Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4372

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 10 september 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid - Opsturen van een 'bewijs van leven' door de pensioengerechtigden - Mogelijkheid tot elektronisch overmaken

Dienst voor de overzeese sociale zekerheid
pensioenregeling

Chronologie

10/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/10/2009)
7/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4372 d.d. 10 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Gepensioneerde werknemers van NGO’s die in het buitenland een pensioen ontvangen via de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) moeten elk jaar een ‘bewijs van leven’ opsturen. Dit bewijs wordt geleverd door de plaatselijke ambassade en in principe doorgestuurd met de diplomatieke post. Soms gaat het formulier echter verloren waardoor de betrokkenen geen pensioen ontvangen.

In hoeveel gevallen vraagt de DOSZ jaarlijks een ‘bewijs van leven’?

Is het niet mogelijk dat de betrokken ambassades of consulaten dergelijke attesten per e-mail overmaken, om het risico op verloren attesten te minimaliseren?

Voorziet de geachte minister wijzigingen in dit systeem?

Antwoord ontvangen op 7 oktober 2009 :

De Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid betaalt sociale uitkeringen aan gerechtigden van verschillende nationaliteiten (105 nationaliteiten) in de hele wereld (135 landen).

De uitkeringen worden betaald na verloop van de termijn. Bijgevolg dient de gerechtigde in leven te zijn op de laatste dag van de maand om te kunnen genieten van de uitkeringen waarop hij recht heeft.

De Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid wil zowel de garantie bieden dat hij de middelen waarvoor hij verantwoordelijk is zorgvuldig beheert, alsook de nodige maatregelen nemen voor een administratieve vereenvoudiging ten voordele van de gerechtigden.

Om dat te bewerkstelligen, biedt de Dienst de buitenlandse ingezetenen verschillende betalingswijzen aan. Aan elk van die betalingswijzen is een controle verbonden in overeenstemming met het risico:

1. betaling ontvangen op een bankrekening in België in overeenstemming met de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 21 februari 1986 ‘houdende de betaling per overschrijving van de uitkeringen toegekend door de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid’;

2. betaling ontvangen op een bankrekening in een andere lidstaat van de Europese Unie en een overeenkomst tekenen, bekrachtigd door de bank, waarmee toestemming wordt gegeven dat de bank bedragen terugbetaalt die na het overlijden werden betaald;

3. betaling ontvangen via een cheque op hun adres of op een bankrekening buiten de Europese Unie of op een bankrekening in een andere lidstaat van de Europese Unie zonder dat de overeenkomst werd getekend waarmee toestemming wordt gegeven voor terugbetaling door de bank van bedragen betaald na het overlijden;

In de eerste twee gevallen gebeurt de betaling maandelijks en wordt er één levensbewijs per jaar geëist. In het derde geval wordt er een levensbewijs geëist vóór elke betaling, aangezien er geen enkele garantie is dat bedragen die na het overlijden werden betaald, kunnen worden gerecupereerd.

De Dienst bezorgt de begunstigde een voorgedrukt formulier van levensbewijs dat hij door een administratieve overheid kan laten bekrachtigen. Het is ook mogelijk een blanco formulier te downloaden via de website van de Dienst. Het levensbewijs mag ten slotte ook op een vrij formulier worden opgesteld.

Om het risico op vervalsing te vermijden, aanvaardt de Dienst enkel het origineel van het levensbewijs, behalve in uitzonderlijke gevallen. Het gebruik van e-mail biedt immers geen enkele garantie wat de identiteit van de afzender of de volledigheid van het bijgevoegde document betreft.

Op 16 september 2009 telden we 9 662 gerechtigden van uitkeringen die in het buitenland verblijven. Van hen hebben:

- 3 142 personen gekozen om betaling op een rekening in België te ontvangen;

- 4 995 personen gekozen om betaling op een rekening in een ander land van de Europese Unie te ontvangen, waarbij de overeenkomst tot terugbetaling werd ondertekend;

- 1 525 personen gekozen om de betaling te ontvangen in een land buiten de Europese Unie, of ze hebben de overeenkomst inzake terugbetaling niet ondertekend.

Slechts 1 525 gerechtigden, of 15,8 % van de buitenlandse ingezetenen, moeten dus een levensbewijs vóór elke betaling voorleggen. De andere buitenlandse ingezetenen leggen slechts één levensbewijs per jaar voor.