Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-53

van Dirk Claes (CD&V N-VA) d.d. 31 oktober 2007

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Nationaal veiligheidsplan - Evaluatie

politie
misdaadbestrijding
criminaliteit
openbare veiligheid
burgerbescherming
evaluatiemethode

Chronologie

31/10/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/11/2007)
20/12/2007Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-6

Vraag nr. 4-53 d.d. 31 oktober 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet op de organisatie van de geïntegreerde politiedienst stipuleert dat er een vierjaarlijks nationaal veiligheidsplan moeten worden opgesteld. Het vorige plan, dat was opgesteld voor de periode 2004-2007, loopt binnenkort af. Het nieuwe veiligheidsplan moet op 1 januari 2008 van kracht zijn.

Het is belangrijk dat dit nieuwe veiligheidsplan wordt opgesteld na een grondige analyse van het huidige plan 2004-2007. De minister van Binnenlandse Zaken is samen met de politiediensten en het gerecht verantwoordelijk voor een nauwkeurige ontleding van de bestaande toestand en het in kaart brengen van de mogelijke pijnpunten. Natuurlijk dient het federale parlement hier optimaal bij te worden betrokken. De Senaat is de uitgelezen assemblee om het nationaal veiligheidsplan op een diepgaande manier te evalueren en zo nodig bij te sturen.

Daarenboven is het noodzakelijk om na te gaan hoe de lokale politiezones omgaan met dit nationale veiligheidsplan en op welke manier ze dit integreren in hun lokale beleids- en veiligheidsplannen.

Op basis van deze synthese dient men op een proactieve manier op zoek te gaan naar de ontwikkelingen die zich op het gebied van de veiligheid kunnen voordoen om hier in het nationaal veiligheidsplan vervolgens op een adequate manier te kunnen op inspelen. Ik acht het van groot belang dat ook het parlement wordt betrokken bij het opstellen van het nieuwe nationale veiligheidsplan dat toch de fundamentele prioriteiten op vlak van veiligheid vastlegt en essentiële politieke keuzes maakt.

Graag stelde ik dan ook de volgende vragen aan de geachte vice-eersteminister:

Welke methodieken voor de opvolging en de evaluatie van het nationaal veiligheidsplan bestaan er reeds?

Wanneer worden deze evaluaties gehouden en welke actoren zijn hierbij betrokken?

Welke conclusies zijn er getrokken uit de evaluatie van het veiligheidsplan 2004-2007?

Is hij ervoor te vinden om ook het federale parlement te betrekken bij de periodieke evaluatie van het veiligheidsplan en bij het ontwerpen van een nieuw nationaal plan?