Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4387

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 11 september 2009

aan de minister van Justitie

Wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden - Informantenwerking - Controle

politie
gerechtelijk onderzoek
misdaadbestrijding
georganiseerde misdaad
strafprocedure

Chronologie

11/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/10/2009)
3/11/2009Rappel
25/11/2009Rappel
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5674

Vraag nr. 4-4387 d.d. 11 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

"Informanten zijn weegschalen, meestal in onevenwicht.". De BOM -wet ( de wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden) maakte het mogelijk informanten in te schakelen, die in ruil voor relevante informatie bepaalde privileges genieten, en een vergoeding krijgen. Wantoestanden en het doortastende optreden van de BOM-magistraat in het gerechtelijk arrondissement Brugge leidden tot een verbeterde controle op de informanten, die volgens de BOM-wet op tijd en stond moeten worden geëvalueerd. Aangezien informanten meer en meer actief zouden worden gestuurd door de politie, en meer en meer in de rol van undercoveragenten zouden geduwd worden, blijkt de controle van de BOM-magistraten en de Kamer van inbeschuldigingstelling (KI) meer dan noodzakelijk.

Gezien het korte voorgaande kader, volgende vragen:

In welke mate speelt de informantenwerking een belangrijke rol? Hoe functioneert het zogenaamde puntensysteem bij de evaluatie van de informanten?

Hoeveel informanten zijn in Brussel geregistreerd? Hoeveel informanten kent elk gerechtelijk arrondissement? Zijn er grote verschillen inzake het gebruik van informanten bij de verschillende arrondissementen? Kan de geachte minister aangeven hoeveel van deze informanten daadwerkelijk actief info aanleverden? Kan hij de kostprijs van de informantenwerking per arrondissement aangeven?

Hoeveel van deze informanten komen uiteindelijk en binnen welke tijd op de blacklist terecht, en worden dus geschrapt? Kan hij dit met cijfers aangeven voor 2006, 2007 en 2008?

Is hij bekend met het probleem van informanten die door de politie gestuurd worden tot burgerinfiltraties ? Is hij akkoord dat het fenomeen toeneemt waarbij gecodeerde informanten in de praktijk meer en meer als undercoveragent fungeren? Zo ja, hoe komt dit?

Is hij akkoord dat het systeem van informanten en de aangebrachte informatie moeilijk te controleren valt? Is hij akkoord dat de samenvattingen die de BOM-magistraat krijgt te vaag zijn, en te gemakkelijk ruimte voor interpretatie openlaten? Is hij akkoord dat een jaarlijkse doorlichting van de informantenwerking door de lokale BOM-magistraat per arrondissement noodzakelijk is?