Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-564

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Hepatitis C - Uitgaven

officiële statistiek
geografische spreiding
infectieziekte
kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
21/5/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-454

Vraag nr. 4-564 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Hepatitis C is een virale aandoening waarvoor nog geen vaccin bestaat. De behandeling varieert afhankelijk van het genotype. Bepaalde genotypen zijn gelieerd aan bepaalde geografische regio’s in de wereld. Bepaalde genotypen worden medicamenteus behandeld, andere niet. De ziekte kan een serieuze impact hebben op het budget van de volksgezondheid. Om dit te kunnen inschatten is het goed over data te beschikken.

1. Hoeveel gevallen van hepatitis C werden er in 2004, 2005, 2006 en 2007 in België geregistreerd? En hoeveel gevallen werden er in 2004, 2005, 2006 en 2007 geregistreerd in respectievelijk Brussel, Vlaanderen en Wallonië?

2. Kan de geachte minister de getallen voor Brussel, Vlaanderen, Wallonië en België (voor 2004, 2005, 2006 en 2007) uitsplitsen per genotype?

3. Wat zijn de uitgaven voor de behandeling van hepatitis C voor Brussel, Vlaanderen, Wallonië en België (voor 2004, 2005, 2006 en 2007), dit meer bepaald voor de medicatie Interferon Alfa 2a of 2b en Ribavirine?

Antwoord ontvangen op 21 mei 2008 :

1. In België is hepatitis C een ziekte met verplichte melding.

Aantal gevallen gemeld aan de gemeenschappen, per regio, voor België en per jaar voor de periode 2004-2007

20032004200520062007
Bru.6201531NA
Vla.588635685677NA
Wal.2237222731NA
Bel.817727927739/
NA = Not available

In Vlaanderen bevatten deze cijfers alle beschikbare gegevens. Voor Brussel en Wallonië zijn er alleen nieuwe gevallen door verplichte melding en is er dus een onderschatting van de incidentie.

Er bestaan ook gegevens over de incidentie van hepatitis uit het peillaboratoria netwerk van het Wetenschappelijke Instituut Volksgezondheid.

Een van de doelstellingen van het peillaboratoria netwerk is de incidentie van ongeveer viertig geregistreerde micro-organismen te schatten.

Ongeveer 60 % van de laboratoria erkend voor microbiologie nemen deel aan dit netwerk. De registratie door het netwerk werd in 2005 gestart en alleen voor de resultaten van een diagnostische test (PCR).

Voor Brussel en Wallonië kunnen deze cijfers gebruikt worden om een vollediger beeld van de incidentie te krijgen maar ze moeten met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden want de oorsprongen kunnen niet vergeleken worden en dubbels kunnen dus niet uitgesloten worden. Bovendien kunnen dubbels van een jaar tot een ander ook niet uitgesloten worden aangezien een patient meerdere testen kan ondergaan.

Aantal gevallen met PCR gediagnosticeerd door peillaboratoria, voor België, per regio en per jaar voor de periode 2004-2007

2004200520062007
Bru.NA570658577
Vla.NA337529466
Wal.NA14979145
Bel./1 152*1 2661 188
* 96 data met onbekende postcode

Op basis van deze cijfers zou de gemiddelde jaarlijkse incidentie in België rond 1 nieuwe geval voor 10 000 inwoners per jaar kunnen bepaald worden (http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/plabannl/index06.htm).

De schatting van de prevalentie (beeld van het aantal nieuwe en oude gevallen) van hepatitis C in België steunt op de resultaten van een prevalentiestudie die in 1993-1994 in Vlaanderen werd uitgevoerd. De prevalentie bedraagt 0,87 % (1) wat, geëxtrapoleerd op de Belgische bevolking, ongeveer 100 000 personen met hepatitis C betekent. In 2003-2004 heeft het WIV een nieuwe prevalentiestudie uitgevoerd met financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap. Tien jaar later wordt de prevalentie op 0,12 % (2) geschat.

Deze daling is belangrijk maar kan aan verschillende factoren worden toegeschreven, daarom kan men besluiten dat de resultaten van 1993 waarschijnlijk overschat werden terwijl ze in 2003 werden onderschat. In hedendaags België ligt de reële prevalentie van hepatitis C-infecties waarschijnlijk tussen het resultaat van de twee studies.

(1) European Journal of Epidemiology, 1997, nº 13, 275-280.

(2) European Journal of Epidemiology, 2007, nº 22, 195-202.

2. In België komen de genotypes 1 en 3 het meest voor zowel onder de algemene bevolking als onder de druggebruikers. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met deze uit andere Europese studies of studies uit de VS.

Year2005 (a)2004-2005 (b)2003 (c)
Study populationIDUs and non-IDUsIDUsGeneral population
PlaceFlandersBelgiumBelgium
N1529865
Genotype
1 (%)48,637,753,8
2 (%)1,42,06,2
3 (%)41,249,015,4
4 (%)8,89,213,8
N = aantal stalen
IDU = injecting drug user
(a) Eur J Clin Microbiol Infect Dis, 2005 Aug; 24(8) :514-22.
(b) J of Medical Virology, 2008, 80 :640-45
(c) Infection, 2003, 31, nº 2 : 92-97.

Het genotype 1 (meer bepaald het subtype 1b) wordt geassocieerd met bloedtransfusie, terwijl genotype 3 eerder geassocieerd wordt met intraveneus druggebruik. Deze verschillende genotype distributie is deels een gevolg van de wijziging van de risicofactoren gedurende de laatste decennia. Bloedtransfusie als risicofactor is de laatste jaren verdwenen, terwijl het intraveneus druggebruik gestegen is. Genotype 3 is bijgevolg ook meer te vinden bij een jongere populatie. Het genotype 4, dat prevalent is in het Midden-Oosten, Noord Afrika en Centraal-Afrika, komt ook in België voor. Het resultaat van 13,8 % in studie « c » moet wel met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, aangezien 41,7 % van de patiënten met genotype 4 van buitenlandse origine waren.

De studie « b » stelt ook de meest voorkomende genotypes voor onder injecterende druggebruikers per gewest.

Genotype1234
N372489
Vla. (%)545068,7556
Wal. (%)325018,7533
Bru. (%)14/12,511

Hierbij kon er geen statistisch significant verschil aangetoond worden tussen de verdeling van HCV genotypes onder de gewesten.

3. Wij beschikken over geen diagnostische gegevens noch over gegevens waardoor het aantal gevallen van hepatitits C kunnen berekend worden.

De tabel hierna geeft voor de jaren 2004-2006 de uitgaven van de verzekering weer voor de geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hepatitis C volgens de regio waar de patiënt woont. De gegevens voor het jaar 2007 zijn nog niet beschikbaar. De uitgaven van de afleveringen in het ziekenhuis kunnen niet geregionaliseerd worden.

De uitgaven voor de interferonen (codes L03ABxx) slaan enkel op de vergoedingen van die geneesmiddelen in categorie B. Het is niet mogelijk om diezelfde geneesmiddelen op te splitsen volgens hun gebruik voor hepatitis C of voor hepatitis B. De hierna vermelde uitgaven overschatten dus de uitgaven te wijten aan hepatitis C.

Jaar — AnnéeATCBrussel Hoofdstedelijk Gewest — Bruxelles-CapitaleVlaanderen — FlandreWallonieZiekenhuizen — Hôpitaux
2004J05AB04RIBAVIRINE1 317 6892 098 5571 794 457287.92
L03AB04INTERFERON ALFA-2A32 34955 07732 7575 861
L03AB05INTERFERON ALFA-2B24 678118 69234 46411 180
L03AB10PEGINTERFERON ALFA-2B382 471940 738739 037143 332
L03AB11PEGINTERFERON ALFA-2A1 121 3351 468 9691 246 915163 055
TOT. :2 878 5234 682 0333 847 630611 351
2005J05AB04RIBAVIRINE1 543 4701 867 4342 010 986299 904
L03AB04INTERFERON ALFA-2A40 44947 49227 21110 485
L03AB05INTERFERON ALFA-2B9 67350 38429 1384 534
L03AB10PEGINTERFERON ALFA-2B416 575957 327763 466148 164
L03AB11PEGINTERFERON ALFA-2A1 857 1991 915 5002 138 049315 530
TOT. :3 867 3664 838 1374 968 850778 617
2006J05AB04RIBAVIRINE1 109 8391 330 5161 557 175237 344
L03AB04INTERFERON ALFA-2A20 39137 90131 5057 748
L03AB05INTERFERON ALFA-2B11 07948 18528 48412 387
L03AB10PEGINTERFERON ALFA-2B1 365 3551 375 812884 618193 579
L03AB11PEGINTERFERON ALFA-2A1 365 3551 375 8121 838 130203 425
TOT. :3 066 5993 774 5484 339 912654 483
Bron — Source : Pharmanet + Docum. PH