Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5372

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Internet - Russische datingsites - Oplichting

Rusland
internet
internetsite
economisch delict
elektronische post
fraude
misbruik van vertrouwen
computercriminaliteit

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
21/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3554

Vraag nr. 4-5372 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische ambassade in Moskou wordt steeds vaker gecontacteerd door landgenoten die het slachtoffer werden van oplichting via internet. Meestal gaat het om zogenaamde liefdesrelaties via datingsites.

Er worden e-mails uitgewisseld met een Russische dame, die vervolgens voorstelt om haar correspondent in ons land te ontmoeten. De dame vraagt geld om haar ticket en visum te kunnen betalen. Er worden ook valse mailadressen gebruikt. Hierbij ontvangen slachtoffers die hun correspondenten hebben ingelicht over het feit dat de ambassade haar dossier niet kent, zogezegd een e-mail van de Belgische ambassade, waarin die meedeelt zich te hebben vergist.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.Hoeveel personen werden de voorbije tien jaar op deze wijze opgelicht? Graag had ik een uitsplitsing per jaartal bekomen.

2.Welke maatregelen zal de geachte minister nemen om in de toekomst dergelijke vorm van oplichting tegen te gaan?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2010 :

1.Onze ambassade te Moskou werd voor het eerst geconfronteerd met deze problematiek in de loop van 2006. Het probleem gaat dus minder ver terug in de tijd dan tien jaar.

Het is moeilijk te zeggen hoeveel personen daadwerkelijk door deze praktijk worden opgelicht. De ambassade ontvangt weliswaar vele oproepen per e-mail en telefoon, maar deze vertegenwoordigen meer dan waarschijnlijk slechts een fractie van het reële aantal gevallen.

Hierbij gaat het meestal om informatieve vragen, waarbij slachtoffers bijvoorbeeld vragen of de dame in kwestie daadwerkelijk bij de ambassade een visumaanvraag heeft ingediend. Sinds kort worden inderdaad ook gevallen gesignaleerd waarbij valse e-mail adressen, zogezegd namens de ambassade, worden gebruikt en wordt medegedeeld dat de ambassade zich heeft vergist en dat de dame toch is langs geweest. De vindingrijkheid van de oplichters aangaande de motieven om geld op te sturen is overigens groot. Voor een overzicht van enkele van de gebruikte methodes verwijs ik naar de website van onze ambassade en het reisadvies inzake Rusland van mijn departement.

De cijfers wat oproepen per e-mail betreft duiden op een toename vanaf april (met respectievelijk 13, 11 en 19 oproepen in april, mei en juni), terwijl het aantal e-mails tijdens de periode van juli 2008 tot november 2008 varieerde van twee tot vijf per maand. Daarnaast dienen evenwel nog de telefonische oproepen te worden meegerekend, waarbij op piekmomenten (bijvoorbeeld vorige zomer) tot vijf oproepen per dag werden genoteerd.

De Federal Computer Crime Unit heeft gedurende de eerste zes maanden van 2009 via het meldpunt ecops een zevental meldingen van vriendschapsfraude uit Rusland ontvangen. Deze werden doorverwezen naar de lokale politie om klacht neer te leggen.

2. De ambassade in Moskou en mijn departement nemen deze problematiek zeer ernstig. Onze aanpak is van tweeërlei aard: enerzijds preventief en anderzijds politioneel/gerechtelijk.

Wat de preventieve aanpak betreft zijn er in de eerste plaats natuurlijk de waarschuwingen die zowel op de hoofdpagina van de website van de ambassade als in het reisadvies voor Rusland terug te vinden zijn.

Daarnaast poogt mijn departement op regelmatige tijdstippen dit probleem onder de aandacht van de massamedia te brengen. Dit resulteerde concreet onder meer in de ruimbekeken Panorama-reportage “Forever Yours, Marina”, die in september 2008 werd uitgezonden. Nadat de ambassade een nieuwe piek vaststelde voor de maanden april-mei werd dit probleem door mijn departement opnieuw onder de media-aandacht gebracht onder de vorm van een persbericht. Dit resulteerde in uitvoerige berichtgeving op onde rmeer VTM en RTL, alsmede in kranten zoals Het Laatste Nieuws, De Standaard en Le Soir en op RTBF-radio.

Daarnaast is er de politioneel/gerechtelijke aanpak, waarbij naar een samenwerking met de Russische autoriteiten, die deze problematiek eveneens ernstig nemen, wordt gestreefd. Het voornaamste probleem hierbij is evenwel dat een dergelijke aanpak slechts kan op basis van concrete klachten, waarvoor blijkbaar een grote drempelvrees bestaat. Vandaar dat we in onze communicatie naar slachtoffers toe steevast aanraden om klacht in te dienen bij de politie of dit te melden via de website www.ecops.be.

Zo maakte een concrete klacht uit 2006 het voor de verbindingsofficier van de federale politie mogelijk om deze problematiek bij de Russische autoriteiten aan te kaarten. Dit heeft in januari 2007 geleid tot een belangrijke politionele actie in de Russische regio Mari El, waarbij de leden van een bende die achter dergelijke oplichting zaten werden gearresteerd en waarbij er ook banden waren met een prostitutienetwerk