Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5199

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Holebi's - Discriminatie op de werkvloer - Situatie - Maatregelen

werkplek
seksuele minderheid
bestrijding van discriminatie
overheidsadministratie
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
geslachtsverandering

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5007

Vraag nr. 4-5199 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vorig jaar verschenen enkele studies over de situatie van holebi’s op de werkvloer. Meer bepaald gaat het om het onderzoek van prof. J. Vincke “ Discriminatie van holebi’s op de werkvloer: over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het roze plafond “ en de studie “ (on)Zichtbaar Holebi. De situatie van homoseksuele, lesbische en biseksuele werknemers op de werkvloer van de Vlaamse overheid ’ van de dienst Emancipatiezaken. Uit de studies blijkt ontegensprekelijk dat holebi’s op de werkvloer een aantal problemen ervaren. De problemen blijken meer uitgesproken te zijn in technische diensten. Tevens ervaren holebi’s in het algemeen meer negativiteit bij jongere en oudere collega’s. Van de federale overheid mag verwacht worden dat ze zichzelf een voorbeeldfunctie oplegt met betrekking tot het creëren van een holebivriendelijke werkvloer.

1.Worden er binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, problemen gedetecteerd met betrekking tot de coming out van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

2.Ervaart men een verschil in terughoudendheid van werknemers om voor hun geaardheid uit te komen naargelang er al dan niet oversten en andere collega’s op de betrokken diensten werken die al uit de kast zijn?

3.Werden binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen het afgelopen jaar problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

4.Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en van welke aard waren deze problemen?

5.Zijn deze problemen gedetecteerd bij specifieke categorieën van werknemers (leeftijd, geslacht, religie, scholingsgraad, afkomst, …)?

6.Hoe vaak en op welke manier werd hier tegenop getreden?

7.Werden binnen de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen specifieke maatregelen genomen om een holebivriendelijke werkomgeving te creëren?

8.Zo ja, welke initiatieven werden genomen?

9.Zo neen, zal dat alsnog op korte termijn gebeuren?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

1. Binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën worden er geen bijzonder probleem gedetecteerd. (a,b,c)

2. Neen.

3. Neen, er zijn geen dossiers met gemotiveerde klachten.

4. In de afgelopen vijf jaren vonden er bij de FOD Financiën twee gesprekken vanwege homoseksuele personeelsleden die de mening toegedaan waren dat zij ongelijk werden behandeld als gevolg van hun seksuele voorkeur en was er één informele klacht in het kader van de maatregelen ter voorkoming van pesten op het werk waarbij ongepaste uitlatingen vanwege een dienstchef ten aanzien van een homoseksuele medewerker werden medegedeeld.

5. Neen.

6. De preventieadviseurs hebben met alle betrokkenen een gesprek gevoerd.

7), 8) en 9) Er worden geen specifieke maatregelen genomen. Er wordt van de personeelsleden tewerkgesteld bij de FOD Financiën verwacht dat zij zich te allen tijde antidiscriminerend gedragen.