Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-577

van Helga Stevens (CD&V N-VA) d.d. 3 april 2008

aan de staatssecretaris voor Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Invaliditeit - Progressieve werkhervatting - Vakantieregeling

lichamelijk gehandicapte
vakantie
herintreding
betaalde vakantie
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
invaliditeitsverzekering

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
22/9/2008Rappel
16/12/2008Rappel
5/1/2009Dossier gesloten

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-406
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2751

Vraag nr. 4-577 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de media kwam onlangs een probleem aan het licht in verband met de vakantieregeling in het systeem van progressieve werkhervatting. Het probleem in kwestie ontmoedigt een groep invalide mensen – die mensen namelijk die slechts een beperkt aantal uren per week mogen werken – om opnieuw actief te zijn op de arbeidsmarkt, terwijl het systeem deze herintegratie uiteraard net bedoelt te stimuleren.

Nemen we bijvoorbeeld iemand die al sinds enige jaren invalide is, maar met toestemming van de dokter 6 uren per week mag werken als bediende zonder zijn recht op uitkering te verliezen. Op het einde van het jaar zou deze persoon plots slechts een zeer lage uitkering ontvangen, meer dan tien keer lager dan het normale maandelijkse bedrag. Klaarblijkelijk dient er in zulke gevallen een vakantieattest overgemaakt worden. In bovenvermeld voorbeeld zou de persoon jaarlijks recht te hebben op 30 uur – of ongeveer vier dagen – vakantie en bijhorend enkel en dubbel vakantiegeld.

Daarenboven dient de persoon jaarlijks 24 dagen vakantie op te nemen, net zoals gewone werknemers die voltijds werken. Voor 20 dagen (24 min 4) daarvan ontvangt hij echter geen vakantiegeld. In deze periode wordt ook de uitkering drastisch verminderd (voor een bediende komt dat overeen met 10 dagen uitkering, voor een arbeider nog minder). De persoon in dit voorbeeld zit een halve maand per jaar zonder inkomen.

Volgens het RIZIV geldt er sinds 1 januari 2006 een nieuwe reglementering die tegemoet zou komen aan de problemen van mensen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden. Ziekenfondsen die ik contacteerde, houden vol dat deze mensen 24 dagen vakantie per jaar moeten opnemen.

Graag had ik over deze problematiek dan ook de volgende vragen gesteld aan de geachte minister:

1. Is het inderdaad zo dat een bediende met een invaliditeitsuitkering jaarlijks 24 dagen vakantie moet opnemen, hoewel er slechts een beperkt aantal (6) uren per week als bediende gewerkt wordt?

2. Indien de eerste vraag positief beantwoord wordt, is het dan ook zo dat deze bediende slechts voor een beperkt aantal van die dagen (30 uren) vakantiegeld ontvangt?

3. Indien de tweede vraag positief beantwoord wordt, is het zo dat het ziekenfonds slechts voor een deel van de onbetaalde vakantiedagen (namelijk 10) een uitkering dient uit te betalen, zodanig dat het gecombineerde bedrag van het vakantiegeld plus de beperkte uitkering lager ligt dan haar normale maandelijkse inkomen?

4. Indien de derde vraag positief beantwoord wordt, is de geachte minister bereid om de nodige maatregelen te nemen zodat alle mensen die in een vergelijkbare situatie verkeren geen inkomensverlies meer leiden?