Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4156

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 21 augustus 2009

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Afghanistan - Vrouwenrechten - Nieuwe wetgeving

Afghanistan
rechten van de mens
rechten van de vrouw
religieus conservatisme
discriminatie op grond van geslacht
ontwikkelingshulp
positie van de vrouw

Chronologie

21/8/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/9/2009)
9/10/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4155
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4157

Vraag nr. 4-4156 d.d. 21 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar diverse artikelen in de pers naar aanleiding van de klaarblijkelijke bekrachtiging van een nieuwe zeer vrouwonvriendelijke wet in Afghanistan. Zo zou een Afghaanse man volgens de wet zijn vrouw mogen uithongeren. Verder zouden vrouwen ook niet langer een beroep mogen uitoefenen of het huis buitengaan zonder toelating van hun man, zelfs niet voor een bezoek aan een arts. De wet werd reeds ondertekend door de Afghaanse president Hamid Karzai.

De nieuwe wet is een samenraapsel van tribale middeleeuwse bepalingen waarin de vrouw gelijkgesteld wordt met een ding, als een persoonlijk bezit van de man, die er mee mag doen wat hij wil.

Een driehonderdtal moedige vrouwen verzamelden zich op 16 april 2009 om te betogen tegen deze wet. Uit de gebouwen van de universiteit doken plots meer dan 1000 tegenbetogers op. Ze gooiden met keitjes naar de jonge vrouwen en schreeuwden zeer beledigende slogans.

Op 15 april bereikte ons het bericht dat in de Afghaanse provincie Nimroz Talibanmilities een koppel dat wilde weglopen om te trouwen hebben geëxecuteerd. De 21-jarige jongen en het 19-jarige meisje werden voor de moskee doodgeschoten. De regering heeft geen greep op deze provincie en bijgevolg hebben de Taliban een eigen politie-eenheid uitgebouwd alsook een eigen rechtbank.

Ook neemt het aantal gedwongen huwelijken tussen jonge meisjes en oudere mannen toe. Wij mogen hierop niet langer lijdzaam toekijken. Wij zetten veel geld en troepen in om het land er terug bovenop te helpen. Veiligheid en mensenrechten gaan samen. Veiligheidsbeleid - of het nu gaat om conflictpreventie, vredesopbouw of het bestrijden van terrorisme - en mensenrechtenbeleid kunnen en moeten elkaar versterken. Een adequate reactie op de huidige dreigingen dient recht te doen aan de samenhang tussen veiligheid en mensenrechten.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Klopt de berichtgeving als zou de Afghaanse vrouwonvriendelijke wet daadwerkelijk definitief van kracht zijn geworden en zo ja, kan u een overzicht geven van de vrouwonvriendelijke bepalingen?

2) Kunt u bevestigen dat president Karzai zijn goedkeuring heeft gegeven aan een wet die mannen het «recht» geeft om de vrouw eten te onthouden als zij de seksuele wensen van de man niet vervult en tevens het onmogelijk maakt voor moeders om de voogdij over kinderen te krijgen? Zo ja, hoe verhoudt deze goedkeuring zich tot de eerder door Karzai gedane belofte de positie van de vrouw in Afghanistan te verbeteren en de deelname van vrouwen, op gelijke voet met mannen, aan het politieke, sociale, economische en culturele leven van Afghanistan zeker te stellen?

3) Deelt u de mening dat een dergelijke wet niet in lijn is met hetgeen ons land samen met de bondgenoten probeert te bereiken op het gebied van vrouwenrechten in Afghanistan? Zo nee, op welke manier draagt deze wet bij aan die doelstelling? Zo ja, welke stappen heeft u gezet en gaat u zetten om er voor te zorgen dat vrouwen niet langer als tweederangsburgers worden beschouwd?

4) Worden er op dit moment door de Belgische overheid projecten gefinancierd om de positie van meisjes en vrouwen in de Afghaanse samenleving te versterken? Zo ja, welke en kunt u uiteenzetten of deze volstaan?

5) Bent u bereid het initiatief te nemen om een (politieke) dialoog aan te gaan, al dan niet in EU-kader, om de Afghaanse overheden te overtuigen van de noodzaak en het nut van samenwerking met de internationale mensenrechtenorganisaties. Ik denk onder meer aan: ratificatie van mensenrechtenverdragen, rapportages aan verdragscomités, uitvoering van aanbevelingen van de verdragscomités, bereidheid van landen om speciale rapporteurs te ontvangen door middel van een zogenaamde « staande uitnodiging »? Zo ja, kan u dit concreet toelichten? Zo neen, waarom niet en welke stappen gaat u dan wel ondernemen?

6) In hoeverre bent u het eens met het standpunt dat onze missie in Afghanistan enkel kan verlengd worden indien de mensenrechtensituatie in het algemeen en de rechten van de vrouw in het bijzonder op het terrein blijvend verbeteren?

7) Bent u bereid samen met de andere NAVO-lidstaten en naar Nederlands voorbeeld te werken aan de implementatie van resolutie 1325 in onze missies in Afghanistan, alsook wat betreft de ontwikkelingssamenwerking en de hulp aan de civiele maatschappij? Kan u dit toelichten en aangeven welke bedragen u hiervoor uittrekt?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2009 :

1) De nieuwe wet inzake persoonlijke aangelegenheden van sjiieten in Afghanistan blijft ons grote zorgen baren. Deze wet die van toepassing is op de sjiitische minderheid van het land is eigenlijk een nieuwe versie van de wet die President Karzai in februari jongstleden reeds ondertekende. Hoewel de internationale gemeenschap grote druk heeft uitgeoefend, werd de wet slechts lichtjes gewijzigd. Ze bevat nog steeds een aantal bepalingen die strijdig zijn met de rechten van de mens, in het algemeen, en de rechten van vrouwen, in het bijzonder.

Zo bepaalt de nieuwe versie van deze wet bijvoorbeeld dat alleen de mannelijke familieleden de voogdij kunnen hebben over de kinderen. De wet bepaalt eveneens dat een vrouw die maagd is de toestemming van haar voogd moet vragen om te kunnen trouwen, ongeacht haar leeftijd. Een andere bepaling van de wet is dat de echtgenoot kan weigeren zijn vrouw te onderhouden wanneer deze hem zijn « echtelijke rechten » ontzegt, waarmee dus ook de seksuele wensen van de echtgenoot kunnen worden bedoeld. Deze wetsbepalingen zijn strijdig met het beginsel van gelijkheid tussen mannen en vrouwen dat is vastgelegd in de Afghaanse grondwet alsmede in een aantal internationale instrumenten inzake de bescherming van de mensenrechten, waarbij Afghanistan partij is. Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen is een dergelijk internationaal instrument.

2) en 3) De Europese Unie en België toonden al hun bezorgdheid over de eerste versie van deze wet via een aantal demarches ten aanzien van de Afghaanse autoriteiten en naar aanleiding van het universele periodieke onderzoek van Afghanistan dat binnen de Mensenrechtenraad in Genève in mei 2009 werd verricht. De wet werd doorverwezen naar een commissie van het ministerie van Justitie. De wet werd op het gebied van de rechten van vrouwen maar lichtjes gewijzigd en werd bij presidentieel decreet van 19 juli toch goedgekeurd door President Karzai, die nochtans de verbintenis is aangegaan de rechten van vrouwen te beschermen en te bevorderen. De Europese ambassades in Kaboul hebben de President een brief gestuurd waarin ze kritiek uitten op de goedkeuring van de wet. België zal de toepassing ervan op de voet blijven volgen.

4. De versterking van de positie en de capaciteit van Afghaanse vrouwen en meisjes is een transversaal thema van de beleidsmaatregelen en de interventies van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Afghanistan. Zo ondersteunde de Belgische samenwerking van 2002 tot 2008 de versterking van het ministerie van de Positie van de Vrouw via het UNDP en UNIFEM alsmede de decentralisatie van de diensten van dit ministerie in de plattelandsgebieden, waar Women’s development centers werden opgericht.

Een aantal initiatieven van het Belgisch maatschappelijk middenveld ten voordele van Afghaanse vrouwen kunnen op de steun van België rekenen. Zo wordt sinds 2004 regelmatig geld uitgetrokken op de begroting Preventieve Diplomatie voor de programma’s onderwijs en opleiding van vrouwen en meisjes van de niet-gouvernementele organisatie (ngo) “Solidarité Afghanistan Belgique “(SAB). Haar project « Le développement rural par la formation professionnelle et la formation agricole » (2007-2008), dat specifiek op de Afghaanse vrouwen is gericht, kon bovendien rekenen op de financiële steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

Ook een « Vrouwenhuis » dat in 2006 in Istalif werd opgericht, kan rekenen op de financiële steun van de budgetlijn Preventieve Diplomatie. Recent werd financiering voorzien ter consolidatie en uitbreiding van dit project. Dit project biedt vrouwen de mogelijkheid om een ambacht uit te oefenen om zo hun vaardigheden te ontwikkelen en om activiteiten op medisch en onderwijsgebied te financieren. Daarnaast wordt sinds 2007 financiële steun verleend aan drie opvangcentra voor vrouwen die het slachtoffer zijn van fysiek of ander geweld.

In 2009 werd een bijdrage van één miljoen euro aan het UNDP gestort voor een programma ter ondersteuning van de organisatie van verkiezingen, dat een genderonderdeel bevat, namelijk. het versterken van de participatie van vrouwen. Ook werd besloten een bijdrage van twee miljoen euro aan UNICEF te storten voor een programma in de onderwijssector dat is toegespitst op meisjes en op de alfabetisering van vrouwen.

5. De internationale gemeenschap voert ononderbroken een dialoog met de Afghaanse autoriteiten over alle onderwerpen die verband houden met de rechtsstaat. Wat de tenuitvoerlegging betreft van de richtlijnen inzake de bescherming van kinderen in gewapende conflicten, is Afghanistan voor de Europese Unie een prioritair land. Deze problematiek wordt ook door de Verenigde Naties (VN)-Veiligheidsraad besproken. De mensenrechtenstrategie van de Europese Unie voor Afghanistan werd onlangs herzien. De bevordering en bescherming van de rechten van vrouwen behoort tot één van de prioriteiten. Ook de VN-missie in Afghanistan werkt samen met de Afghaanse Commissie voor de rechten van de mens, meer bepaald op het gebied van de rechten van vrouwen.

Afghanistan is reeds partij bij de belangrijkste internationale instrumenten inzake de rechten van de mens en het land kreeg de jongste jaren ook al een aantal speciale VN-rapporteurs op bezoek. Maar het pijnpunt is nog steeds de tenuitvoerlegging van de internationale verbintenissen.

6) België verdedigt een militair-civiele aanpak in Afghanistan waarbij defensie, diplomatie en ontwikkeling centraal staan.

De belangrijkste rol van de International Security Assistance Force (ISAF) is het verlenen van bijstand aan de Afghaanse regering bij het uitbouwen van veiligheid en stabiliteit. Hiertoe wordt ook nauw samengewerkt met de Afghaanse strijdkrachten en politie, onder meer inzake opleiding. Tijdens de NAVO-top van Straatsburg-Kehl van 3 en 4 april 2009 hebben de Staats- en regeringsleiders een verklaring aangenomen waarin het Bondgenootschap de lange-termijnverbintenis bevestigt om samen met de Afghaanse regering te werken aan de stabilisering van het land.

De Staats- en regeringsleiders onderlijnden in Straatsburg-Kehl ook het belang van de bescherming van de rechten van vrouwen in Afghanistan en van vooruitgang inzake bescherming van de mensenrechten in het algemeen. Juridische ontwikkelingen in Afghanistan die strijdig zijn met de internationale normen van mensenrechten of met de internationale verplichtingen die Afghanistan terzake is aangegaan, kunnen de politieke steun ondergraven die ISAF nodig heeft om de verbintenissen van de internationale gemeenschap uit te voeren.

De precieze implicaties van de “Law on Personal Affairs of the Followers of Shia Jurisprudence” maken momenteel het voorwerp uit van meer gedetailleerde studie. Diverse internationale organisaties waarvan België deel uitmaakt, zijn een dialoog aangegaan met de Afghaanse autoriteiten en het maatschappelijke middenveld in Afghanistan. België volgt de ontwikkelingen terzake met grote belangstelling. Het is op dit ogenblik evenwel te vroeg om vooruit te lopen op de conclusies van de gedetailleerde studie en op de eventuele politieke impact hiervan.

7) Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega van defensie.