat die sinds 1970 zijn verworven, evenals oudere boeken en kaarten en plannen, kan sinds 2004 op het internet worden geraadpleegd, samen met de recente aanwinsten van de centrale bibliotheek.

In 2002 heeft de regionalisering van de landbouw de federale administraties sterk dooreengeschud. Ingevolge de interventie van verschillende politiek verantwoordelijken werd een overeenkomst afgesloten tussen de federale regering en de gewesten om de bibliotheek van Landbouw en de archieven integraal te behouden. Die overeenkomst staat in de artikelen 43 en 44 van het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 (Belgisch Staatsblad van 1 september 2003, 2de editie) dat de Federale Bibliotheek Landbouw opricht. De activiteiten van de dienst Archieven van het oude ministerie worden toevertrouwd aan de FOD Economie. De bibliotheek en de archieven van SERDAT-NILCO worden sindsdien dus beheerd overeenkomstig dit akkoord.

Sinds 2005 hebben logistieke imperatieven en een herdefinitie van de door de FOD Economie nagestreefde doelstellingen helaas geleid tot een ontwerpfusie van de Federale Bibliotheek Landbouw met het Queteletfonds, de belangrijkse bibliotheek van de FOD Economie, en een overbrenging van de collecties naar de nieuwe locatie van het Queteletfonds. Ondanks het plaatsgebrek in het nieuwe gebouw werd beslist eerst het bijgebouw in Gembloux en vervolgens de lokalen in WTC III te legen. Daarom moet de bibliotheek zich nu ontdoen van alle archieven van NILCO die zij sinds 1999 bewaarde (rapporten, foto’s, kaarten) en ongetwijfeld ook van een groot gedeelte van de collecties van boeken en wetenschappelijke tijdschriften over landbouwkundige onderwerpen, omdat die niet tot de kernactiviteit van de hoofdzakelijk economische bibliotheek van het Queteletfonds behoren. De collecties bevatten uiteraard ook die van SERDAT, zodat we een versnippering en een gedeeltelijke teloorgang van deze kostbare gespecialiseerde documentatie kunnen verwachten.

Ingevolge de regionalisering van het ministerie van Landbouw zijn sommige bevoegdheden nog steeds niet toegekend of hebben nog steeds geen goed omschreven statuut. Mijn vraag heeft betrekking op de bibliotheek die aan dat ministerie is verbonden, maar afzonderlijk wordt beheerd.

Mijn interpellatie heeft dus betrekking op het lot van SERDAT en de overbrenging van een gedeelte van de archieven van die dienst naar de Plantentuin.

Heeft uw voorganger ingestemd met die overbrenging?

Zo ja:

Onder welke voorwaarden en met welke waarborgen inzake beheer? Wat is het nagestreefde doel?

Werd rekening gehouden met het aspect duurzame ontwikkeling in de landen van de derde wereld? Hoever staat het met die overbrenging?

Zo neen:

Waar bevindt zich dat indertijd geďnventariseerde erfgoed en hoe ziet u de toekomst ervan rekening houdend met het feit dat het in 1999 door de Koninklijke Bibliotheek werd afgestoten, wat in 2007 werd herbevestigd? Een gelijkaardige transferoperatie, onder het voorwendsel van een uitlening of wat dan ook, zou aan de gang zijn bij andere nationale instellingen die over interessante documenten (abonnementen, giften of uitwisselingen) inzake tropische landbouw beschikken. Wat is daarvan aan?

Moet voor dit patrimonium geen meer geschikte oplossing worden gevonden, bijvoorbeeld door het toe te vertrouwen aan een overheidsinstelling die meer rechtstreeks gericht is op duurzame ontwikkeling in de landen van de derde wereld?

Ik denk meer bepaald aan de Afrikaanse bibliotheek die afhangt van het ministerie van Buitenlandse Zaken of aan een structuur die door Ontwikkelingssamenwerking zou worden opgericht.

Kan in de nabije toekomst niet de oprichting worden voorgesteld van een Europees coördinatiecentrum voor duurzame ontwikkeling in de ontwikkelingslanden (met steun van de Europese Unie)?

Antwoord ontvangen op 7 mei 2008 :

De heer Rammeloo, directeur van de Nationale Plantentuin, had inderdaad toestemming gekregen van minister Verwilghen om een aantal bibliotheken en instellingen aan te spreken in verband met de problematiek van de herverdeling van de collecties van de SERDAT, inclusief het luik INEAC (Institut national pour l'étude agronomique du Congo belge — Nationaal Instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo, NILCO). Het ging niet echt om de toestemming tot overdracht. In feite toonde geen enkele wetenschappelijke instelling of gespecialiseerde bibliotheek belangstelling voor de overname van deze collecties.

De FOD Economie had nochtans de Nationale Plantentuin, het Museum voor Midden Afrika, de Koninklijke Bibliotheek en de bibliotheek van Buitenlandse Zaken gecontacteerd, maar zonder enig concreet resultaat.

De rector van de Faculteiten landbouwkunde van Gembloux heeft onlangs mijn aandacht gevestigd op de nood aan een oplossing voor de bibliotheek van de SERDAT en op het belang van de documenten die er worden bewaard.

Momenteel zijn de collecties boeken en monografieën van de bibliotheek van de SERDAT ondergebracht in de bibliotheek van het Queteletfonds van de FOD Economie (City Atrium, Vooruitgangsstraat te 1210 Brussel) waar ze naar behoren geregistreerd en voor iedereen toegankelijk zijn.

Het lot van de documenten van INEAC, die zeer uiteenlopend zijn, werd pas onlangs geregeld. Zo werden alle documenten werden immers samengebracht en opgeslagen in de North Gate gebouwen van de FOD Economie en zijn ze op eenvoudige vraag toegankelijk voor onderzoekers en wetenschappers.