Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5744

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Landsverdediging

Piraterij - Golf van Aden - Inzetten van een Belgisch marinefregat - Ter beschikking stellen van militairen

piraterij
marine
veiligheid op zee
strijdkrachten in het buitenland
Somalië

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
12/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5030

Vraag nr. 4-5744 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Belgische marinefregat Louise-Marie is reeds enkele tijd in de door piraten geteisterde Golf van Aden aan het patrouilleren. In het kader van het Europese defensieprogramma Atalanta helpt het Belgische legerschip de gigantische grote golf te beveiligen en zo de koopvaartschepen meer garanties te bieden inzake hun doorvaart. De noodzaak om fregatten te laten patrouilleren is evident. Toch blijkt het moeilijk om gezien de oppervlakte, het mandaat en technische beperkingen het aantal zeekapers substantieel terug te dringen of uit te schakelen.

Een aantal maanden geleden kondigde de geachte minister aan om tegen betaling militair personeel ter beschikking te stellen van rederijen: maximaal acht militairen varen een week mee voor 150 000 euro ter bescherming tegen piraterij in de Golf van Aden.

Gezien het voorgaande bondige kader kreeg graag een antwoord op volgende vragen:

1.Hoeveel teams van militairen werden reeds ter assistentie “ verhuurd “ aan rederijen? Kan de geachte minister duidelijk weergeven aan welke boten, van welke rederijen, bedrijven, tegen welke overeenkomst en volgens welke modaliteiten qua mandaat en financiering deze militairen werden uitbesteed? Hoe evalueert hij deze werkwijze?

2.Hoe evalueert hij de impact van operatie Atalanta? Hoe evalueert hij het mandaat van de Louise-Marie?

3.Hoeveel maal werd de Louise-Marie ingezet in interventies sinds haar aanwezigheid in de Golf van Aden? Hoe evalueert hij deze cijfers?

4.Wat is het kostenplaatje van de missie in termen van vaste en variabele kosten?

5.Wat is de maximale tijd dat een militair op de fregat kan blijven?

6.Hoeveel maal werd de Alouette ingezet om verdachte boten te inspecteren? Is de Alouette nog steeds technisch voldoende opgewassen om haar opdrachten ten volle uit te voeren?

7.Hoe staat hij ten aanzien van embedded journalism inzake de Belgische militaire missies en de aanwezigheid van journalisten? Hoe verloopt de aanvraag en toelating voor deze journalisten? Waar en wanneer heeft hij dergelijke journalisten toegelaten? Kan hij preciseren voor welk medium of publicatie deze journalisten werk(t)en?

8.Indien correct, waarom doet de Louise-Marie ’s nachts geen interventies?

9.Waarom worden de herfstmaanden als “ topmaanden “ voor de piraten omschreven?

10.Hoe is de evolutie van het aantal pogingen tot kaping in de Golf van Aden de laatste jaren? Kan hij dit met duidelijke en overzichtelijke cijfers duiden?

11.Hoeveel maal heeft de Belgiche Zeemacht waarschuwingsschoten gebruikt in de Golf van Aden? In welke missie ervoor diende de Belgsiche Zeemacht dergelijke schoten te lossen?

Antwoord ontvangen op 12 januari 2010 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

  1. Het Belgisch “Vessel Protection Detachment” (VPD) team werd slechts één maal daadwerkelijk ingezet aan boord van de « T.V. Pompeï », een schip van de firma “N.V. Ondernemingen Jan De Nul”. Een VPD-team bestaat gewoonlijk uit negen personen en voor de inzet van een VPD wordt een “all-in” bedrag van 115 000 euro per week aangerekend. Het mandaat is afgeleid van de operatie EU Navfor Atalanta en vanuit de UNCLOS (UN Convention on the Law of the Sea). Het zou voorbarig zijn om algemene conclusies te trekken uit één enkele inzet; niettemin was de inzet van een VPD aan boord van de Pompeï een succes.

  2. Er is noch internationaal noch nationaal al een grondige analyse over Atalanta gemaakt. Er zijn bijgevolg nog geen concrete conclusies beschikbaar aangaande de inzet van de “BNS Louise-Marie” in het kader van Atalanta die juist afgelopen is. Operatie Atalanta boekt succes en verdient dan ook om voortgezet te worden. Sinds het begin van de operatie in december 2008 is het aantal piraterij-incidenten weliswaar toegenomen maar is het aantal geslaagde aanvallen afgenomen. Het mandaat van de operatie Atalanta bestaat nog steeds uit het beschermen van WFP-schepen (“World Food Program”) en andere humanitaire of kwetsbare schepen voor het afschrikken van piraterij en gewapende overvallen op zee. Door zijn bijdrage aan operatie Atalanta, geeft België gevolg aan de oproepen van de VN-Veiligheidsraad, in het bijzonder de VN-Veiligheidsraadresoluties 1814, 1816 en 1846 (2008), om een gecoördineerde inzet voor de kust van Somalië te ondersteunen. De bestrijding van piraterij en gewapende overvallen op zee vormen tot slot een uiterst concrete bijdrage aan de handhaving van de internationale rechtsorde. Piraterij is immers in strijd met het internationale recht; in het bijzonder het VN-zeerechtverdrag.

  3. De Golf van Aden (GOA) is slechts een deel van het totale operatiegebied (noordelijk deel). Daarom worden de gegevens hieronder telkens opgesplitst in GOA en “Somalië Bassin” (SB). Er hebben vijf escortes plaatsgevonden in de GOA. Eenmaal werd er technische bijstand en bescherming geboden aan een defect schip. Tevens werden er drie escortes uitgevoerd in de SB. In de GOA werden acht naderingen uitgevoerd op verdachte schepen waarvan er vijf effectief geleid hebben tot een interventie (“boardings”) aan boord. In het SB werden drie interventies uitgevoerd. Het fregat Louise-Marie heeft tenslotte assistentie verleend aan achtendertig drenkelingen in de GOA. Het aantal interventies hangt voornamelijk af van de plaats waar het schip zich bevindt en van de ontvangen opdracht. De commandant van het eskader bepaalt het inzetgebied en de bijzondere detailopdracht. Het is daarom niet opportuun om de inzet van één enkel schip te evalueren aan de hand van het aantal interventies.

  4. Wat de verschillende kosten voor de operatie Atalanta betreft, kan men stellen dat deze in totaal 12,32 miljoen euro bruto zullen bedragen, inclusief de kost voor de voorziene personeelsondersteuning in het operationeel hoofdkwartier te Northwood, het ingescheept hoofdkwartier aan boord van het Nederlandse Marineschip Evertsen en het logistiek ondersteunend hoofdkwartier in Djibouti. Deze kosten omvatten 3,10 miljoen euro voor het personeel; 7,85 miljoen euro voor het materieel; 0,76 miljoen euro voor het transport en 0,61 miljoen euro voor de nodige logistieke ondersteuning. Rekening houdend met de interne compensatie op de functioneringskredieten bedraagt de uiteindelijke totale netto kost 0,91 miljoen euro waarvan 0,86 miljoen euro voor het personeel en 0,05 miljoen euro voor de nodige logistieke ondersteuning.

  5. De maximale tijd dat een bemanningslid aan boord kan blijven is geen beperkende factor. In het algemeen wordt er wel gestreefd naar maximaal één maand op zee tussen twee havenbezoeken.

  6. De Alouette III maakt deel uit van de huidige capaciteiten van het fregat Louise-Marie. De helikopter wordt als een verlengstuk ingezet van de sensoren (outside sensor). Tijdens een patrouilleopdracht kan de helikopter meermaals per dag ingezet worden. Vanaf het ogenblik dat een verdacht schip gedetecteerd wordt door het fregat, wordt de helikopter ingezet voor het vervolg van de nodige acties. De Alouette III is zeker in staat haar opdracht uit te voeren, alhoewel er voor bepaalde opdrachten beperkingen bestaan. Ten opzichte van modernere helikopters is de Alouette beperkt in zijn autonomie, zijn vrachtcapaciteit (zowel voor materiaal als personeel) en in nachtvluchtmogelijkheden.

  7. Journalisten konden voor een beperkte periode inschepen aan boord van het fregat F931 Louise-Marie. De media werd van deze opportuniteit op de hoogte gebracht en kon hierop inschrijven via de persdienst van Defensie.

    De journalisten konden inschepen en meevaren tussen twee bevoorradingshavens. Dit betekent in werkelijkheid dat ze een tiental dagen deelnamen aan het ‘boordleven’. Slechts één freelance-journaliste scheepte in als “Embedded Press” tijdens de operatie Atalanta. Tot vandaag resulteerde haar deelname in twee gepubliceerde artikelen, namelijk in de Knack en de Télé-Moustique.

    Embedded journalism” is een moderne vorm van journalistiek. Hiervoor moeten op voorhand duidelijke afspraken gemaakt worden.

    Deze vorm van verslaggeving kan een correct beeld geven van de inzet van onze troepen en daarom heb ik de defensiestaf gevraagd een studie te maken die voor de toekomst de modaliteiten regelt waaronder “Embedded Journalism” kan worden toegestaan in andere operatiegebieden.

    Defensie is op de hoogte van deinteresse bij de media. Zodra de eerdergenoemde modaliteiten duidelijk zijn afgelijnd, zullen de media hierover gecontacteerd worden.

  8. Het fregat Louise-Marie is wel degelijk in staat om nachtelijke interventies uit te voeren. Een “boarding” bij nacht houdt steeds een verhoogd risico in en heeft bovendien operationeel gezien geen meerwaarde. Indien nodig kan het fregat in de buurt van een schip blijven om de boarding aan te vangen bij het eerste daglicht. Bovendien gebeuren de meeste piraterij acties overdag, waardoor de interventies meestal ook overdag dienen te gebeuren.

  9. Het klimaat heeft inderdaad een invloed op het gedrag van de piraten. Er zijn twee periodes gedurende dewelke de piraterij activiteit het hoogst is, namelijk tijdens de lente- en herfstperiode. De zee is immers, door de moesson, vaak woeliger in de winter- en zomermaanden. De herfst is voor de piraten de meest ideale periode.

  10. Deze gegevens hebben een vertrouwelijk karakter.

  11. Tijdens Atalanta werd er bij één gelegenheid waarschuwingsschoten afgevuurd met het boordwapen van de Alouette III. Deze werden gericht tegen een aantal kleine bootjes (“skiffs”) die met hoge snelheid in de richting van een koopvaardijschip aan het varen waren en die niet reageerden op oproepen en waarschuwingen.

    Een dergelijke procedure is een standaard maatregel en een fase in een eventueel escalatieproces. Deze procedure werd eerder al gebruikt tijdens de embargo opdrachten voor de kusten van het voormalige Joegoslavië.