Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6369

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 29 december 2009

aan de minister van Klimaat en Energie

Synatomfonds - Belegging van de middelen door de nucleaire exploitanten - Commissie voor nucleaire voorzieningen - Vooruitzichten

duurzame ontwikkeling
kerncentrale
nucleaire veiligheid
kernenergie
begrotingsfonds
nucleaire beveiliging

Chronologie

29/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/1/2010)
25/2/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6369 d.d. 29 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2007 werd beslist dat 75 % van de middelen uit het Synatomfonds mogen worden belegd door de nucleaire exploitanten. Het saldo, zijnde 25 %, moet worden belegd in activa buiten de kernexploitanten. Daarbij werd reeds in maart 2007 beslist dat 10 % daarvan, dus netto 2,5 %, moet worden toegekend aan projecten die de energie-efficiëntie of de productie van duurzame energie bevorderen. Dit percentage kan zelfs worden uitgebreid.

Een jaar geleden, op 13 november 2008, antwoordde de geachte minister mij op een mondelinge vraag nr. 4-465 (Handelingen nr.4-48, blz. 33) dat hij de Commissie voor nucleaire voorzieningen gevraagd had om hem de stand van zaken mede te delen in verband met de criteria voor het uitlenen van het gedeelte van het Synatomfonds dat bestemd is voor projecten die de energie-efficiëntie of de productie van duurzame energie bevorderen.

Kunt de geachte minister mij meedelen:

1. welke de criteria zijn die de Commissie voor nucleaire voorzieningen heeft vastgelegd;

2. wat de huidige samenstelling is van de Commissie voor nucleaire voorzieningen;

3. hoeveel keer de Commissie in het laatste jaar is samengekomen;

4. of de vertegenwoordigers van de overheid in de Commissie de vastgelegde criteria ondersteunen;

5. of het gedeelte bestemd voor projecten die de energie-efficiëntie of de productie van duurzame energie bevorderen al is toegekend aan concrete projecten;

6. wat de huidige stand van zaken is van alle lopende leningen uit het Synatomfonds;

7. welke wijzigingen er in de komende jaren voorzien zijn in de belegging van de middelen uit het Synatomfonds;

8. of hij van plan is het percentage van 2,5 % voor projecten die de energie-efficiëntie of de productie van duurzame energie bevorderen op te trekken?

Antwoord ontvangen op 25 februari 2010 :

De criteria voor de beoordeling van projecten die kunnen genieten van 10 % van 25 % van de nucleaire voorzieningen, die niet het voorwerp kunnen uitmaken van een lening aan de kernexploitanten, werden opgesteld. Een samenvatting ervan bevindt zich in bijlage.

De Commissie voor nucleaire voorzieningen is samengesteld uit negen leden, zes leden die de overheid vertegenwoordigen en drie leden die de kernprovisievennootschap vertegenwoordigen.

De Commissie is in 2009 zeven maal samengekomen. De in 2008 voorgestelde criteria werden meermaals besproken tijdens de vergaderingen van de Commissie. Er werden een aantal mogelijke problemen onderzocht en daarna werd een juridische analyse gevraagd waardoor de criteria werden aangepast.

Tijdens de vergadering van 18 februari 2009 werden de criteria door alle leden van de Commissie aangenomen. De Commissie heeft mij hiervan per brief ingelicht. Ik heb de Commissie per kerende post laten weten dat ik akkoord ging met de voorgestelde criteria en dat mijn voorkeur tevens uitging naar de oplossing waarbij via publieke instellingen zoals FEDESCO of FRGE zou worden gewerkt voor de praktische uitwerking van het artikel 14, §7, van de wet van 11 april 2003.

Daarop heeft de Commissie deze instellingen uitgenodigd en gehoord. Beide instellingen hebben laten weten geïnteresseerd te zijn in een mogelijke financiering via deze weg. Momenteel zijn de onderhandelingen nog niet afgerond. Het zullen deze instellingen zijn die concrete projecten zullen financieren en niet de Commissie voor nucleaire voorzieningen of de kernprovisievennootschap zelf. De exacte financieringsnoden van deze instellingen zijn nog niet duidelijk. Er wordt hen daarover meer duidelijkheid gevraagd. Daarna zou men kunnen overwegen het percentage van 2,5 % eventueel te herzien.

Buiten de piste die voorzien werd in artikel 14, §7, van de wet van 11 april 2003 werden de voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de bestraalde splijtstoffen voornamelijk geleend aan Electrabel, SPE en Elia.

Verder werden ze gebruikt voor korte-termijn-beleggingen en de financiering van diverse activa binnen de kernprovisievennootschap. Een deel van de lening aan Elia verliep in september vorig jaar.

Bijlage

Wet van 25 april 2007

Leningen aan verlaagd tarief

Selectiecriteria

De leningen worden toegekend mits naleving van een aantal criteria zoals:

1. Levensvatbaarheid van het project;

2. Type van kredietnemer;

3. Type van project;

4. Type van financiering;

5. Het aanvraagdossier van de lening;

1. Levensvatbaarheid van het project.

Projecten dienen een voldoende rentabiliteit aan te tonen.

Genereren van positieve cash flows vanaf het eerste jaar van uitbating voldoende om de dekking van de schuld (kapitaal en intresten) te verzekeren.

2. Type van kredietnemer

Rechtspersonen uit één van de landen behorend tot de Europese Unie.

Ontwikkeling en beheer van het project door teams gelokaliseerd in één van de landen van de Europese Unie.

3. Type van projecten

De activiteiten sector wordt beperkt tot:

- hernieuwbare energie;

- energiebesparingen.

Teneinde de beslissingen terzake te objectiveren, wordt voorgesteld om uitsluitend projecten te financieren waarvan het “groene” karakter erkend wordt door de Belgische Staat of de gewesten via de toekenning of de belofte tot toekenning van een vorm van staatssteun (subsidies, belastingverlaging, certificaten of premies) door deze autoriteiten.

Concrete projecten in de ontwikkelingsfase, in tegenstelling tot vage intenties vanwege de kredietnemer.

Gefinancierde activa: de lening moet uitsluitend dienen voor de financiering van materiële investeringen (installaties, gebouwen, …).

Geografische lokalisatie: activa of een activiteit gelokaliseerd in België en onderworpen aan het Belgisch recht.

Minimum grootte van de financiering: drie miljoen euro

Maximum grootte van de financiering: tien miljoen euro

Maximum aandeel van elke financiering in de enveloppe van leningen aan verlaagd tarief: 20 %.

4. Type van financiering

Alleen schuld (geen investeringen in kapitaal).

Garanties inzake hoofdsom en intresten ten voordele van Synatom.

Senior schuld (ten minste pari passu met de andere schuldeisers).

Inzet van eigen middelen van minstens 1,5 miljoen euro per kredietnemer teneinde een voldoende betrokkenheid van de projectontwikkelaars te verzekeren.

Verhouding D/E (na injectie van schuld en investering in de gefinancierde activa) van maximum 70/30.

Munt van de schuld: uitsluitend in euro.

Vervaldatum van de leningen: maximum tien jaar teneinde een zekere beschikbaarheid van de voorzieningen te garanderen.

5. Het aanvraagdossier

Het aanvraagdossier dient met name te bevatten:

- informatie betreffende de rechtspersoon;

- gedetailleerde beschrijving van het project;

- informatie betreffende het business plan;

- informatie over de kwaliteit van het management (van alle leden van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité indien van toepassing) en het beheer van de maatschappij.