Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5483

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Activiteitsgraad van ouderen - Verhoging - Generatiepact - Gevolgen - Tijdskrediet - Aantal aanvraag - Alternatief voor brugpensionering

oudere werknemer
vergrijzing van de bevolking
vervroegd pensioen
loopbaanonderbreking
beroepsbevolking
bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
1/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4420

Vraag nr. 4-5483 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij een ongewijzigd beleid zal een jongere van vijftien jaar gemiddeld slechts 28,4 jaar van zijn loopbaan werken. Dat blijkt uit een projectie van experts van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO). Tijdens een colloquium van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) werd tot de bevinding gekomen dat het Generatiepact zijn doel voorbij schiet en niet bijdraagt tot een wezenlijke verhoging van de activiteitsgraad van ouderen. Nog steeds kan België geen gelijke tred houden met het Europese Unie (EU)-gemiddelde. Een en ander is problematisch met het oog op de gevolgen van de vergrijzing.

De directeur-generaal van de FOD WASO stelt dat het resultaat inzake brugpensionering zeer gemengd is. Het aantal " jonge " bruggepensioneerden onder 55 jaar is de afgelopen jaren gehalveerd. Maar de hele groep bruggepensioneerden bleef groeien. Bovendien was er sprake van een explosie van het tijdkrediet voor 50-plussers. Er werden zeker inspanningen geleverd voor de activering van ouderen. Maar tegelijk nam het aandeel van de 50-plussers in de werkloosheidsuitgaven toe van 54,3 % in 2000 tot 57,4 % in 2008.

1. Hoeveel 50-plussers, opgesplitst per regio en daarbinnen per geslacht, hebben sinds de introductie van het Generatiepact jaarlijks een beroep gedaan op een vijfde, respectievelijk halftijds en voltijds tijdskrediet?

2. Blijkt uit de cijfers dat het gevaar reëel is dat het tijdskrediet wordt aangewend als alternatief voor brugpensionering nu die mogelijkheid door het Generatiepact wordt ontraden?

3. Is het nodig om de toekenning van tijdskrediet aan extra voorwaarden te onderwerpen teneinde de wet van de communicerende vaten tussen brugpensionering en tijdskrediet te voorkomen?

4. Moet er meer in het bijzonder overwogen worden om de mogelijkheden voor de toekenning van voltijds tijdskrediet te beperken?

Antwoord ontvangen op 1 februari 2010 :

1.Het geachte lid vindt in bijlage een tabel met het aantal 50-plussers in tijdskrediet volgens gewest, geslacht en regime van tijdskrediet

2.Zoals door de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst (FOD) tijdens het colloquium waarnaar het geachte lid verwijst werd aangehaald is het niet zo eenvoudig om een inschatting te maken van de effecten van de toename van het gebruik van het deeltijds tijdskrediet. Daartoe zou immers moeten worden nagegaan of het gebruik van het deeltijds tijdskrediet per saldo de loopbaan verlengt of inkort. Beide zijn immers mogelijk : het deeltijds tijdskrediet laat toe om het wat rustiger aan te doen en dus langer aan de slag te blijven, maar kan ook als een vorm van gedeeltelijke uittreding worden gebruikt, voorafgaand aan de eigenlijke vervroegde uittreding. Mogelijk wordt hierop bovendien beroep gedaan om een nieuwe vorm van “Canada Dry”-regeling te creëren, waarbij de persoon in deeltijds tijdskrediet in afspraak met de werkgever in de praktijk geen arbeid meer presteert.

Om dit te kunnen evalueren is het noodzakelijk om het loopbaaneinde volledig en gedetailleerd in beeld te kunnen brengen. Dat kan pas wanneer een voldoende groot aantal van de betrokkenen die sinds 2004 een deeltijds tijdskrediet hebben opgenomen de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar zullen hebben bereikt.

3.Het lijkt me logisch om dergelijke maatregelen pas te overwegen wanneer een evaluatie zou hebben aangetoond dat de door u genoemde “wet van de communicerende vaten tussen brugpensioen en tijdskrediet” werkelijk zou bestaan.

4.Het is duidelijk dat een voltijds tijdskrediet op oudere leeftijd vaak niet wenselijk is. De cijfers tonen echter aan dat het hier om een zeer beperkt aantal werknemers gaat, zodat het mij vooralsnog niet nodig lijkt om maatregelen te nemen.

Aantal 50-plussers in tijdskrediet volgens Gewest, geslacht en regime van tijdskrediet

Vlaams Gewest


















 

Mannen

Vrouwen

gemiddelde

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

2e semester 2007

747

18 484

5 721

24 952

786

9 662

9 846

20 294

1e semester 2008

649

20 196

5 767

26 611

708

10 823

10 803

22 335

2e semester 2008

580

20 663

5 667

26.910

597

11 439

11 251

23 286

1e semester 2009

478

22 092

5 879

28 450

479

12 580

12 165

25 223










Waals Gewest


















 

Mannen

Vrouwen

gemiddelde

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

2e semester 2007

344

4 497

2 208

7 049

327

3 647

4 396

8 370

1e semester 2008

284

4 990

2 287

7 562

305

4 066

4 766

9 137

2e semester 2008

225

5 197

2 255

7 677

251

4 299

4 884

9 434

1e semester 2009

170

5 745

2 326

8 240

179

4 678

5 202

10 059










Brussels Hoofdstedelijk Gewest

















 

Mannen

Vrouwen

gemiddelde

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

2e semester 2007

82

967

368

1 417

87

1 230

591

1 907

1e semester 2008

66

1 062

383

1 511

84

1 307

645

2 036

2e semester 2008

57

1 078

366

1 501

75

1 333

659

2 067

1e semester 2009

45

1 147

385

1 577

63

1 436

705

2 203










LAND


















 

Mannen

Vrouwen

gemiddelde

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

volledige onderbreking

1/5

1/2

Totaal

2e semester 2007

1 173

23 948

8 297

33 417

1 199

14 540

14 833

30 572

1e semester 2008

999

26 249

8 437

35 685

1 097

16 197

16 214

33 508

2e semester 2008

862

26 938

8 288

36 089

922

17 072

16 794

34 787

1e semester 2009

693

28 984

8 590

38 267

721

18 693

18 071

37 485