|
|
Internetvrijheid - Belang in dictatoriale regimes - Anticensuurtechnologie - Steun
internet
dictatuur
censuur
vrijheid van informatie
toezicht op de communicatie
vrijheid van meningsuiting
communicatiemiddel
informatietechnologie
Iran
| 7/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010) |
| 8/2/2010 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3763
De recente gebeurtenissen in Iran tonen opnieuw het belang aan van internetcommunicatiekanalen in situaties waarin een dictatoriale overheid zijn burgers wil censureren en afsluiten van communicatie met elkaar en met de internationale gemeenschap.
In dergelijke situaties toont anticensuurtechnologie zoals de door het Global Internet Freedom Consortium ontwikkelde gratis software Freegate zijn nut.
Dergelijke technologie moet steeds verder ontwikkeld worden om de internetfilterende software die dictatoriale regimes verplicht stellen voor nieuw verkochte computers te neutraliseren.
Ik vernam dan ook graag van de geachte minister of hij op het niveau van de Europese Unie zal aandringen op een in initiatief om de internetvrijheid en de ontwikkeling van anticensuurtechnologie te stimuleren.
Ik ben mij er terdege van bewust dat het aan banden leggen en het beperken van het gebruik van nieuwe technologieën zoals internet ons voor een grote uitdaging plaatst en dat het dan ook zaak is nieuwe technologieën ter bevordering van de vrijheid van meningsuiting zoveel mogelijk te beschermen.
Het is u welbekend dat België en de Europese Unie (EU)fel gekant zijn tegen een intergouvernementeel systeem van internetgovernance en tegen elke vorm van censuur. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media staan hoog op de agenda van ons land en van de Europese Unie.
In de geest hiervan gaf het Zweedse voorzitterschap vorm aan een initiatief “vrijheid van meningsuiting en nieuwe technologieën»”en voerde het rond deze thema’s een campagne van demarches bij de overheden van een aantal doellanden. Ook besteedde het Zweedse voorzitterschap extra aandacht aan de individuele gevallen in verband met deze thematiek. De EU bracht internetvrijheid en het aan banden leggen van het internetgebruik ook ter sprake in het kader van de mensenrechtendialogen met derde landen.
Hoewel het nog te vroeg is om de impact van dit initiatief te beoordelen, zal de EU aan deze kwestie de nodige aandacht blijven besteden en zal ze in de toekomst nog andere acties voeren, mocht dit nodig blijken.
Het belang dat het Zweedse voorzitterschap aan deze kwestie hecht en de acties die ter zake werden gevoerd, konden van bij het begin op veel bijval rekenen van Belgische zijde. Een Belgische delegatie nam actief deel aan het vierde forum over internetgovernance dat van 15 tot 18 november 2009 plaatshad in Sharm El Sheikh.
Ook op het niveau van de VN volgen mijn diensten deze kwestie van nabij, bijvoorbeeld tijdens de moeizame onderhandelingen over een resolutie over de vrijheid van meningsuiting die in oktober in de Raad voor de mensenrechten werd aangenomen. Op herhaaldelijk aandringen van de EU wordt in deze resolutie duidelijk melding gemaakt van het belang van het internetgebruik alsmede van de censuur ter zake. Ook wordt verwezen naar het belangrijke werk van de Speciale VN-rapporteur voor de vrijheid van meningsuiting, die eveneens veel aandacht besteedt aan deze kwestie.