Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4350

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 9 september 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Seveso-bedrijven - Milieuvergunning - Afbakening van de noodplanningzones

ramp door menselijk toedoen
ongevallenpreventie
industrieel risico
chemisch ongeval
bedrijfsongeval

Chronologie

9/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/10/2009)
19/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4350 d.d. 9 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zoals de geachte minister weet, wordt het al dan niet toekennen van een milieuvergunning voor industriële activiteiten beoordeeld aan de hand van een aantal criteria, dit is natuurlijk ook het geval voor de zogenaamde Seveso-bedrijven.

De Seveso-richtlijn legt voor deze bedrijfssites met een hoog risico veiligheidsvoorschriften vast. De Europese richtlijn werd omgezet in Belgische wetgeving via een federale wet over een samenwerkingsakkoord, daterend van 21 juni 1999, tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Deze federale wet werd met betrekking tot de noodplanningszones uitgevoerd door het ministerieel besluit van 20 juni 2008 tot vaststelling van de criteria waarmee door de exploitant moet rekening gehouden worden bij het afbakenen van het gebied dat door een zwaar ongeval zou kunnen worden getroffen.

Zou de geachte minister kunnen aangeven:

1. Wat is het doel en de strekking van het ministerieel besluit van 20 juni 2008 tot vaststelling van de criteria waarmee door de exploitant moet rekening gehouden worden bij het afbakenen van het gebied dat door een zwaar ongeval zou kunnen worden getroffen?

2. Kan de afbakening van de noodplanningszones, waarvan sprake is in dit ministerieel besluit aangepast worden aan gewijzigde omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van een bedrijf?

3. a) Wie bepaalt de afbakening van deze noodplanningszones?

b) Indien het werkelijk de exploitant is, zoals de titel van het ministerieel besluit al doet vermoeden, kan deze door de exploitant zelf afgebakende noodplanningszones gebruikt worden als criterium voor het weigeren van een milieuvergunning aan deze exploitant?

c) Indien niet, mag de afbakening van een noodplanningszone dan in enig ander opzicht als criterium voor het al dan niet toekennen van een milieuvergunning gebruikt worden?

d) Indien niet, is er dan enig ander verband tussen het al dan niet toekennen van een milieuvergunning en de afbakening van noodplanningszones?

Antwoord ontvangen op 19 oktober 2009 :

Vraag 1.

1. Het ministerieel besluit van 20 juni 2008 kwam tot stand in uitvoering van artikel 16 van het Seveso-samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams, Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn, en heeft tot doel om de exploitanten van de Seveso-hogedrempelinrichtingen de criteria aan te reiken die hen moeten toelaten de noodplanningszones voor hun inrichting te berekenen. Die noodplanningszones geven de gebieden aan waar de gevolgen van een zwaar ongeval voor mens of milieu merkbaar zouden zijn.

2. De afbakening van de noodplanningszones maakt deel uit van het veiligheidsrapport van de exploitant van een hogedrempelbedrijf, zoals opgelegd door artikel 12 van het voormelde Seveso-samenwerkingsakkoord. Aangezien elke wijziging van een installatie (bijvoorbeeld wijziging van de aard of hoeveelheden van de gevaarlijke stoffen, van de processen, enz.) door de exploitant dient aangegeven in een herzien veiligheidsrapport, is het mogelijk dat de noodplanningszones ten gevolge die wijziging(en) eveneens herberekend dienen te worden.

3.

a) De exploitant van het betrokken Seveso-hogedrempelbedrijf moet de afbakening van de noodplanningszones, als onderdeel van zijn veiligheidsrapport, opstellen en indienen.

b) Nee, de evaluatie van de afbakening van de noodplanningszones valt niet onder de milieuvergunningsprocedure.

c) Nee, zie antwoord b)

d) De milieuvergunningsprocedure staat los van de evaluatie van het veiligheidsrapport van een exploitant en bijgevolg ook van de beoordeling van de door de exploitant ingediende noodplanningszones. Beide procedures hebben immers een andere finaliteit.

In het kader van de milieuvergunings-procedure gaan de gewesten na of het risico veroorzaakt door de nieuwe inrichting of de uitbreiding van een bestaande inrichting aanvaardbaar is ten aanzien van de omgeving, zijnde mens en milieu. De focus ligt met andere woorden op de toelaatbaarheid van een nieuwe inrichting of van de uitbreiding van de inrichting.

Bij een veiligheidsrapport, dat wordt opgesteld in uitvoering van artikel 12 van het voormelde Seveso-samenwerkingsakkoord, ligt de nadruk dan weer op het veiligheidsmanagement van de betrokken inrichting. De exploitant dient in zijn veiligheidsrapport aan te tonen dat alle organisatorische en technische maatregelen zijn genomen om de gevaren en de gevolgen van een zwaar ongeval in zijn inrichting respectievelijk te beheersen en te beperken. Als dusdanig fungeert het veiligheidsrapport, en bijgevolg ook de noodplanningszones, als basis voor het opstellen van het bijzonder nood- en interventieplan (BNIP) van de betrokken Seveso-inrichting. Het BNIP voor de Seveso-inrichting dient te worden opgesteld om de gevolgen van een zwaar ongeval in de inrichting te beperken.

Hierbij worden zowel preventieve (oefeningen, informatiecampagnes, enz.) als reactieve maatregelen (organisatie van de interventiediensten, informatie aan de bevolking, beheersing van het incident, enz.) genomen.

Kortom, het feit dat een risico aanvaardbaar is, betekent namelijk geenszins dat er zich geen ongeval in die inrichting kan voordoen. Anders gesteld: het feit dat een inrichting een milieuvergunning heeft verkregen, ontslaat die inrichting niet van de verplichting om haar veiligheidsmanagement op punt te stellen.