Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5472

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Dienstencheques - Bedrijven - Controle door de RVA

bijkomend voordeel
dienst voor arbeidsbemiddeling
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
fraude
officiële statistiek
geografische spreiding
arbeidsinspectie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/3/2010Rappel
24/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4202

Vraag nr. 4-5472 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit cijfers blijkt dat het aantal dienstenchequebedrijven dat niet in orde is met de reglementering stijgt. Van de 184 controles bij de RVA bleken 108 bedrijven niet in orde. Een ‘fraudepercentage’ van 58.7%, dat flink wat hoger ligt dan de 50% van vorig jaar en de 33% in 2006. Er gaan stemmen op dat de RVA meer middelen moet krijgen voor extra controles om die onfrisse praktijken strenger aan te pakken.

1)Hoeveel controleurs houden zich bij de RVA bezig met het controleren van dienstenchequebedrijven?

2)Hoe is hun aantal in het Vlaams Gewest, resp. Waals Gewest en Brussel jaarlijks geëvolueerd in de periode 2006-eerste semester 2009?

3)Hoeveel controleurs houden bij de RVA bezig met het controleren van PWA’s

a)sui generis, die met dienstencheques werken?

b)die met PWA-cheques werken?

4)Hoe is hun aantal in het Vlaams Gewest, resp. Waals Gewest en Brussel jaarlijks geëvolueerd in de periode 2006-eerste semester 2009?

5)Werden deze controleurs extra aangeworven om het dienstenchequestelsel te controleren of gaat het ook om mensen die reeds bij de RVA actief waren, maar vroeger andere controles moesten verrichten?

6)Heeft de RVA zijn prioriteiten inzake controles verlegd naar de dienstencheques? Zo ja, ten koste van welke andere controles?

7)Is de minister van oordeel dat de pakkans voor frauderende dienstenchequebedrijven en PWA’s die eventueel onreglementaire handelingen zouden doen, moet vergroten?

8)Zo ja, welke concrete maatregelen zal ze daartoe nemen op het vlak van het inzetten van controleurs bij dienstenchequebedrijven (incl. PWA’s sui generis) enerzijds en bij PWA’s anderzijds?

Antwoord ontvangen op 24 maart 2010 :

A. Het percentage van de vastgestelde fraude gaat inderdaad in stijgende lijn. Hieruit kan men evenwel niet concluderen dat het plegen van fraude is toegenomen.

In de loop van de jaren werden controles meer en meer doelgericht uitgevoerd, op basis van een administratief vooronderzoek, waaruit reeds bepaalde fraude-indicatoren bleken.

Na de oprichting van een Task Force Dienstencheques op het Hoofdbestuur van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), in mei 2009, is een administratief vooronderzoek van het dienstenchequebedrijf zelfs de regel geworden, vooraleer het onderzoek naar de controlediensten in de regio’s vertrekt. Deze detectie gebeurt op basis van databanken en contacten met andere instellingen zoals RSZ, Financiën, Vreemdelingenzaken en de Regionale diensten voor Arbeidsvergunningen.

Als fraude-indicatoren worden gebruikt:

schulden bij de RSZ of bij Financiën;

hoog aantal uitbetaalde cheques versus te weinig personeel hiervoor;

relaties van zaakvoerders/werknemers met gekende fraudebedrijven ;

cumulatie door zaakvoerder van zelfstandige activiteit met uitkeringen;

werknemers met bisregisternummers, die niet over verblijfsvergunning of arbeidsvergunning beschikken.

1. De huidige norm voor controle van dienstenchequebedrijven is dat 147 controleurs (budgettaire eenheden) die onderzoeken dienstencheques uitvoeren, 10 % van hun arbeidstijd aan dergelijke onderzoeken moeten besteden.

2. De tijdsinvestering in het onderzoeken van dienstenchequebedrijven werd opgevoerd door twee maatregelen.

Het aantal controleurs dat dienstencheque-onderzoeken uitvoert, werd verhoogd van 134 naar 147 (budgettaire eenheden).

Een vast percentage van hun arbeidstijd moet aan dienstencheque-onderzoeken besteed worden, namelijk 10 %.

Hieronder vindt u, per Gewest, een overzicht van het aantal controleurs dat ingezet wordt voor dienstencheque-onderzoeken

Controle dienstenchequebedrijven – 10 % van …


Gemiddelde 2009

Ingezette (budgettaire) eenheden – toestand 30 juni 2009


Vlaanderen

67,14

Wallonië

43,00

Brussel

23,41


TOTAAL

133,55


Recent toegevoegd


Budgettaire eenheden

13,04


RECENT TOTAAL

146,59

3. Bij het selecteren van onderzoeken wordt rekening gehouden met een verdeling over privé-bedrijven en bedrijven ontstaan door initiatieven van de openbare sector (PWA – OCMW). Er zijn geen controleurs die zich enkel met controle van PWA’s bezighouden.

Daarentegen is er de volgende procedure voor interne controle:

De RVA voert een tweeledige controle uit op de 560 PWA’s. Enerzijds controleert de dienst de verplichte minimale financiering van opleidingen ten behoeve van de werklozen, ingeschreven in het agentschap. Deze taak wordt uitgevoerd door drie gespecialiseerde personeelsleden op het hoofdbestuur van de RVA. Anderzijds gaat de RVA via een algemene boekhoudkundige controle na of de besteding van de inkomsten van het agentschap overeenstemt met het maatschappelijk doel ervan, zoals bedoeld in de besluitwet van 28 december 1944.

De algemene controle van de boekhouding bevat drie luiken. Een eerstelijnscontrole wordt op basis van een checklist uitgevoerd door de (28) PWA-coördinatoren. Indien uit deze precontrole de noodzaak blijkt om een grondiger controle uit te voeren, worden de gespecialiseerde boekhouders van het Hoofdbestuur ingeschakeld. Ten slotte worden analyses uitgevoerd op de balans- en resultatenrekeningen van de PWA (deze informatie is beschikbaar via de balanscentrale van de RVA).

4. Het aantal personeelsleden dat interne controle uitvoert is stabiel gebleven.

5. Er werden geen controleurs aangeworven om enkel controles dienstencheques uit te voeren. In mei 2009 werd wel een Task Force Dienstencheques opgericht, momenteel bestaande uit een diensthoofd en drie administratieve medewerkers, die via databanken vooronderzoeken uitvoeren voor een betere fraudedetectie.

6. De RVA heeft recent voor 147 controleurs (budgettaire eenheden) de norm gebracht op 10 % van de arbeidstijd die aan dienstencheque-onderzoeken moet besteed worden. Bij de voorbereiding van de onderzoeken worden ook meer administratieve medewerkers ingeschakeld. Dit gaat niet ten koste van andere controles.

7 en 8. Zoals hierboven reeds vermeld, worden de onderzoeken momenteel meer doelgericht uitgevoerd en werd de inzet van gespecialiseerd personeel opgevoerd.