Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5189

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Vrachtvervoer - Cabotage - Controle op misbruiken

wegcabotage
wegvervoer
bestuurder
sociale dumping
concurrentiebeperking
Midden- en Oost-Europa
arbeidsinspectie
zwartwerk
verkeerscontrole

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
9/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4672

Vraag nr. 4-5189 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cabotage betekent dat een transporteur, met een geldige communautaire vergunning, in een andere lidstaat intern transporten kan uitvoeren op tijdelijke basis. Hij moet er zelfs geen zetel of vestiging hebben. Cabotage werd toegelaten om het aantal "lege trajecten" te verminderen. Dit is een terechte bezorgdheid. Vrachtwagens die leeg terugkeren nadat ze hun waar hebben afgeleverd zijn alles behalve milieuvriendelijk.

Jammer genoeg verneem ik van diverse transportbedrijven uit mijn streek dat cabotage dikwijls aanleiding geeft tot misbruiken. Zo is er sprake van buitenlandse transporteurs die chauffeurs laten rijden zonder de loon- en arbeidsvoorwaarden te respecteren van het land waar de cabotage wordt uitgevoerd. Bovendien zouden bepaalde Belgische transporteurs via zogenaamde dochterbedrijven in lage-loonlanden de cabotageregeling misbruiken. Dit alles leidt tot oneerlijke concurrentie voor onze vrachtwagenchauffeurs alsook de eerlijke transportbedrijven in ons land.

De misbruiken op de cabotageregeling kan enkel worden aangepakt door de controles op het wegvervoer en de controles on the road uit te breiden met een controle op de loon- en arbeidsvoorwaarden zodat sociale fraude wordt tegengegaan.

De controles moeten gecoördineerd gebeuren met alle betrokken diensten. (Verkeerspolitie, sociale inspectiediensten, Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, FOD Mobiliteit...). Bovendien is het meer dan aangewezen dat deze kwestie wordt aangekaart op Europese niveau. Om achterpoortjes te sluiten wensen we ook dat de bestraffing bij overtreding van sociale en /of andere regels gebeurt in het land waar de overtreding werd vastgesteld.

Bij onze transportbedrijven zijn 60 000 chauffeurs werkzaam. Ik vraag dan ook dat oneerlijke concurrentie wordt geweerd en iedereen met gelijke wapens kan strijden.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1) Bent u op de hoogte van de misbruiken op de cabotageregeling waarbij buitenlandse transporteurs of buitenlandse dochters van Belgische transporteurs buitenlandse chauffeurs uit lage loonlanden uit het voormalige Oost Europa laten rijden zonder de loon- en arbeidsvoorwaarden te respecteren van het land waar de cabotage wordt uitgevoerd, in casu België? Zo ja, kan u verschillende fraudes uitvoerig toelichten en kan u aangeven hoe deze vorm van sociale fraude wordt aangepakt?

2) Kan u aangeven hoeveel controles er op de weg plaatsvonden op sociale fraude in de transportsector en misbruik van de cabotageregel in het bijzonder en dit op jaarbasis? Kan u tevens de controlecijfers van de laatste drie jaar weergeven?

3) Bent u op de hoogte van fraude op de cabotageregeling waarbij malafide transportfirma’s gebruik maken van buitenlandse chauffeurs met buitenlandse nummerplaten van zogenaamde 'zusterbedrijven' om aldus de bonafide transportbedrijven uit ons land uit de markt te prijzen door via sociale dumping de prijzen te ondermijnen en dit door de cabotageregeling te misbruiken? Zo ja, hoe wordt deze specifieke vorm van fraude aangepakt?

4) Kan u uitvoerig illustreren in hoeverre de controles op fraude op de cabotageregeling gecoördineerd gebeurt met alle betrokken diensten. (Verkeerspolitie, sociale inspectiediensten, RVA, FOD Mobiliteit...)? Gebeurt dit nu reeds en zo ja, kan dit cijfermatig worden geïllustreerd? Zo neen, bent u bereid deze fraude op gecoördineerde wijze aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 9 december 2009 :

Vraag 1

Het nagaan van de loon- en arbeidsvoorwaarden behoort niet tot de bevoegdheid van de Administratie der douane en accijnzen, maar tot de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de FOD Sociale Zekerheid.

Vraag 2 en 3

De Administratie der douane en accijnzen is op de vergadering van het directiecomité wegtransport van 26 augustus 2009 in het bezit gesteld van controle-instructies die verband houden met het koninklijk besluit van 10 augustus 2009 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemingen die gevestigd zijn op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte worden toegelaten tot binnenlands goederenvervoer over de weg in België. Momenteel onderzoekt de Administratie der douane en accijnzen op welke wijze ze kan bijdragen tot de controle voor het aspect cabotage door het controleren van de CMR-vrachtbrief, de accijnsdocumenten, veterinaire documenten enz. Wat betreft het aspect sociale fraude is de Administratie der douane en accijnzen niet bevoegd en verricht ze geen controles terzake.

Vraag 4

De controles op fraude inzake cabotage hoeven niet noodzakelijk gecoördineerd te gebeuren. Deze kunnen bijvoorbeeld wat de Administratie der douane en accijnzen betreft, gewoon worden uitgevoerd ter gelegenheid van een dagdagelijkse goederencontrole. Indien tijdens een wegcontrole een inbreuk tegen de cabotagereglementering wordt vastgesteld dienen de controlebeambten van alle controlediensten de gegevens hieromtrent (bewijs van inning of consignatie, proces-verbaal, enz.), met inbegrip van de naam van de opdrachtgever(s) van het onwettige cabotagetransport, mede te delen aan de administratieve ondersteuningscel van de Dienst Controle bij het directoraat-generaal vervoer te land van de FOD Mobiliteit en Vervoer.