Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4914

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 6 november 2009

aan de minister van Justitie

Eergerelateerd geweld - Evaluatie van de pilootprojecten - Algemene beleidsmaatregelen

Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen
positie van de vrouw
gebruiken en tradities
misdaad tegen de personen
geweld
huiselijk geweld
misdaadbestrijding
gearrangeerd huwelijk

Chronologie

6/11/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1114
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5721

Vraag nr. 4-4914 d.d. 6 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar aanleiding van een eremoord in de streek van Charleroi in oktober 2007 heeft het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Senaat een uitgebreid advies met diverse aanbevelingen over eergelateerd geweld uitgebracht.(stuk nr. 4-379 – 2007/2008).

Dit onderzoek resulteerde in een uitgebreid advies met diverse aanbevelingen. Aangezien België inzake de aanpak van eergelateerd geweld nog niet ver staat en de oprichting van een cel Eergelateerd Geweld binnen de schoot van de dienst Agressie van de federale politie op termijn noodzakelijk is, werd het opzetten van pilootprojecten naar analogie van de pilootprojecten inzake intrafamiliaal geweld én in samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, de politiediensten en het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen aanbevolen.

Op 11 juli 2008 (schriftelijke vraag nr. 4-1219) en 12 januari 2009 (schriftelijke vraag nr. 4-2541) informeerde ik naar de beleidsintenties van de toenmalige minister van Justitie.

Hij beloofde naar analogie van Nederland pilootprojecten op te zetten, wat inmiddels gebeurde. Zo werd in april 2008 het eerste pilootproject opgestart te Mechelen en in maart 2009 te Verviers.

Op 17 september 2009 zou de stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de FOD Justitie, de FOD Binnenlandse Zaken, de dienst Strafrechtelijk Beleid, het College van procureurs-generaal, het Instituut voor gelijke kansen, de federale politie en de vertegenwoordigers van de twee projecten voor de eerste maal samen komen.

Verder stelt de geachte minister in zijn antwoord van 18 mei 2009 dat de problematiek te complex is om opgenomen te worden in een actualisering van het Nationaal Actieplan Patnergeweld (NAP) dat zich concentreert op één type van geweld, namelijk het geweld onder partners. Om echter tot een adequate opname van de thema's eergelateerd geweld in het NAP 2008–2009 te komen werd ter voorbereiding een werkgroep opgericht. De resultaten hiervan worden verwacht tegen einde 2009.

Graag vernam ik de volgende informatie:

1.Hoe verloopt het pilootproject in Mechelen en in Verviers?

2.Zijn er reeds inzichten die tot veralgemening in het beleid aanleiding kunnen geven? Kunnen er al referentietools worden opgesteld?

3.Tot welke resultaten heeft de vergadering van de stuurgroep van 17 september 2009 geleid?