Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5674

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden - Informantenwerking - Controle

politie
gerechtelijk onderzoek
misdaadbestrijding
georganiseerde misdaad
strafprocedure

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
17/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4387

Vraag nr. 4-5674 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

"Informanten zijn weegschalen, meestal in onevenwicht.". De BOM -wet ( de wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden) maakte het mogelijk informanten in te schakelen, die in ruil voor relevante informatie bepaalde privileges genieten, en een vergoeding krijgen. Wantoestanden en het doortastende optreden van de BOM-magistraat in het gerechtelijk arrondissement Brugge leidden tot een verbeterde controle op de informanten, die volgens de BOM-wet op tijd en stond moeten worden geëvalueerd. Aangezien informanten meer en meer actief zouden worden gestuurd door de politie, en meer en meer in de rol van undercoveragenten zouden geduwd worden, blijkt de controle van de BOM-magistraten en de Kamer van inbeschuldigingstelling (KI) meer dan noodzakelijk.

Gezien het korte voorgaande kader, volgende vragen:

In welke mate speelt de informantenwerking een belangrijke rol? Hoe functioneert het zogenaamde puntensysteem bij de evaluatie van de informanten?

Hoeveel informanten zijn in Brussel geregistreerd? Hoeveel informanten kent elk gerechtelijk arrondissement? Zijn er grote verschillen inzake het gebruik van informanten bij de verschillende arrondissementen? Kan de geachte minister aangeven hoeveel van deze informanten daadwerkelijk actief info aanleverden? Kan hij de kostprijs van de informantenwerking per arrondissement aangeven?

Hoeveel van deze informanten komen uiteindelijk en binnen welke tijd op de blacklist terecht, en worden dus geschrapt? Kan hij dit met cijfers aangeven voor 2006, 2007 en 2008?

Is hij bekend met het probleem van informanten die door de politie gestuurd worden tot burgerinfiltraties ? Is hij akkoord dat het fenomeen toeneemt waarbij gecodeerde informanten in de praktijk meer en meer als undercoveragent fungeren? Zo ja, hoe komt dit?

Is hij akkoord dat het systeem van informanten en de aangebrachte informatie moeilijk te controleren valt? Is hij akkoord dat de samenvattingen die de BOM-magistraat krijgt te vaag zijn, en te gemakkelijk ruimte voor interpretatie openlaten? Is hij akkoord dat een jaarlijkse doorlichting van de informantenwerking door de lokale BOM-magistraat per arrondissement noodzakelijk is?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 :

Vraag 1:

In welke maat speelt de informantenwerking een belangrijke rol?

Tijdens het jaar 2007 konden volgende resultaten bereikt worden op grond van door de informanten aan de politiediensten verschafte inlichtingen, soms in combinatie met andere onderzoeksmethodes:

- onder aanhoudingsbevel geplaatste personen: 873;

- in beslag genomen vuurwapens: 78;

- in beslag genomen illegale wapens: 9;

- in beslag genomen voertuigen: 163;

- in beslag genomen synthetische drugs in pilvorm: 139 776 pillen;

- in beslag genomen synthetische drugs in poedervorm: 6 612 gram;

- in beslag genomen opiaten:128 349 gram;

- in beslag genomen cocaïne (en derivaten): 317 009 gram;

- in beslag genomen drugs: 480 344 gram;

- in beslag genomen vloeibare drugs:1 018 liter;

- in beslag genomen illegale vermogensvoordelen: 7 320 716 euro;

- diverse financiële voordelen: 83 142 614 euro.

De volgende goederen konden eveneens in beslag worden genomen: een appartement met een waarde tussen 125 000 et 150 000 euro + meubilair; een tractor met aanhangwagen met dekbladen; 9 626 cannabisplanten; meer dan 24 miljoen sigaretten; 1 vrachtwagen met diverse gestolen voorwerpen; honderden kg gestolen koper; verscheidene complete installaties voor cannabisplantages of laboratorium voor synthetische drugs; tientallen GSM’s…

Hoe functioneert het zogenaamde puntensysteem bij de evaluatie van de informanten?

De beslissing over het bedrag dat aan een informant wordt toegekend, wordt genomen door de nationale informantenbeheerder overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 maart 2003. In die context waakt de nationale informantenbeheerder over de eenvormigheid van de aan de informanten toe te kennen gunsten.

Alvorens deze premie mag worden uitbetaald, moet de magistraat belast met de bijzondere opsporingsmethoden in het arrondissement, uiteraard zijn toestemming geven. Voor premies die een zeker bedrag overschrijden, is daarenboven de toestemming van het federaal parket vereist.

De praktische toepassingen van de wet inzake de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden worden gefinancierd door bijzondere fondsen die ter beschikking worden gesteld van de federale politie door de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie. De modaliteiten kunnen wegens hun vertrouwelijk karakter niet worden toegelicht.

Het bedrag van de aan de informanten verleende premies is berekend volgens de criteria die in deze ministeriële omzendbrief vermeld zijn, samen met een berekeningsrooster dat dient om de van de informant verkregen informatie alsook de gedane inspanningen te objectiveren.

Vraag 2:

Hoeveel informanten zijn in Brussel geregistreerd?

Vertrouwelijke gegevens.

Hoeveel informanten kent elk gerechtelijk arrondissement?

Vertrouwelijke gegevens.

Zijn er grote verschillen inzake het gebruik van informanten bij de verschillende arrondissementen?

Vertrouwelijke gegevens.

Kan de geachte minister aangeven hoeveel van deze informanten daadwerkelijk actief info aanleverden?

Op grond van de geldende regelgeving moet een informant die geen informatie (meer) verschaft tijdens een ononderbroken periode van een jaar beschouwd worden als “niet-actief”.

Het percentage "actieve" en "niet-actieve" informanten is niet representatief, want het is afkomstig uit het nationale controlesysteem, waarin alle gecodeerde informanten opgenomen zijn. Het aantal in deze databank opgenomen informanten neemt elk jaar toe wegens de werving van nieuwe bronnen. Parallel daarmee doet de automatische overstap naar de status niet-actief van alle bronnen die niet meer in contact staan met de politie sinds een jaar het aantal informanten kunstmatig afnemen.

Kan hij de kostprijs van de informantenwerking per arrondissement aangeven?

Vertrouwelijke gegevens.

Vraag 3:

Hoeveel van deze informanten komen uiteindelijk en binnen welke tijd op de blacklist terecht, en worden dus geschrapt?

De lokale informantenbeheerder staat in voor de permanente controle over alle informanten, die in het gerechtelijk arrondissement actief zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat hij op een bepaald ogenblik de beslissing kan nemen dat een informant onbetrouwbaar wordt geacht en deze beslissing in het controlesysteem kan laten registreren (blacklisting). Ook de procureur des Konings kan, indien daartoe grond bestaat, de lokale informantenbeheerder bij schriftelijke beslissing verbieden verder te werken op bepaalde informatie geboden door een informant Er werd door de wetgever niet geopteerd voor een verbod om verder te werken met de informant zelf, doch wel met de informatie die hij heeft aangeboden. Dit belet echter niet dat de procureur des Konings in de praktijk de lokale informantenbeheerder kan verzoeken, indien daartoe volgens hem grond bestaat en rekening houdend met de voorschriften in het kader van het centraal controlesysteem, een informant als onbetrouwbaar te laten registreren. Een soortgelijk initiatief kan overigens ook uitgaan van de nationale informantenbeheerder, op basis van de informaties waarover hij beschikt.

Kan hij dit met cijfers aangeven voor 2006, 2007 en 2008?

Het aantal blacklisted informanten is vertrouwelijk.

Vraag 4:

Is hij bekend met het probleem van informanten die door de politie gestuurd worden tot burgerinfiltraties?

De BOM-wet laat toe dat de politiediensten een informant kunnen verzoeken over een bepaald crimineel milieu of dadergroepering waarmee hij nauwe banden heeft, informatie in te winnen en deze aan hen te bezorgen. De informant kan, bij het inwinnen van deze informatie, een actieve rol vervullen en gericht pogen deze informatie te verzamelen. De informant kan echter geen actieve daden stellen die een infiltrant wel kan stellen, noch beschikt hij over een fictieve identiteit. Mocht hij in dit verband strafbare feiten plegen, dan zullen die hem ten laste worden gelegd.

Deze gerichte informatie-inwinning kan slechts als provocerend worden beschouwd indien de informant bepaalde handelingen zou stellen waarvoor hij uitdrukkelijk door zijn contactambtenaar werd aangezocht en die in hoofde van het crimineel milieu of de dadergroepering het voornemen om een misdrijf te plegen rechtstreeks doet ontstaan, versterkt of bevestigd terwijl die dit wilde beëindigen. In dat opzicht werd, naast de rol weggelegd voor de BOM-magistraat, door de politiediensten een systeem in plaatsgesteld dat een goed evenwicht garandeert tussen een performante informatie-inwinning en een optimale bescherming van informanten en de integriteit van de contactambtenaren. Er gaat voornamelijk een bijzondere aandacht uit voor de permanente opvolging en controle op de integriteit van de contactambtenaren, dit enerzijds door de in plaatsstelling van een getrapte organisatiestructuur (contactambtenaar – lokale informantenbeheerder – nationale informantenbeheerder) en anderzijds door het verschaffen van doorgedreven opleidingen.

Is hij akkoord dat het fenomeen toeneemt waarbij gecodeerde informanten in de praktijk meer en meer als undercoveragent fungeren? Zo ja, hoe komt dit?

Zie antwoord hiervoor.

Vraag 5:

Is hij akkoord dat het systeem van informanten en de aangebrachte informatie moeilijk te controleren is?

De lokale informantenbeheerder oefent een permanente controle uit over de betrouwbaarheid van de via hem in het centrale controlesysteem geregistreerde informanten. Hij evalueert daarbij minstens éénmaal per jaar de betrouwbaarheid van deze informanten. Elke nieuwe basisinformatie die een informant aanbrengt en die verder wordt geëxploiteerd geeft aanleiding tot een nieuwe beoordeling van de betrouwbaarheid van de betrokken informant. De lokale informantenbeheerder brengt de procureur des Konings op diens verzoek en minstens driemaandelijks algemeen verslag uit over de informantenwerking binnen de gedeconcentreerde gerechtelijke directie en de lokale politiekorpsen van het arrondissement.

Er kan verwezen worden naar het arrest van 21 december 2004 van het Grondwettelijk Hof, dat van oordeel is dat het vertrouwelijk dossier met betrekking tot de aanwending van de informanten heel sterk verschilt van het vertrouwelijk dossier met betrekking tot observatie en infiltratie, in die mate dat een bijzondere behandeling nodig is, die verschilt van deze die bestaat op het niveau van de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Het Grondwettelijk Hof heeft ter zake toegevoegd dat de bestaande controlesystemen beantwoorden aan de vereisten.

Is hij akkoord dat de samenvatting die de BOM-magistraat krijgt te vaag zijn, en te gemakkelijk ruim voor interpretatie openlaten?

Artikel 47decies, §5 van het wetboek van Strafvordering bepaalt dat de lokale informantenbeheerder minstens om de drie maanden een verslag opstelt betreffende de activiteit van de informanten op het grondgebied van zijn gerechtelijk arrondissement en dit meedeelt aan de magistraat die belast is met de controle op de bijzondere onderzoeksmethodes.

Dit verslag verschaft een begrijpelijke en uitvoerige toelichting aan het parket. Indien nodig kan de BOM-magistraat eisen dat een tussentijds verslag wordt opgesteld en zelfs gerichte uitleg vragen in het kader van zijn algemene controle- en toezichtopdracht.

Indien de informantenwerking ernstige aanwijzingen over gepleegde of nog te plegen strafbare feiten aan het licht brengt, dient de lokale informantenbeheerder hierover onverwijld en schriftelijk aan de procureur des Konings nauwgezet, volledig en waarheidsgetrouw verslag uitbrengen.

De procureur des Konings kan tevens, indien daartoe grond bestaat, de lokale informantenbeheerder bij schriftelijke beslissing verbieden verder te werken op bepaalde informatie geboden door een informant. Hij beslist of, in functie van het belang van de aangebrachte informatie en met inachtneming van de veiligheid van de informant, hiervan proces-verbaal wordt opgesteld.

Is hij akkoord dat een jaarlijkse doorlichting van de informantenwerking door de lokale BOM-magistraat per arrondissement noodzakelijk is?

De BOM-magistraat werkt in nauwe samenwerking met de lokale informantenbeheerder. Zij komen vaak samen, zowel om de regelmatige follow-up van de dossiers als welbepaalde gevallen te bespreken. Het parket ontvangt bovendien minimum vier driemaandelijkse verslagen elk jaar. De BOM-magistraat is volgens zijn souvereine appreciatie bovendien vrij te voorzien in de controlevormen die hij nodig acht.