Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5363

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Wit-Rusland - Tchernobyl-ramp - Decreet dat het reizen van kinderen naar andere Europese landen sterk beperkt

Belarus
kernongeval
bilaterale overeenkomst
kerncentrale
ramp door menselijk toedoen
kind
hulp aan getroffenen
particuliere hulp
vrijheid van verkeer

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
8/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3177

Vraag nr. 4-5363 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds de Tchernobyl-ramp, zijn er enorm veel solidariteitsacties vanuit de Lidstaten van de Europese Unie (EU), waarbij Wit-Russische kinderen uit de rampstreek uitgenodigd worden om hun vakantie bij een andere Europese familie door te brengen. Op 13 oktober 2008 kondigde het president Loekasjenko het decreet 555 af dat het quasi onmogelijk maakt voor groepen kinderen om naar het buitenland te reizen. Na internationale druk en commotie werd het quasi verbod tijdelijk opgeschort om kinderen tijdens de kerstperiode van 2008 nog te laten genieten van een buitenlands verblijf. Door de late afkondiging van de tijdelijke opschorting, werd dit zelf belet, en kon slechts een handvol kinderen tijdens de kerstperiode het land uit.

Sinds 21 januari 2009 is het decreet weer volledig in voege. Kinderen zouden geen toelating krijgen te reizen, tenzij dat het gastland een uitgebreid verdrag met Wit-Rusland tekent dat een hele resem in te vullen garanties oplegt indien het gastland Wit-Russische kinderen wenst te ontvangen. Dit verdrag verlamt de werking van vele Europese niet gouvernementele organisaties (NGO).

1. Is de geachte minister op de hoogte van de bepalingen van decreet 555 zoals die sinds 21 januari 2009 opnieuw in voege getreden zijn, die het kinderen moeilijk maken om naar het buitenland te reizen ? Zo ja, hoe beknot deze de vrijheid tot reizen ?

2. Vindt hij de beperkingen zoals die in het decreet 555 staan, een inbreuk op het recht vrij te reizen (met oudertoestemming) voor de Wit-Russische kinderen ?

3. Is de hij op de hoogte van het verdrag dat potentiële gastlanden moeten tekenen als garantie voor de opvang van deze kinderen ? Zo ja, hoe streng is dit verdrag ? Heeft België dit verdrag getekend ?

4. Heeft hij een idee over de evolutie van het aantal Wit-Russische kinderen dat de laatste jaren door verschillende solidariteitsacties in ons land te gast was ? Is er een daling merkbaar ? Is dit te wijten aan bovenstaande decreet en verdrag ?

5. Is hij bereid dit probleem op Europees niveau aan te kaarten ?

6. Is hij van mening dat dergelijke vormen van mensenrechtenschendingen het Wit-Rusland onmogelijk maken om lid te worden van de Raad van Europa ?

Antwoord ontvangen op 8 februari 2010 :

Sinds verschillende jaren worden tijdens vakantieperiodes bezoeken georganiseerd van Wit-Russische kinderen aan verschillende landen van de Europese Unie, waaronder België. Het gaat om kinderen die lijden onder de gevolgen van de ramp die plaatsvond in de kerncentrale van Tsjernobyl in 1986 en die naar België komen om gezondheidsredenen.

Deze reizen worden georganiseerd door VZW’s uit het hele land en tijdens hun verblijf in België worden de kinderen opgevangen door onthaalgezinnen. Naar aanleiding van een laattijdige terugkeer van één van de kinderen vanuit de Verenigde Staten naar zijn land van herkomst, besliste president Loekasjenko tot de uitvaardiging van een decreet waardoor de voortzetting van deze bezoeken in gevaar kwam.

De president dringt er in het decreet onder meer op aan dat er met de betrokken westerse landen bilaterale akkoorden zouden worden afgesloten alvorens deze bezoeken opnieuw zouden kunnen doorgaan.

Hieronder antwoord op de gestelde vragen:

1. Op 29 april 2009 werd de Wit-Russische ambassadeur te Brussel door minister De Gucht op de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken uitgenodigd en werd een politiek akkoord bereikt. Het akkoord werd van kracht op 29 mei 2009 en daardoor konden de bezoeken die voor de voorbije zomer werden gepland, alsnog doorgaan. Na het onderhoud met de Wit-Russische ambassadeur werd de inhoud van het akkoord toegelicht in een vergadering met de VZW’s.

2. Het akkoord dat kon worden bereikt is echter onderhevig aan de voorwaarden in verband met de leeftijd van de kinderen en het aantal bezoeken die door het decreet werden opgelegd. Dit betekent dat het akkoord dat werd bereikt inderdaad enkel geldt voor de bezoeken van kinderen van maximaal veertien jaar oud. Verder voorziet het decreet dat het aantal bezoeken per kind beperkt is tot drie. Hierbij dient echter te worden opgemerkt dat kinderen ouder dan veertien jaar (tot de leeftijd van achttien jaar) toch de mogelijkheid hebben om ons land te bezoeken op basis van individuele uitnodigingen van onthaalgezinnen.

Opmerking: Bij het afsluiten van het akkoord werd gesteld dat België in een later stadium de beperkingen die hiervoor werden genoemd, opnieuw zou aankaarten met het oog op een versoepeling. Intussen werden besprekingen in die zin opgestart via de Wit-Russische ambassade in Brussel en zal onze ambassadeur in Moskou dit thema tijdens een aanstaand bezoek aan Minsk ter sprake brengen.

3. Het bereikte akkoord zoals het op dit ogenblik bestaat, betekent inderdaad dat de reizen van betrokken kinderen naar landen zoals België enigszins aan banden wordt gelegd. Zonder dit akkoord zouden de kinderen echter de voorbije zomer helemaal geen reis naar België hebben kunnen ondernemen.

4. Jaarlijks komen ongeveer 1 700 kinderen uit Wit-Rusland naar ons land. Door toedoen van de beperkingen opgelegd in het presidentiële decreet zou het kunnen dat dit aantal in de komende jaren zal dalen. Het is echter nog wachten op de resultaten van de besprekingen die momenteel worden gevoerd en die een versoepeling van de huidige regeling beogen.

5. Deze zaak werd in de eerste helft van 2009 tijdens het Tsjechische voorzitterschap van de Europese Unie aangekaart op bijeenkomsten van de Europese consulaire werkgroep (COCON). Het werd duidelijk dat niet alle landen betrokken zijn bij deze problematiek en het is dankzij de samenwerking met enkele landen zoals Duitsland, Nederland, Spanje en Frankrijk dat uiteindelijk het vermelde akkoord kon worden bereikt.

6. In de huidige stand van zaken, moedigen de bevoegde instellingen van de Raad van Europa Wit-Rusland aan om structurele en wetgevende hervormingen te nemen in overeenstemming met de normen van de Raad van Europa in de sleuteldomeinen: democratie, mensenrechten en rechtsstaat.